Bron: Foto RCE

 

360 Hendrick van Haaff, 1703


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in het zuidtransept, de zuidelijke travee, de tweede rij van vier zerken vanaf het zuiden, de westelijke zerk

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 125 x 194 cm
steensoort maaskalksteen met witte aders
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

Aan de bovenzijde van de zerk bevindt zich de achtregelige, gedeeltelijk vervaagde inscriptie. De rest van de zerk is leeg gebleven.

Bijzonderheden

Cunera van Driel was een dochter van de chrirurg Jan van Driel en zijn vrouw Elisabeth Everarts (zie zerk 168). Zij was in eerste echt gehuwd met Gijsbertus van ’s Gravenweert, wijnhandelaar in ‘s-Hertogenbosch. Met hem kreeg zij vier kinderen, van wie vermoedelijk alleen een dochter Catharina Sibilla in leven bleef. Nadat haar man was overleden, hertrouwde Cunera met Dirk of Diederik Pas. Deze was goud- en zilversmid in Den Bosch en tevens korporaal van een rot schutters van de Jonge Voetboog. Als zilversmid was hij vanaf 1652 in de leer geweest bij David Pipardus. Tien jaar later had hij zich gevestigd als zelfstandig meester. Enig zilverwerk van hem is bewaard gebleven, waaronder een fraaie, 47 cm hoge bokaal die hij in 1663/4 vervaardigde voor het Bossche kramersgilde en die thans deel uitmaakt van de collectie van het Noordbrabants Museum. Ten tijde van zijn huwelijk met Cunera van Driel was hij weduwnaar van Sara van Kapelle en eerder weduwnaar van Geertruid Rabou. Naar het schijnt had hij bij hen beiden geen kinderen, want in een testament uit 1689, kennelijk nog voor zijn derde huwelijk met Cunera van Driel, liet hij zijn bezittingen na aan zijn zuster Catharina, met legaten voor zijn broers Gerard en Jochem. Met Cunera kreeg hij twee kinderen, namelijk een zoon Anthony (1691) en een dochter Elisabeth (1692), van wie slechts één in leven bleef. Kort nadien overleed hij zelf. Cunera bleef achter met twee van haar zes kinderen: een uit ieder van haar huwelijken. In 1695 sloot ze een derde huwelijk, wederom met een zilversmid, namelijk de op de zerk genoemde Hendrik van Haeff, die juist dat jaar poorter van Den Bosch was geworden en als meester zilversmid tot het gilde was toegelaten. Ook van hem bleef zilverwerk bewaard, onder meer een avondmaalsschotel met beker, vervaardigd voor de hervormde gemeente van Asten en een achttal fraaie tafelkandelaars, gemaakt in opdracht van het bestuur van de Bossche godshuizen. Ten behoeve van de huwelijkse voorwaarden van Henrick en Cunera werd een inventaris van haar bezittingen opgemaakt, die blijk geeft van grote welstand. De winkelinventaris van de zilversmederij werd getaxeerd op ruim 6.600 gulden. Daarnaast bezat zij bijna 10.000 gulden aan effecten. Tot haar bezittingen behoorden ook kostbare sieraden, waaronder een borstjuweel en een halssieraad met respectievelijk vijfentwintig en eenentwintig diamanten. Voorts bezat zij een welvoorziene inboedel met ledikanten, tafels, stoelen en kasten, onder meer gemaakt van het kostbare ebben- en notenhout, maar ook het voor die tijd opmerkelijke aantal van zeven spiegels en maar liefst honderdtwintig schilderijen. Uit het huwelijk van Hendrik van Haaff en Cunera van Driel werd in 1698 een zoon Gerlach geboren. Hij was zes jaar toen zijn vader overleed. Zodoende zou Cunera uiteindelijk ook haar derde echtenoot overleven en wel met nog bijna veertien jaar. 1.

Geschiedenis

(Oud 21; Nieuw 332; Martini 272; Smits 128) *
In 1707 stond het graf op naam van de weduwe Pas, de genoemde Cunera van Driel, die zoals gezegd achtereenvolgens getrouwd was met Gijsbertus van ’s Gravenweert, Dirk Pas en Hendrik van Haaff. De legger van 1724 vermeldt de overboeking op naam van haar kinderen Catharina Sibilla ‘s Gravenweert, echtgenote van Johan Prinsen, en Gerlach van Haaft. Deze overboeking werd op 26 mei 1752 herhaald.
Uiterlijk in 1779 kwam het graf in het bezit van de kerk en werd er in begraven tot het, ten laatste in 1804, vol was.
Op de plattegrond van Martini uit 1821 is de zerk terug te vinden in uiterste zuidoosthoek van de zuidelijke travee van het zuidtransept, waar hij zeker sinds 1707 had gelegen. Ten laatste in 1912 werd hij naar de huidige locatie verplaatst.

Personen

Driel, Cunera van
· zie ook: 168. Johan van Driel, 1693
 Driel, Johan van
· zie ook: 168. Johan van Driel, 1693
 Everarts, Elisabeth
· zie ook: 168. Johan van Driel, 1693
 Haaff, Gerlach van
Haaff, Hendrick van † 22-3-1703
· zie ook: 168. Johan van Driel, 1693
 Kapelle, Sara van
 Pas, Anthony
 Pas, Catharina
 Pas, Dirk
 Pas, Elisabeth
 Pas, Gerard
 Pas, Jochem
 Pipardus, David
 Prinsen, Johan
 Rabou, Geertruid
 s Gravenweert, Catharina Sibilla van
 s Gravenweert, Gijsbertus van

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie