Bron: Foto RCE
|
|
396 Jan Wouters van Achelen, 1617
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, de tweede travee vanaf het transept, de noordelijke van de tweede rij van twee zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 125 x 238 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk is redelijk goed bewaard gebleven. Het middengedeelte is enigszins glad geworden en het linkerondergedeelte van het wapen is nogal afgesleten. De tekstband wordt op de hoeken doorsneden door verdiepte vierkanten, waarin de kwartierwapens zijn weergegeven. Het verdiepte middengedeelte van het middenvak geeft het wapen in verhoogd reliëf. Alliantiewapen ouders (1 schild): Gedeeld; I een omgewende getongde wolf [Van Achelen]; II drie stuiken of heiblokken 1. en een vrijkwartier met een molenijzer. Het schild hangend aan een lint uit de helm komend. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een omgewende antieke vlucht waartussen een uitkomende omgewende getongde wolf. Kwartieren: 1 Een omgewende getongde wolf [Van Achelen]; 2 Drie stuiken of heiblokken; een vrijkwartier met een molenijzer [...]; 3 Drie molenijzers [Vuchts]; 4 Twee dwarsbalken, zoomsgewijs vergezeld van acht merletten, staande drie, twee en drie, met tussen de twee merletten een vierblad [Segers]. Het hoofdwapen betreft het alliantiewapen van de ouders van de drager en niet dat van man en vrouw zoals we veelal zien; mogelijk wijkt de wapenindeling hier af van het gebruikelijke. Hs 1709, 32.2 geeft enkele afwijkende details. De wolf is noch in het hoofdwapen noch in het kwartierswapen omgewend, het is hier een klimmende wolf. Verder is het vrijkwartier erg klein uitgevallen. Wat betreft de kwartierwapens: het eerste heeft een klimmende wolf en het vierde een vijfblad tussen de twee merletten. 2. Jan van Achelen is een zoon uit het eerste huwelijk van Wouter van Achelen met Elisabeth Dircx Aertsen. Zijn vader was tussen 1538 en 1563 zevenmaal schepen van de stad. Zijn moeder was een zuster van Dirck Aertsen, schepen in 1564 en 1578, en als overtuigd calvinist eind jaren 1570 een van de leiders van de Staatse partij in de stad. Jan van Achelen was getrouwd met Hadewich, dochter van Peter Frans Vuchts en Catharina Adriaen Zegers. Dit echtpaar liet tussen 1566 en 1576 een zestal kinderen in de Sint-Jan dopen. Hadewich is reeds vroeg overleden. Haar overlijdensjaar op de zerk is moeilijk leesbaar, er lijkt (15)76 te staan. Dat zou betekenen dat zij twaalf dagen na de doop van haar laatste kind is overleden. Waarschijnlijker is echter dat zij in 1586 is overleden: in dat jaar betaalde haar man haar doodschuld aan de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, waarvan zij gewoon lid was geweest. Voor zover bekend is Jan na Hadewichs dood niet hertrouwd. Jan zelf was in 1573 als gezworen broeder tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap toegetreden. In een brief aan Brussel uit 1583 noemt de Bossche schout Jan als een van de kandidaten voor het schepenambt. Tot deze waardigheid is hij echter nimmer geroepen. Volgens de zerk overleed Jan op 25 juni 1616, maar die datum lijkt niet te kloppen. Zijn medebroeders van de Broederschap hielden immers op 8 juli 1617 een requiemmis voor hem. Jan zal dus op 25 juni 1617 zijn overleden. Van de zes kinderen van Jan en Hadewich zijn Frans en Lysken waarschijnlijk al in hun kinderjaren overleden. Dochter Heylken of Hester huwde met Mathys vanden Ancker, secretaris en griffier van Den Bosch. Zoon Willem was pastoor van Hombeek bij Mechelen en vanaf 1615 tot zijn dood in 1629 kanunnik van de Sint-Jan. De overige twee dochters werden bij hun ouders onder deze zerk begraven. Peterken of Peryntken, overleed in 1599, net geen 26 jaar oud. De oudste dochter Catharina, in 1566 geboren, trad in 1601 in het huwelijk met de Bossche stadssecretaris Dirck Bernarts van Kessel, die eerder getrouwd was geweest met Aleyt Roelofs Loeckemans. Het echtpaar liet in 1602 een dochter Heesken dopen in de Sint-Jan. Catharina overleed in 1623. Dirck van Kessel werd op 2 juni 1637 in de Sint-Jan begraven, waarschijnlijk niet in het graf van zijn tweede vrouw. 3. (Oud 395; Nieuw 105; Martini 189; Smits 196) * Het graf stond in 1707 op naam van Van Aggelen. De legger van 1724 meldt de overboeking op naam van Johannis van Achelen en Evert Ruijs. Laatstgenoemde was de weduwnaar van Hillegonda van Aggelen, de zus van Johannis. Op 1 mei 1752 kwam het graf op naam van Wouterus Ruijs en Johannes van Acchelen, uiterlijk in 1779 werd het bezit van de kerk. In 1821 lag de zerk in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, in de vierde travee vanaf het transept, waar hij in ieder geval al vanaf 1707 had gelegen.Tussen 1821 en 1912 werd hij verplaatst naar de plek waar hij nu nog ligt. | Achelen, Catharina van | | Achelen, Frans van | | Achelen, Heylken (Hester) van | | Achelen, Hillegonda van (x E. Ruijs) | | Achelen, Jan Wouters van 25-6-1616 | | Achelen, Johannes van | | Achelen, Johannis van | | Achelen, Lysken van | | Achelen, Peterken (Peryntken) van | | Achelen, Willem van (pastoor) | | Achelen, Wouter van (x E. D. Aertsen) | | · zie ook: 277. Adriaen Zegers, 1560
| | Aertsen, Dirck | | · zie ook: 177. Gerit Goessens Hack van Alem, 1544
| | Aertsen, Elisabeth Dirck | | · zie ook: 277. Adriaen Zegers, 1560
| | Ancker, Mathys vanden | | · zie ook: 447. Ghysbrecht Janssz. van den Kerckhof, 1570
| | Kessel, Dirck Bernarts van | | Kessel, Heesken van | | Loeckemans, Aleyt Roelofs | | Ruijs, Evert | | Ruijs, Wouterus | | Vuchts, Hadewich | | Vuchts, Peter Frans 1573 | | · zie ook: 160. Frans Vuchts, 1557
| | · zie ook: 486. Frans Henricx Jansz alias Francen van Ghestel, 1593
| | | | Zegers, Catharina Adriaen 1552 | | · zie ook: 160. Frans Vuchts, 1557
| | · zie ook: 486. Frans Henricx Jansz alias Francen van Ghestel, 1593
| | | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|