Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingMiddenonder is een vierkant stukje nieuwe steen ingezet en rechtsonder ontbreekt een schuin stukje van de hoek. Het hele oppervlak is geruwd. Onderaan links en rechts is een wapenschild weggehakt; de moeten ervan zijn nog te zien.
WapensAlliantiewapen echtpaar (2 schilden, vrouw = ruitvormig): 1 Een dwarsbalk beladen met twee omgewende ramskoppen naast elkaar [Tullekens]; 2 Een dwarsbalk met erboven een uitkomende leeuw. De schilden ieder hangend aan een lint met lus uit de helm komend, achter de schilden doorlopend en onder eindigend in twee uiteinden. Aanziende helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een omgewende uitkomende ram. Van het weggehakte wapen linksonder is nog te zien dat het een dwarsbalk vertoonde. BijzonderhedenRutger Tulleken of Tullekens is een telg uit een oud en aanzienlijk Veluws geslacht. Hij was de zoon van Rutger Tulleken, raad en rekenmeester van Gelderland, en diens eerste vrouw Willemken van Sinderen. Rutger junior trouwde in 1624 in Zaltbommel met Francina, dochter van Franciscus de Leeuw (1580-1607), predikant te Zwijndrecht. Nauwelijks een week nadat de stad zich had overgegeven benoemden de Staten Generaal Rutger Tulleken tot servysmeester binnen der stadt Hertogenbosch, in welke functie hij verantwoordelijk was voor de inkwartiering van het garnizoen. Enkele dagen later werd hij bovendien tot raad van de stad benoemd. De familie vestigde zich weldra in Den Bosch en nog voor het einde van het jaar werden Rutger en Francina lidmaten van de nieuwe Nederduits-gereformeerde gemeente. In 1635 werd hij benoemd tot schepen, een functie die hij met regelmatige tussenpozen tot aan zijn dood vijfmaal zou vervullen. Toen in 1642 de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap werd gereorganiseerd, waardoor voortaan ook protestantse notabelen lid konden worden, trad ook Rutger toe. In 1637 had hij een complex van panden gekocht op de hoek van de huidige Parade en de Peperstraat. In een daarvan, ‘Het Groot Huis’ genaamd, vestigde hij zich met zijn gezin. Door latere aankopen van hem en zijn weduwe zou dit bezit nog worden uitgebreid, enerzijds met een naastgelegen huis aan de Parade, anderzijds ook met de huidige panden Peperstraat 4 en 6. Rutger overleed in 1646, toen hij de functie van president-schepen bekleedde. Hij had op dat moment een stevige basis gelegd voor een nieuwe bestuurlijke dynastie: enkelen van zijn zonen (Rutger en Assuerus) en kleinzonen (Rutger en Evert, beiden zonen van Assuerus) maakten net als hij deel uit van het Bossche stadsbestuur. Ook enkele dochters trouwden met bestuurders: Geertruid - na een eerder huwelijk met de militair Willem Keerweer (zie zerk 462) - met schepen Hendrik Hamel; Helena met schepen Jacob Focanus; Aletta of Alida met stadssecretaris Hendrik Ruysch (zie zerk 470). Rutgers vrouw overleefde hem meer dan veertig jaar en werd ten slotte op 20 juni 1687 begraven in het graf van haar man int L. Vrouw Choor in de Sint-Jan. Ook een aantal van hun kinderen en kleinkinderen werd in de Sint-Jan begraven. Zij zullen – hoewel dat niet met zoveel woorden op de zerk wordt vermeld - ongetwijfeld in dit familiegraf zijn bijgezet. 1. Geschiedenis(Oud 490; Nieuw 25) * Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |