Bron: Foto RCE

 

400 Aert Goyarts Monick, 1544


DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|STAMBOOM|REAGEER


huidige plaats    

in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, de derde travee vanaf het transept, tussen de vierde koor- en middenpijler, de noordelijke van drie zerken

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 146 x 230 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

Het middengedeelte van de zerk is nogal afgesleten. Vooral het rechterondergedeelte van de engel en het wapen onderaan zijn nog slechts in vage contouren herkenbaar. Ook de vierpassen op de hoeken zijn afgesleten. Verder is de tekst onder de engel aangebracht nadat het ondergedeelte van de engel was weggekapt. Hetzelfde geldt, lijkt het, voor de tekst aan de binnenkant van de tekstband, die waarschijnlijk zuilen of pilasters en een basis vervangen. Ook het wapen onderaan lijkt later te zijn aangebracht.
De weergegeven engel staat voor een schelpnis met dolfijn-voluten daarboven. Hij draagt een bovengewaad met ceintuur om het middel en met korte mouwen. In de rechterhand houdt hij twee linten vast waaraan vroeger twee, nu weggekapte, schilden moeten hebben gehangen. Achter zijn schouders zien we gevederde vleugels. Midden onder een later aangebrachte inscriptie is een cirkel te zien met daarin een nieuw wapen. De inscriptie aan de buitenzijde van de tekstband is bovenaan en links geheel verdwenen en van de rest is slechts een enkele letter te ontcijferen. Deze tekst is niet opgenomen in Smits.

Wapens

Drie palen van vair; een schildhoofd met een vogel [Van Asperen]. Het schild hangend aan een lint uit de helm komend. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een vlucht waartussen de vogel uit het schildhoofd.
De lijntjes in zowel het schildhoofd als het helmteken duiden erop dat de vogel wel poten heeft, evenals een bek. Het betreft dan ook geen merlet. Ook in Hs 1709, 79.1 vertoont het wapen, met als bijschrift ‘Van Asperen’, een vogeltje en geen merlet. De wapens Monick-Van Wamel zullen hebben gestaan op de wapenschilden die samen met het ondergedeelte van de engel zijn weggekapt.

Bijzonderheden

Hs 1709, 79.1 geeft de volgende tekst: hier leet begraven Aert Gojaert Monick / lakenkooper sterft 1544 den 4 dagh April en / Aleijt sijn huijsvrouw sterft 1544 den 24 / dagh november / ende Gojaert Monick Gojaertz die sterft 1568 / den 5 Julij en / Elisabeth sijn huijsvrouw sterft 1602 den / 29 meij en / Jan Monick haar lieder bijde soon sterft / 1622 den 24 October / hier leet begraven Aert van Asperen sterft / den 5 october 1654 en / Anna Rombouts sijn huijsvrou sterft den / - - - / hier leet begraven Rombout van Asperen / sterft den 8 September 1660.
Aert is rond 1465 geboren als zoon van snijder Goyart Jans Monick of Monix en Catharina van Zeeland. Net als zijn vader was hij gewandsnijder en lakenkoper van beroep. Hij woonde in de Torenstraat en behoort in de belastinglijsten van het begin van de zestiende eeuw gemiddeld tot de 9% hoogst aangeslagenen. In 1500 was Aert deken van het snijdersambacht van ’s-Hertogenbosch en in 1527 was hij één termijn schepen van zijn geboortestad. Aert was getrouwd met Aleyt Peters van Wamel alias Hameker. Aert en Aleyt overleden beiden in 1544 en werden in de Sint-Jan begraven. Hun zoon Willem werd eveneens in die kerk begraven, onder een andere, inmiddels verdwenen zerk, die begin achttiende eeuw nog aanwezig was (zerk 678). Een andere zoon van het echtpaar, Goyaert, was al in 1531/2 overleden. Bij zijn vrouw Catharina Jans van Uden had hij verschillende kinderen, onder wie een zoon Goyaert, geboren rond 1528. Deze Goyaert was in de bestuursjaren 1556/7 en 1557/8 rentmeester van de stad. In de jaren 1560 pachtte hij verschillende stedelijke accijnzen. In de belastinglijsten van het midden van de zestiende eeuw behoort hij tot de 5% hoogst aangeslagenen. Hij was getrouwd met Elisabeth Jan Joost Zegers. Goyaert stierf in 1568 en werd bij zijn grootouders begraven. Zijn weduwe werd daar meer dan dertig jaar later, in 1602, met hem herenigd. Ook hun zoon Jan of Hans vond hier in 1622 zijn laatste rustplaats. Johanna Monicx, een dochter van Goyaert en Elisabeth, trouwde met Herman Michiels Rombouts, uit welk huwelijk een dochter Anna stamt. Anna trad in 1605 in het huwelijk met Arnt, zoon van Peter Arnts van Asperen en Elisabeth Gerits Vogels. Deze Arnt had achtereenvolgens in Leuven en Leiden rechten gestudeerd en was procureur en advocaat in Den Bosch. Tussen 1606 en 1625 liet dit echtpaar een zevental kinderen dopen in de Sint-Jan. Het echtpaar had in 1618 het huis ‘Het Wit Lam’ in de Kerkstraat via vernadering verworven van de hiervoor genoemde Jan Goyaerts Monicx. In augustus 1654 maakten Anna en Arnt een testament waarin ze onder andere vastlegden dat ze begraven wilden worden in de Sint-Jan ‘ter zyden van het hooch choor derselver kercke noortwarts inden eersten ganck, waeronder haer testatrice ouders ende haer testatrice moeders voorsaeten met haer testateuren kynder begraven syn boven den sarck vande Deventers.’ Nadat Arnt in oktober van dat jaar was overleden zullen zijn naam en sterfdatum en de naam van zijn vrouw op de zerk zijn toegevoegd. Anna is op 18 juni 1656 in de Sint-Jan begraven, ongetwijfeld onder deze zerk, hoewel haar sterfdatum er niet op wordt vermeld. Hun zoon Rombout (1617-1660), klerk van de stedelijke griffie, was in 1648 getrouwd met Paulina (1621-1666), dochter van Jacob Vercuylen (zie zerk 450). Hij woonde in het ouderlijk huis, ‘Het Wit Lam’ in de Kerkstraat. Rombout is de laatste die op deze steen staat vermeld. 1.

Geschiedenis

(Oud 393; Nieuw 103; Martini 187; Smits 202) *
Het graf stond in 1707 te boek als t’ graft van van Asperen. Op 13 maart 1726 kwam het graf van Maria en J. van Asperen door verkoop in het bezit van de kerk. Aan het eind van 1727 kocht Gelijn Roels het graf en de zerk ten behoeve van zijn moeder, Adriana Roels, geboren Van Schaak. Toen Adriana enkele decennia later overleed, bleek dat het graf in 1727 abusievelijk op naam was gesteld van haar zoon. In 1753 werd dit misverstand door rentmeester Mobachius Quaat rechtgezet en werd het graf op naam gesteld van alle kinderen van Adriana van Schaak. Voor 1779 kwam het graf wederom in het bezit van de kerk.
Op de plattegrond van Martini is te zien dat de zerk in 1821 in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor lag, midden op de grens van de derde en vierde travee vanaf het transept, waar het zich blijkens het testament van Arnt van Asperen en Anna Rombouts in 1654 al bevond. Inderdaad lag de zerk van de familie Van Deventer (zerk 390) toen ten westen van het graf van Arnt en Anna. Voor 1912 werd de zerk verplaatst naar de huidige locatie.

Personen

Asperen, Arnt van
 Asperen, J. van
 Asperen, Maria van
 Asperen, Peter Arnts van
Asperen, Rombout van
Monick jr., Goyaert † 1568
 Monick sr., Goyaert † 1531
Monick, Aert Goyarts † 4-4-1544
 Monick, Goyart Jans
Monick, Jan
 Monick, Johanna
 Monick, Willem
 Quaat, Mobachius
 Roels, Gelijn
Rombouts, Anna
 Rombouts, Herman Michiels
 Schaak, Adriana van
 Uden, Catharina Jans van
 Vercuylen, Jacob
· zie ook: 450. Jacop Vercuylen, 1633
 Vercuylen, Paulina
 Vogels, Elisabeth Gerits
Wamel alias Hameker, Aleyt Peters van
 Zeeland, Catharina van
Zegers, Elisabeth Jan Joost

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.

Stamboom


klik op de afbeelding om deze te vergroten.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie