Bron: Foto RCE

 

450 Jacop Vercuylen, 1633


DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in de zuidelijke kooromgang, de travee tegenover de derde straalkapel vanaf het transept, de middelste van een rij van drie zerken vlak voor de straalkapel

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 111 x 197 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De linkerbenedenhoek en een klein stukje van de de rechterbovenhoek zijn verdwenen. Verder loopt er een breuk boven de linkerbenedenhoek. In een iets verdiepte cirkel zonder rand middenboven is in laag reliëf het wapen weergegeven.

Wapens

Alliantiewapen echtpaar (2 schilden, vrouwswapen = ruitvormig): 1 Vijf koeken beladen met zespuntige sterren [Vercuylen]; 2 Een klimmende hond of vos, houdende in de voorpoten een bundel messen (?) [Buys].
De schilden hangend aan een lint uit de helm komend, welk lint opzij vanuit de wapens komt, daar weer achter verdwijnt om in het midden verstrengeld te raken en eindigend in kwasten. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een zespuntige ster.
Hoeben interpreteert de koeken als ringen. Koeken kunnen ook als penningen worden gezien. De messen ziet hij als drie speren. Dat zijn het zeker niet. 1.
In Hs 1709, 38.1 lijkt het dier in het vrouwswapen drie korenaren te dragen.

Bijzonderheden

Meester Jacob Vercuylen is een zoon van Jan Adriaens Vercuylen uit Heeswijk. Jacobs broer Jan (1568-1621) trad in bij de norbertijnen en was vanaf 1608 tot aan zijn dood abt van Berne. Jacob ging rechten studeren in Leuven en promoveerde in 1597. Hij heeft zijn leven lang een nauwe band gehad met Berne. Zo was hij lange tijd, zowel tijdens het bewind van zijn broer als onder diens opvolger Jan Moors, rentmeester van de abdij. Ook maakte hij als zaakgelastigde vele reizen naar Den Haag en andere plaatsen in het noorden om de belangen van de abdij te behartigen. Daarnaast pachtte hij lange tijd de abdijgoederen te Berne. Het beheer van die – niet meer door de norbertijnen bewoonde – goederen was na Jacobs dood inzet van een geschil tussen zijn weduwe en abt Jan Moors: door wanbeheer zouden de talrijke bomen rondom de abdij blijvend bedorven zijn.
In 1610 was Jacob in het huwelijk getreden met Johanna Nicolaes Willems Buys. Zij was niet afkomstig uit Den Bosch, waarschijnlijk kwam ze uit Alphen bij Breda, in elk geval bezat haar familie daar een huis. Jacob en Johanna kregen minstens acht kinderen, van wie de eerste vier in de Sint-Jan werden gedoopt en de overige in de Sint-Cathrien, omdat de familie intussen verhuisd was naar het huis ‘De Engelenborch’ in de Vughterstraat. Hoewel niet uit die stad afkomstig wist Jacob in ’s-Hertogenbosch, waarschijnlijk met de steun van zijn broer, een vooraanstaande positie te verwerven. In 1611/2 werd hij gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1613 werd hij voor het eerst schepen, een waardigheid die hij daarna nog vijfmaal zou vervullen. Uit hoofde van zijn schepenambt was hij ook enkele jaren bestuurder van het weeshuis. In juni 1629 werd hij ten slotte kerkmeester van de Sint-Jan, een positie die hij slechts enkele maanden vervulde, aangezien het ambt in november van dat jaar in protestante handen overging. Jacob overleed op 31 maart 1633 en werd in de Sint-Jan begraven. Zijn vrouw stierf op 27 november 1654 en werd drie dagen nadien met haar man herenigd. 2.
Hun dochter Nicolaa was in 1631 getrouwd met Henrick de Bye. Deze Henrick, een zoon van apotheker Lambert Henricx de Bye en Henricxken Jaspers van Balen, was in 1618 in Leuven gaan studeren en schreef zich in 1623 in aan de universiteit van Padua, alwaar hij in 1625 promoveerde tot doctor in de medicijnen. Dit echtpaar liet tussen 1631 en 1642 een zestal kinderen dopen in de katholieke parochie van Sint-Cathrien. Meester Henrick overleed reeds in 1647, zijn vrouw in 1674. Beiden werden in het graf van haar ouders in de Sint-Jan begraven. Nog voor Nicolaa was daar al haar zoon Lambert bijgezet. Geboren in 1631 was hij in 1649 in Leuven gaan studeren. In 1650 behaalde hij daar de graad van licentiaat in de artes. Blijkbaar studeerde hij door en werd hij net als zijn vader doctor in de medicijnen, zo wordt hij althans op de grafsteen aangeduid. Lang heeft hij die titel niet gedragen, hij overleed reeds op 6 december 1655. Vier dagen later werd hij in de Sint-Jan begraven. 3.

Geschiedenis

(Oud 198; Nieuw 177; Martini 225; Smits 239) *
Het graf stond in 1707 te boek als t’ graft van vercuijlen. Ook de legger van 1724 vermeldt deze naam. Op 15 april 1753 werd het overgeboekt op naam van Mariana de Bie, echtgenote van Pieter Sebens.
De plattegrond van Martini toont de zerk in de zuidelijke kooromgang, op het midden van de grens tussen de tweede straalkapel vanaf het westen en de tegenover liggende travee, waar hij zeker al sinds 1707 had gelegen. Op de plattegrond van 1912 wordt hij aangegeven op de huidige plek. 4.

Personen

 Balen, Henricxken Jaspers van
 Bie, Mariana de
Buys, Johanna Nicolaes Willems
Bye, Henrick de † 1647
Bye, Lambert de
 Bye, Lambert Henricx de
 Moors, Jan
 Sebens, Pieter
Vercuylen, Jacob † 31-3-1633
· zie ook: 400. Aert Goyarts Monick, 1544
 Vercuylen, Jan
 Vercuylen, Jan Adriaens
Vercuylen, Nicolaa

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie