Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingIn de bovenhelft bevindt zich een rechthoekig verdiept veld met daarin in reliëf het alliantiewapen. De benedenhelft van de zerk heeft geen rand. Hier is slechts de twaalfregelige inscriptie aangebracht met gegraveerde letters. WapensAlliantiewapen echtpaar (2 schilden, vrouwswapen in ovaalvorm): 1 drie juinen [Juyn]; 2 een driekantige eg, vergezeld van drie liggende molenijzers, boven twee en beneden een [Molengraef]. Beide schilden hangend aan een lint uit de helm komend. Helm. Dekkleden. Er is geen wrong, kroon of helmteken. Het zegel van zijn zoon Christoffel Molengraaf Juijn [doorsneden; I goud-gearceerd waarop drie juinen, de middelste iets lager; II drie molenijzers waartussen een eg] kent als helmteken een uitkomende griffioen. 1. BijzonderhedenOtto Juijn is geboren in Hedel. In februari 1730 werd hij poorter van ’s-Hertogenbosch. Hij was slechts eenmaal schepen, in 1736. Wel vervulde hij diverse andere openbare functies. Zo was Otto Juijn rentmeester van het Groot Gasthuis in de jaren 1741 tot 1746. Vanaf 1740 was hij ook tien jaar lang rentmeester van het Jenneke Hamers Gasthuis. Eerder was hij drossaard van de heerlijkheid Loon op Zand. In de jaren veertig en vijftig trad hij op als stadhouder van de hoog- en laagschout in stad en meierij. In die functie speelde hij een belangrijke rol bij de klopjachten op al dan niet misdadige landlopers en vagebonden die toentertijd in Staats-Brabant werden gehouden. Daarbij onderscheidde Juijn zich, zoals ook eerder in zijn functie van drossaard in Loon op Zand het geval was geweest, door de felheid en hardvochtigheid waarmee hij verdachten opspoorde, verhoorde en ter dood liet brengen. Uit zijn huwelijk met Catharina Molengraef werd als enig kind de op de zerk vermelde Christoffel geboren, die aan de naam van zijn vader die van zijn moeder toevoegde. Christoffel Molegraef Juyn studeerde vanaf 1735 aan de universiteit van Leiden. Toen hij drie jaar later promoveerde tot doctor in de beide rechten werd hij aangeduid als Spranga-Batavus et civis Silveducensis, wat wil zeggen dat hij behalve als Bosschenaar ook als inwoner van Sprang, dus als Hollander, te boek wilde staan. In december 1738 werd hij toegelaten als advocaat bij het Hof van Holland in Den Haag. Hij nam tweemaal, in 1672 en 1675, zitting in de Bossche schepenbank. Christoffel was gehuwd met Anna Maria Fetmenger, een zus van Johanna Margaretha Fetmenger (zie zerk 314). Uit dit huwelijk werd een zoon Otto geboren, die op 30 april 1766 werd gedoopt in de Grote Kerk van ’s-Hertogenbosch. 2. Geschiedenis(Oud 362/?; Nieuw 279; Martini 133; Smits 170) * Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |