Bron: Foto RCE
|
|
390 Henrick van Deventer Gheraetsz., 1556
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, de eerste travee vanaf het transept, de meest noordelijke van de tweede rij van drie zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 160 x 290 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De evenwichtig vormgegeven zerk vertoont randen die zijn aangegeven door verhoogde lijnen. De hoeken zijn vergrote vierkanten, waarbinnen de kwartierwapens zijn aangebracht. Verder is de zerk in twee gedeelten verdeeld door een band met verhoogde lijnen, waartussen een golvende versiering is te zien. In het bovengedeelte is het wapen aangebracht, waarbij opvalt dat de dekkleden de vrijblijvende ruimte praktisch opvullen. In het ondergedeelte bevindt zich een cartouche voor de extra tekst met de spreuk. De cartouche vertoont aan elke zijde úitstekend bandwerk, onderaan in de vorm van een voetstuk met omgekeerde boog en bovenaan op een rondboogje van de bovenrand, met onder dat boogje een doodshoofd met een doodsbeen. Onder en boven de cartouche zijn gedrapeerde doeken te zien, die in de buitenhoeken aan ringen hangen. Het geheel is in halfreliëf weergegeven; ook de letters van de inscripties zijn in reliëf aangebracht. Alliantiewapen (2 schilden): 1 Een dwarsbalk beladen met drie vijfbladige rozen, boven vergezeld van een uitkomende omgewende leeuw. Het schild hangend aan een lint uit de helm komend. Dekkleden. Helmteken: een tromp waartussen de uitkomende omgewende leeuw uit het wapen [Van Deventer]. 2 Een beurtelings gekanteelde dwarsbalk, vergezeld van drie bijen, boven twee en beneden een. Het schild hangend aan een lint uit de helm komend. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een antieke vlucht waartussen een bijenkorf [Van den Kerckhoefs]. Gezien zijn schepenzegel is zowel het mannelijk wapen als het helmteken uit courtoisie omgedraaid. Kwartieren: 1 Een dwarsbalk beladen met drie rozen, boven vergezeld van een uitkomende omgewende leeuw [Van Deventer]; 2 Een adelaar [Ketelers]; 3 Een beurtelings gekanteelde dwarsbalk, vergezeld van drie bijen, boven twee en beneden een [Van den Kerckhoff]; 4 Een aan beide zijden gekanteeld schuinkruis [Bolcx]. De kwartieren zijn toegeschreven conform de genealogische informatie, ondanks het feit dat men in Hs 1709, 20.2 bij de vrouwelijke kwartieren voor 1 Kerckhoff en voor 2 Staken vindt, welk laatste wapen daar bovendien afwijkt: een beurtelings gekanteeld schuinkruis met in de schildvoet een bergje. Bij de mannelijke kwartieren worden in het handschrift geen namen genoemd en het mannelijk hoofdwapen noch het kwartierwapen als hoofdwapen is er omgewend. Henrick (Proeninck/Proening) van Deventer is in 1487 of 1488 geboren uit het huwelijk van Gerit Hermans van Deventer met Elisabeth Aelberts Ketelaer. Zijn vader was een welgestelde koopman met handelsbetrekkingen in onder meer Antwerpen, Munster, Keulen, Bergen op Zoom en Londen. Gerit zou in 1517 door Karel V in de adelstand zijn verheven. Hij overleed in 1531 of 1532 in Antwerpen, waar hij het laatste deel van zijn leven had gewoond. Zoon Henrick bleef woonachtig in ’s-Hertogenbosch en werd in 1521 schepen van die stad, een functie die hij daarna tot 1542 nog viermaal zou vervullen. Ook in 1548 was hij weer tot schepen verkozen. Op dat moment had hij echter stadsaccijnzen in pacht, hetgeen niet samenging met het schepenambt. In zijn plaats werd toen zijn broer Herman (zie zerk 414) tot schepen benoemd. Als pachter van de bieraccijns raakte Henrick eind jaren 1540 verwikkeld in een slepend conflict met de stadsregering. In 1564, toen zijn weduwe overleed, liep er voor de Raad van Brabant nog een proces van (het derde lid van) de stadsregering tegen haar. In 1528 was Henrick rentmeester van de beden in het kwartier van ’s-Hertogenbosch. Samen met zijn broer Aelbert (1485/6-1552/3) bezat hij het kasteeltje Nieuw-Herlaer. In 1527 was hij als Zwanenbroeder toegetreden tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap en zowel in 1527/8 als in 1538/9 en 1552/3 was hij in zijn prachtige woning aan de Keizerstraat gastheer van een broederschapsmaaltijd. Dit stadspaleis werd later ‘Het Keizershof’ genoemd, omdat keizer Karel V er tweemaal had gelogeerd (1540 en 1545), evenals landvoogdes Maria van Hongarije (1539) en Karels zoon, Filips II (1549). Henrick was een van de rijkste Bosschenaren: in de belastinglijsten van het midden van de zestiende eeuw behoort hij tot de 1% hoogst aangeslagenen. Zijn huwelijk met Catharina, dochter van Lambert vanden Kerckhoff en Johanna Bolcx, bleef kinderloos. Wel had hij een natuurlijke zoon Anthonis. Henrick stierf op 22 augustus 1556; zeven dagen na zijn dood hielden zijn medebroeders voor hem een requiemdienst in de Broederschapskapel in de Sint-Jan. 1. (Oud 389B; Nieuw 98; Martini 183; Smits 190) * In 1707 stond het graf samen met een ander graf (Oud 389A; zie zerk 414) te boek als 2 graften van de deventers. Beide kwamen voor 1724 in het bezit van jonker Jakob Proening van Deventer. Op 3 juli 1752 werden ze overgeboekt op naam van zes kinderen van Isaak Valkenaer, in leven Lector en Rector der Latijnse Schoolen in s’ Gravenhaage, en kleinzoon van de predikant Isaacq Valkenaer en Maria Proening van Deventer. Het betreft hier Jacob; Doctor Abraham; Isaak Stephanus; Emilia; Jacoba; en Anna Hillegonda Valkenaer. In de legger van 1779 stonden beide graven nog steeds op naam van deze personen. Ten laatste in 1804 kwamen ze in bezit van Lodewijk Casper Valkenaar. De plattegrond van Martini toont de zerk in 1821 in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, in het midden van de derde travee vanaf het transept, naast de andere zerk van de familie Van Deventer, later Valkenaer. Hij lag hier zeker al vanaf 1707. Tussen 1821 en 1912 werd hij verplaatst naar zijn huidige locatie. | Bolcx, Johanna | | Deventer Gheraetsz., Henrick van 22-8-1556 | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Deventer, Albert van | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Deventer, Anthonis van | | Deventer, Gerit Hermans van | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Deventer, Herman van | | · zie ook: 394. Jan Jans Keymp, 1493
| | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Deventer, Jacob Proening van | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Deventer, Maria Proening van | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Fillips II | | Hongarije, Maria van | | Karel V | | | | Kerckhoff, Catharina vanden | | Kerckhoff, Lambert vanden | | Ketelaer, Elisabeth Aelberts | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaar, Lodewijk Casper | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Abraham | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Anna Hillegonda | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Emilia | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Isaacq | | Valkenaer, Isaak | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Isaak Stephanus | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Jacob | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| | Valkenaer, Jacoba | | · zie ook: 414. Herman van Deventer, 1550
| Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|