huidige plaats | | in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, de eerste travee vanaf het transept, de meest zuidelijke van de eerste rij van drie zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) |
maten | | 114 x 235 cm |
steensoort | | maaskalksteen |
inscripties | |
klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk is redelijk gaaf bewaard gebleven; slechts het oppervlak is wat glad geworden. Er loopt een scheur van rechtsboven naar linksonder en van het midden hiervan naar rechtsonder.
In een verdiepte rechthoek aan de bovenzijde zien we in tamelijk hoog reliëf het wapen, dat opvalt door zijn on-Nederlands karakter. Dit geldt vooral voor de gedrapeerde doek in plaats van de gebruikelijke dekkleden en de weergegeven prinsenkroon. Ook de liggende S-vorm en het gegraveerde streepje tussen de derde en vierde regel zijn in Nederland niet gebruikelijk.
Ovaal wapenschild: een schuinbalk, links vergezeld van een tegen die balk oplopende [gekroonde?] leeuw. Het schild gehouden door een engel en een adelaar en geplaatst op een mantel, opgebonden met koorden eindigende in kwasten en dragende een – in de Zuidelijke Nederlanden gebruikelijke – prinsenkroon.
Het wapen is mogelijk te vergelijken met het wapen op de naamloze zerk 423.
Het gaat hier om de zerk van de kort na zijn geboorte overleden eerste zoon van markies Gérard-Arnould-Frédéric-Gabriel du Chasteler. De markies was in 1770 in Amsterdam geboren uit het tweede huwelijk van François-Gabriel-Joseph markies du Chasteler (1744-1789) uit de Oostenrijkse Nederlanden, vooral bekend gebleven als oudheidkundige, en Catharina Isabella Hasselaer (1738-1792), dochter van een Amsterdamse burgemeester. Dit huwelijk liep uit op een mislukking, al snel leefde het paar gescheiden van elkaar. De opvoeding van Gérard kwam in handen van voogden. Hij koos een militaire loopbaan en werd op jonge leeftijd volontair in het 2de regiment Oranje-Nassau. Gelegerd in Maastricht leerde hij Maria Josephina Ubaghs (1761-1802) kennen. Het paar is pas in 1795 in Seligenstadt in het huwelijk getreden, maar woonde waarschijnlijk al jaren samen. Vanaf 1792 was het regiment van markies Gérard – inmiddels vaandrig – in Den Bosch gelegerd. Het jaar daarop raakte Maria Josephina zwanger en in januari 1794 werd hun eerste kind geboren. Dit stierf echter vrijwel direct na de geboorte, ongedoopt. Op 19 januari 1794 kocht markies du Chasteler een kistje voor zijn zoon, twee dagen later werd het kindje in de Sint-Jan begraven.
De moeder van de markies, in 1792 overleden, had onder andere het landgoed Wasserlos bij Altenau in Duitsland aan haar zoon nagelaten. Kort na de dood van zijn zoontje vertrok Gérard naar Duitsland om zijn zaken aldaar te regelen. Hij zal ontslag hebben genomen uit het Staatse leger, waarna hij zich enige tijd later met zijn vrouw definitief op dit Duitse landgoed heeft gevestigd. In april 1795 werd daar eveneens een zoontje geboren, dat opnieuw, nu na een nooddoop, vrijwel direct stierf en werd begraven in de slotkapel aldaar. In juni 1795 vond het huwelijk tussen Gérard en Maria Josephina plaats. Zij kregen nog drie kinderen, van wie er twee na enkele maanden stierven, alleen dochter Ida (1797-1872) bereikte de volwassen leeftijd. Maria Josephina stierf in 1802. Gérard verkocht later Wasserlos en schijnt te zijn hertrouwd. Waar hij ten slotte zijn laatste adem heeft uitgeblazen is onbekend. 1.
(Oud 294; Nieuw 66; Martini 176; Smits 185) *
Vanaf 1707 tot ten minste 1724 stond het graf op naam van Anthonij Hardevelt. Voor 1752 kwam het in bezit van de kerk. Op 4 april 1794 werd het gekocht door JKr: Marquis G:G: du Chatteler ten behoeve van zijn overleden zoontje, wiens naam op de hier behandelde, nieuwe zerk werd gezet. De oorspronkelijke zerk van het graf, met daarop de naam van Anthonij Hardevelt (zie Hs 1709, 122.4; Hs Van der Lely, 47r), bleef eigendom van de kerk, maar is uiteindelijk toch niet bewaard gebleven.
De plattegrond van Martini toont de zerk in de noordelijke buitenzijbeuk van het koor, in de tweede travee vanaf het transept, even ten noordoosten van de derde middenpijler. Het graf bevond zich in 1707 al op deze plek. Dit geldt uiteraard niet voor de zerk, die zoals gezegd pas in 1794 hier kwam te liggen. Tussen 1821 en 1912 werd deze verplaatst naar de huidige plek.
| Chasteler, Franciscus Gabrielus du 1794 |
| Chasteler, Francois-Gabriel-Joseph du |
| Chasteler, Gérard-Arnould-Frédéric-Gabriel du |
| Chasteler, Ida du |
| Hardevelt, Anthonij |
| |
| Hasselaer, Catharina Isabella |
| Ubaghs, Maria Josephina |
Legenda: begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.