Bron: Foto RCE
|
|
392 Rogier van Broeckhoven, 1656
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|STAMBOOM|REAGEER
huidige plaats | | in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, de eerste travee vanaf het transept, de middelste van de tweede rij van drie zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 139 x 286 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De tekstband is aangegeven door verhoogde randen, waarbij de hoekvierpassen kwartierwapens bevatten. De letters van de inscripties zijn eerder te omschrijven als uitgebeiteld dan gegraveerd; het gaat om diepe en brede verdiepingen. In het middenveld zien we onderaan een staande rechthoek, waarvan de randen voorzien zijn van ogen en omgeven door bandwerk. Hierboven is in tamelijk diep reliëf het wapen weergegeven. Drie molenijzers. Het schild hangend aan een lint uit de helm. Dekkleden. Helmkroon: een kroon van vijf bladeren. Helmteken: een vlucht waartussen drie toernooilansen met naar links wapperende vanen en naar rechts wapperende kwasten. Kwartieren: 1 (linksboven) Drie molenijzers [Van Broeckhoven]; 2 (linksonder) Een beurtelings gekanteelde dwarsbalk [Van Doorne]; 3 (rechtsboven) Drie palen van vair; een schildhoofd met drie schelpen [Van Weerdt genaamd Van der Stegen]; 4 (rechtsonder) Drie palen van vair; een schildhoofd met een uitkomende leeuw [Van Oever]. Het Hs 1709, 18.1 geeft als namen bij de wapens: 1 Broeckhoven; 2 Van Delft; 3 Van Weert; 4 Cock. De vrouw van Rogier van Broeckhoven, Johanna van Hoorenbeeck, komt in de kwartieren niet voor, reden waarom we hier te doen moeten hebben met alleen zijn kwartieren. Rogier van Broeckhoven werd op 15 maart 1577 geboren en twee dagen later in de Sint-Cathrien gedoopt. Zijn vader was mr. Henrick van Broeckhoven (1544–604), zoon van Peter Gielis van Broeckhoven (c.1515-1570) en Judith Rutgers van Doerne († 1593). Zijn moeder was Johanna (circa 1550-1605), dochter van Corstiaen van Weert alias van der Stegen en Sophia Peters van den Oever. Zijn vader was schepen, rentmeester en pensionaris van de stad geweest en rentmeester van de Staten van Brabant in het kwartier van ’s-Hertogenbosch. Vanwege Henricks verdiensten werden zijn kinderen, dus ook Rogier, in 1607 door keizer Rudolf II in de adelstand verheven. Vader Henrick kocht in 1600 in de minderbroederskerk voor hemzelf en zijn familie een graf met zerk voor een door hem en zijn vrouw gefundeerd altaar, met het recht om een epitaaf of memorieschildering op te hangen en om een zitbank te laten maken. Na hun dood werden Henrick en Johanna hier dan ook begraven onder een zerk met de volgende inscriptie: BEGRAEFENIS JOR HANRICKS VAN BROECHOVEN RAEDT DES STADT¸N RENTÄR GNA¸L DER STAETEN VAN BRABT IN DIT QUARTIER STERFT 19 JULII 1604 ¸N JOUFF. JOANNA VAN WEERT ÃLS VANÅ STEGE SYNE HUYSVR. STERFT DEN 10 OCTB. 1605. Toen de minderbroederskerk in 1642 werd ontmanteld werden de stoffelijke resten van Henrick en Johanna overgebracht naar de grafkelder van de familie in Rumst, tussen Mechelen en Antwerpen, de grafzerk werd opgeslagen in of bij het huis van zoon Rogier in Den Bosch. Het altaarstuk op hun altaar verdween eveneens na 1642. In 1659 bleek het in het klooster der Annuntiaten te Tienen te hangen. Hun zoon Rogier trouwde in 1597 met Johanna van Horenbeeck, die in 1572 in de Sint-Jan was gedoopt. Haar ouders, Arnt van Horenbeeck († 1603) en diens tweede vrouw Aelken de Wolff († 1609), liggen elders in de Sint-Jan begraven onder zerk 516. Eveneens in 1597 trad Rogier als gezworen broeder toe tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Hij heeft geen bestuurlijke functies in zijn geboortestad vervuld, maar voor het overige is hij in de voetsporen van zijn vader getreden. In 1601 wordt hij genoemd als facteur en agent van zijn vader in diens functie van rentmeester van de Staten van Brabant. Van 1608/9 tot 1617 was hij namens de Prins van Oranje admodiateur van de goederen en domeinen van het land van Cranendonck. Zeker vanaf 1628 was hij drossaard van Rumst. Hoewel Rogier ook na 1629 in ’s-Hertogenbosch bleef wonen, ging zijn sympathie niet uit naar de Staatse zaak. Cornelis Prouninck van Deventer, Staats schout van Peelland, kenschetste hem als een ‘gespangualiseert papist’. Veel van zijn kinderen zochten hun heil buiten de grenzen van de Republiek: zoon Christiaen (1598-1663) was schepen en pensionaris van Antwerpen, zoon Peter (1600-na 1667) werd kanunnik te Xanten, dochter Henrica trouwde met Adriaan Dircx, kapitein van een ruitercompagnie ten dienste van Spanje. Rogier zelf bleef daarentegen in ’s-Hertogenbosch wonen en was in 1642 een van de gezworen broeders die het nieuwe reglement van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap ondertekenden, waardoor de broederschap voortaan half katholiek, half protestant werd. Johanna en Rogier werden respectievelijk op 30 augustus 1652 en op 27 februari 1656 in de Sint-Jan begraven. Na de dood van Rogier is de grafsteen van zijn ouders, die sinds 1642 bij hem thuis lag, gedeeltelijk herkapt: de oorspronkelijke inscriptie is vervangen door de huidige, de ornamenten en wapens bleven onaangetast. Deze zerk werd vervolgens op de grafkelder van Rogier en Johanna in de Sint-Jan geplaatst. Ten tijde van Rogiers overlijden waren nog zes van zijn kinderen in leven: Christiaen, Peter, Isabella, Henrica, Johanna en Allegundis. Zoon Peter moest in mei 1657 toestemming vragen aan de Raad van State om drie maanden naar ’s-Hertogenbosch te komen in verband met de liquidatie van zijn vaders sterfhuis. In 1660 stemden de kinderen na een lange rechtsstrijd en arbitrage door een drietal rechtsgeleerden in met de erfdeling. 1. De grafkelder waar deze zerk op lag en waarvan ook de sluitsteen bewaard is gebleven (zerk 418) werd in 1720 omschreven als: ‘seekeren serk ofte begraafplaatse met den kelder daer onder wesende […] gelegen in St. Jan Evangeliste Kerk binnen deese stad, agter het groote Choor sijnde onderscheijden met de respective wapens van de Familie van Broekhooven behelsende drie goude meulenijsers op een blaauw velde’. In dat jaar kocht Nicolaas de Gijselaar (zie over hem de bijzonderheden bij zerk 418) deze kelder voor 70 van jonker Gasper de Voogd en diens broer en zusters. De verkopers waren kinderen van Gaspar de Voogt, afstammelingen van een oom van Rogier Henricx van Broeckhoven, met de naam Rogier Peters van Broeckhoven (c. 1548-1624). Rogier Peters was koopman in lijnwaad en andere zaken, vanaf 1595 vijfmaal schepen van ’s-Hertogenbosch, in 1615-1617 kerkmeester van de Sint-Jan, kapitein van de schutterij van de handboog en vanaf 1602 Zwanenbroeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Hij was tweemaal getrouwd, eerst met Elisabeth Frans Jan Henricx, daarna met Elisabeth Aert Anthonis van Jabeeck. Hij werd in de Sint-Jan begraven bij het altaar van Sint-Sebastiaan (plattegrond altaren nr. 28). 2. Begin achttiende eeuw was deze zerk nog aanwezig. 3. Op een niet nader te bepalen tijdstip kregen de erfgenamen van Rogier Peters van Broeckhoven naast het graf van hun voorvader ook de kelder van Rogier Henricx van Broeckhoven in bezit. De afstamming loopt van Rogier Peters naar diens zoon Arnt, naar diens zoon Rogier, naar diens dochter Maria Isabella Clara, die getrouwd was met Gaspar de Voogt en moeder van de verkopers uit 1720. (Oud 413; Nieuw 142; Martini 206; Smits 189) * De zerk dekte in 1707 een kelder af die geregistreerd stond op naam van Brouckhoven. Na tussendoor op naam te hebben gestaan van jonker Aernoud de Voogt, kwamen de kelder en de zerk in 1720 via verkoop in het bezit van Nicolaas de Gijselaar, op dat moment schepen van de stad IV. Kooromgang 53 ’s-Hertogenbosch. Op 6 juni 1752 – De Gijselaar was inmiddels overleden – werd de kelder overgeboekt op naam van zijn weduwe Agatha de Gijselaar, gebooren van Schagen, en hun kinderen Agatha Geertruij, echtgenote van oud-schepen Pieter Franken; Nicolaas, Vroetschap en Pentionaris der Stad Gorinchem; Anna Maria, getrouwd met Pentionaris Antonij van Heurn; en Jacob de Gijselaar; alsmede hun kinderen en verdere nazaten. In de legger van 1779 stond hij nog steeds op hun naam. Ten laatste in 1804 kwam hij in bezit van de kinderen van Willem Cornelis Ackersdijck en Anna Franken. Martini situeerde de zerk met bijbehorende ingangssteen (deze bleef eveneens bewaard; zie zerk 418) in de noordelijke kooromgang, in de travee tegenover de derde straalkapel vanaf het transept, ten noordoosten van de achtste koorpijler. Hij lag hier zeker al sinds het begin van de achttiende eeuw, maar vermoedelijk ook al tijdens de eerste begrafenis in 1652. Tussen 1821 en 1912 werd hij verplaatst naar de huidige plek. | Ackersdijck, Willem Cornelis (x A. Franken) | | Broeckhoven, Allegundis van | | Broeckhoven, Christiaen van | | Broeckhoven, Henrica van | | Broeckhoven, Henrick Peters van | | Broeckhoven, Isabella van | | Broeckhoven, Johanna van | | Broeckhoven, Peter van | | Broeckhoven, Rogier Henricx van 16-2-1656 | | · zie ook: 516. Aert Cornelissen van Horenbeeck, 1603
| | Deventer, Cornelis Prouninck van | | Dircx, Adriaan | | Franken, Anna | | Franken, Pieter | | Gyselaar jr., Nicolaas de 1780 | | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Gyselaar sr., Nicolaas de 1728 | | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Gyselaar, Agatha Geertruij de | | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Gyselaar, Anna Maria de | | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Gyselaar, Jacob de | | · zie ook: 356. Jacob van Brandwijk, 1784
| | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Heurn, Antonij van | | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Horenbeeck, Aert Cornelissen van | | · zie ook: 169. Jan Dircx Scoercop, 1541
| | · zie ook: 516. Aert Cornelissen van Horenbeeck, 1603
| | Horenbeeck, Johanna van | | · zie ook: 516. Aert Cornelissen van Horenbeeck, 1603
| | Rudolf II | | Schagen, Agatha van | | · zie ook: 418. Nicolaas de Gyselaar, 1728
| | Voogt, Aernoud de | | Weert alias van der Stegen, Johanna van | | Wolf, Aelken de | | · zie ook: 516. Aert Cornelissen van Horenbeeck, 1603
| Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. klik op de afbeelding om deze te vergroten.
|