Bron: Foto RCE
|
|
397 Dirck Reyners van der Meer, 1565
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, de tweede travee vanaf het transept, de zuidelijke van de eerste rij van twee zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 140 x 255 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De vormgeving van deze redelijk bewaarde, slechts wat glad geworden zerk vertoont naast enkele laatgotische vooral renaissancistische kenmerken. De tekstband, op de hoeken onderbroken door vierpassen met daarin de evangelistensymbolen, is in de laatgotische traditie. De staande engelfiguur onder twee voluten die rusten op gecanelleerde, balusterachtige zuilen, waarvan de canellures zijn afgesleten, is duidelijk in renaissancistische stijl. Ook de ranken die boven de voluten eindigen in dolfijnenkoppen zijn in deze stijl. De houding van de engel, met de rechterarm omhoog en de linkerarm omlaag tot op de heup, is op een overtuigende en plastische wijze weergegeven. Met beide handen houdt hij het wapenschild, de rechterhand omklemt het uiteinde van het lint waaraan het wapenschild hangt, terwijl de linkerhand het wapenschild op zijn plaats houdt voor het rechterbeen. De engel heeft fraai gevormde grote vleugels en is gekleed in een lang ondergewaad en een superplie-achtig bovengewaad met korte mouwen en met een ceintuur om de borst. Opvallend is verder dat de inscriptie in de tekstband is weergegeven in verhoogde gotische letters van opvallend groot formaat. De extra inscriptie in gotische letters op drie zijden buiten deze rand zijn kleiner en gegraveerd. De tekst vóór de onderbenen van de engelfiguur lijkt later te zijn aangebracht met wegkapping van de benen en voeten van de engel. De rechthoekige cartouche aan de onderzijde van het middenveld, gemarkeerd door banden met eenvoudige voluten aan de zijkanten, is in een iets andere, latere stijl. Een beurtelings gekanteelde dwarsbalk, vergezeld boven van drie gesteelde ronde kentekens en beneden van een ploeg. Het schild hangend aan een lint, vastgehouden door een engel. De vreemde voorwerpen boven zouden meerbladeren moeten zijn, het sprekende element in het familiewapen (vgl. zerk 416 1.). Hs 1709, 21.1 geeft de gesteelde ronde kentekens duidelijk weer als (meer)bladen en vermeldt als bijschrift Van der Meer. Dirck Reyner Dircx van der Meer was koopman en olieslager. In 1532/3 was hij deken van de Jonge Schuts. Dirck kocht in 1547 een huis aan de Vughterdijk en in 1556 het huis ‘Sint-Jacob’ in de Verwersstraat. In de belastinglijsten van het midden van de zestiende eeuw komt hij echter steeds voor onder het blok van de Hinthamerstraat, waar hij blijkbaar ook een huis bezat. Hij behoort gemiddeld tot de 4% hoogst aangeslagenen. Dirck is tweemaal getrouwd geweest, eerst met Hadewich Arnt Lamberts, daarna met Johanna Gielis van Os. Uit het eerste huwelijk stammen twee zonen, Reyner en mr. Laureyns. Reyner werd elders in de kerk begraven onder zerk 416; een dochter van mr. Laureyns, Gertruyt, in tweede echt verbonden met Herman Pelgrom, werd na haar dood in 1602 begraven onder zerk 203. Uit het tweede huwelijk stammen nog eens minstens zes kinderen, van wie zoon Willem op deze zerk wordt vermeld. In 1568 was deze Willem blokmeester van het blok van de Hinthamerstraat. Hij bezat de huizen ‘Den Paeuwe’ en ‘Het Vercxken’ in de Hinthamerstraat, alsmede een huis in de Choorstraat. In 1565 was hij gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap geworden, zijn medebroeders hielden op 30 juli 1569 een requiemdienst voor hem. Willem was achtereenvolgens getrouwd met Aelbertken Jans van Vladeracken en Elisabeth Laureyns Pelgrom. Willem, een zoon uit dit tweede huwelijk, die enkele maanden na zijn vaders dood in december 1569 was geboren, werd in 1625 elders in de Sint-Jan begraven, onder een zerk die in 1572 voor het graf van zijn oom kanunnik Dirck Dircx van der Meer was gemaakt. In 1704 zijn inscriptie, wapens en versieringen van deze zerk door een steenhouwer weggekapt en is de steen mogelijk opnieuw, met nieuwe inscriptie, als grafsteen gebruikt. 2. Een andere zoon uit het tweede huwelijk van Dirck was Gregoris van der Meer. Hij was vanaf 1580 achtmaal schepen van de stad, van 1584 tot 1586 kerkmeester van de Sint-Jan en kapitein van de schutterij van de Oude Voetboog. In 1583 was hij als Zwanenbroeder toegetreden tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Hij woonde in het huis ‘De Gulden Schoen’ in de Hinthamerstraat, was eigenaar van een hoeve te Haanwijk en korte tijd ook van een kasteel nabij het huis Ter Aa in Berlicum. Gregoris overleed op 29 april 1613. Hij was tweemaal getrouwd geweest, eerst met Heylwich, dochter van Frans Pelgrom en Margriet Kemp en vervolgens met Elisabeth Stassart. Jenneken, rond 1562 geboren uit het eerste huwelijk, was getrouwd met Godefroy, zoon van Marcelis Pijnappel en Ermgard van Middegael. Godefroy was militair van beroep, hij diende als kapitein de Spaanse koning en later de aartshertogen en was in de jaren 1620 betrokken bij het neerslaan van de Boheemse opstand. Hun zoon Marcelis, genoemd naar zijn grootvader van vaderszijde, overleed op jonge leeftijd in 1611 en werd in het graf van zijn moeders familie begraven. Jenneken volgde kort daarop in 1612. Godefroy hertrouwde in 1617 met Aleyt Henricx van Ravesteyn. Een andere dochter uit het eerste huwelijk van Gregoris van der Meer was Francina. Na een eerste huwelijk met herbergier Arnt Henricx van Werden trouwde zij in 1594 met koopman Lambert Boudewijns Peymans of Paymans. Francina overleed rond 1603, Lambert hertrouwde en werd op 23 september 1637 in de Sint-Jan begraven, onder een zerk die sindsdien uit de kerk is verdwenen (zerk 662). Hun dochter Anna, gedoopt in de Sint-Jan op 5 april 1601, is de volgende die op deze zerk wordt genoemd. Zij trouwde in 1636 met Dirck Jacobs Schenck, op dat moment al tweemaal weduwnaar. Dirck en Anna waren de ouders van Francina, in 1640 geboren, die waarschijnlijk als geestelijke maagd door het leven ging en op 3 augustus 1677 in dit graf werd begraven, waar haar moeder al in 1657 haar laatste rustplaats had gevonden. Haar broer Boudewijn werd elders in de kerk begraven, onder zerk 416. Intussen was ook Helena Paymans, een zus van Anna en waarschijnlijk eveneens geestelijke maagd, in 1669 op 74-jarige leeftijd hier begraven. 3. Voor de erfgenamen van Jacob van Lier ten slotte raadplege men de bijzonderheden bij zerk 286. (Oud 384; Nieuw 95; Martini 178; Smits 192) * In de legger van 1707 wordt het graf samen met twee andere graven (Oud 383 & 385) beschreven als 3 graften van de Schencken. Naast de hier behandelde zerk is er nog een andere bewaard gebleven die op een van deze drie graven lag (zie zerk 416). In 1724 stonden er nog maar twee graven op naam van de familie Schenk, het derde (Oud 385) was toen niet meer in gebruik, zoals later bleek, omdat het vanwege funderingsresten niet meer geschikt was als begraafplaats. De twee overige graven stonden in 1724 op naam van Judokus Schenk, Alagonda Geertruij, en de kinderen Teodorus; Francina, echtgenote van Francoijs van den Bichelaer; en Helena Schenk, echtgenote van Willem van Gemert. In 1752 werden ze overgeboekt op naam van de kinderen en kleinkinderen van Jan Schenk en Gerardina van der Meulen. Het betrof Jacobus Schenk; Gerardus Schenk, echtgenoot van Elisabet Maas en hun kinderen; en ten slotte Beatrix Schenk, haar echtgenoot Jasper du Tromp, en hun kinderen. Verder werden beide graven in 1752 overgeboekt op naam van Beatrix Schenk, dochter van Dirk Schenk en Maria Anna van der Meulen; de drie dochters van Helena Schenk en Willem van Gemert, te weten Sosomia, Petronella en Antonetta; en ten slotte Francis van den Bichelaar, weduwnaar van Francina Schenk, en hun zoon Johannes. Op 23 juni 1779 werden beide graven overgeboekt op naam van Jacoba Petronella du Tromp, echtgenote van Francis Dekkers; Francisca du Tromp, echtgenote van H.J. van Dooren; en Maria Anna du Tromp, echtgenote van C. van Velsen. Zeer waarschijnlijk waren deze drie dochters van Jasper du Tromp en Beatrix Schenk. Tussen 1779 en 1804 kwamen beide graven in het bezit van de kerk. Martini situeerde de hier behandelde zerk in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, ten oosten van het midden van de grens tussen de tweede en derde travee vanaf het transept. Zeker vanaf 1707 had hij hier gelegen. Voor 1912 werd de zerk naar zijn huidige locatie verplaatst. | Bichelaar, Johannes van den | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | · zie ook: 459. Goyaerts Loef van den Sloot, 1604
| | Bichelaer, Francoijs van den | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | · zie ook: 459. Goyaerts Loef van den Sloot, 1604
| | Dekkers, Francis | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Dooren, H. J. van | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Geertruij, Allegonda | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Gemert, Antonetta van | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Gemert, Petronella van | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Gemert, Sosomia van | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Gemert, Willem van | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Kemp, Margriet (x F. Pelgrom) | | Lamberts, Hadewich Arnt | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Lier, Jacob van | | · zie ook: 407. Godefrida van den Ancker, 1687
| | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Maas, Elisabet | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Meer, Dirck Dircx van der | | Meer, Dirck Reyners van der 29-8-1565 | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Meer, Francina van der | | Meer, Geertruyt Laureyns Dircx van der | | · zie ook: 203. Dirck Henricx Pelgrom, 1484
| | Meer, Gregoris van der | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Meer, Jenneken van der | | Meer, Laureyns van der | | Meer, Reyner Dircx van der 1562 | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Meer, Willem van der 1569 | | | | Meulen, Gerardina van der | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Meulen, Maria Anna van der | | · zie ook: 297. Ariken Kievits, 1575
| | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Middegael, Ermgaert van | | · zie ook: 358. Jan Pijnappel, 1570
| | Os, Johanna Gielis van | | Paymans, Anna | | Paymans, Helena | | Paymans, Lambert Boudewijns | | Pelgrom, Elisabeth Laureyns | | Pelgrom, Frans | | Pelgrom, Herman 1623 | | · zie ook: 203. Dirck Henricx Pelgrom, 1484
| | · zie ook: 214. Joost Hermans Pelgrom, 1557
| | Pelgrom, Heylwich | | Pijnappel, Godefroy | | Pijnappel, Marcelis | | Ravesteyn, Aleyt Henricx van | | Schenck, Dirck Jacobs | | Schenck, Francina | | Schenk, Beatrix | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Boudewijn Dircx | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Dirk | | · zie ook: 267. Mechtelt Goessen Aerts van Swol, 1618
| | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Francina | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Gerardus | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Helena | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Jacobus | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Jan | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Judokus | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Schenk, Teodorus | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Stassart, Elisabeth | | Tromp, Francisca du | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Tromp, Jacoba Petronella du | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Tromp, Jasper du | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Tromp, Maria Anna du | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Velsen, C. van | | · zie ook: 416. Reyner Dircx van der Meer, 1562
| | Vladeracken, Aelbertken Jans van | | Werden, Arnt Henricx van | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|