Bron: Foto RCE
|
|
314 Pieter Storm van ’s Gravesande, 1761
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in het transept, in het noorden van de viering, de zuidelijke van twee zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 112 x 230 cm | steensoort | | maaskalksteen met witte aders | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De wapens zijn praktisch volledig afgesleten. Het bovengedeelte van de zerk wordt ingenomen door het alliantiewapen met aan de beide zijkanten nog tweemaal twee wapenschilden aan linten. Het benedengedeelte van de zerk, ongeveer tweederde van het geheel beslaand, heeft een verhoogde rand die de inscriptieplaat aangeeft. Hierop zien we aan de bovenzijde de zevenregelige inscriptie, terwijl de rest van de zerk leeg blijft. De zerk memoreerde oorspronkelijk personen uit het derde kwart van de zeventiende eeuw, zie hieronder. Voor het aanbrengen van de nu aanwezige inscriptie moet de oude inscriptie op een zeer zorgvuldige manier zijn weggekapt. De zes wapenschilden zijn blijkens de tekening uit circa 1900 en Hs Martini, nr. 23 al geruime tijd geleden helemaal afgesleten. Uit hetgeen hieronder volgt, valt op te maken dat de zerk oorspronkelijk diende ter memorie van Johan van den Berghe, † 1680, met als wapens: Alliantiewapen (2 schilden, vrouwswapen is ruitvormig): 1 drie beslagen horens (Van den Berge); 2 16 schuinkruisjes, geplaatst 4, 4 en 4 (Bernage). Als kwartierwapens: 1 drie beslagen horens (Van den Berge); 2 drie molenijzers; 3 gedwarsbalkt van zes stukken, de eerste, derde en vijfde dwarsbalk beladen met vier schuinkruisjes (Bernage); 4 een gekruiste en omgorde wereldbol of rijksappel. Bij beide onderste schilden staat geen naam. Hs 1709 laat geen helmteken zien, maar op de zerk zelf, de tekening uit circa 1900 en ook in het handschrift Martini worden als helmteken twee drievingerige handschoenen gegeven. Dit helmteken past bij het wapen van de familie Van den Berghe als leen- of dienstman van de heren van Cranendonck, die eveneens drie beslagen horens in het wapen en twee drievingerige handschoenen als helmteken voerden. 1. Hs 1709, 32.1 geeft de oorspronkelijke inscriptie van deze zerk als volgt weer: begraeffenisse van Johan / van den Berghe in sijn Leven / outsten raat deser stadt sterft den 25 October 1680 / en Juffer Judith van Bernagie sijn Huijsvrouw / sterft 1 Januarij 1680 en / Johan vanden Berghe sijn soon in sijn Leven Schepen / en Rentmeester vant Groote Gasthuijs deser stadt / sterft den 29 november 1682. In mei 1636 trouwde Johan van den Berch, koopman te Eindhoven, met Judith van Bernagie uit ’s-Hertogenbosch. Hij vestigde zich daar metterwoon en reeds het volgende jaar werd hij tot schepen gekozen, een waardigheid die hij tot 1654 nog viermaal zou bekleden. Hij was bovendien tussen 1648 en 1673 vele malen rentmeester van de stad. Het echtpaar hield in 1637 een zoon Johan ten doop in de Grote Kerk. In 1663 huwde deze met Maria Alida Kuysten († 1712), bij wie hij tussen 1664 en 1673 zeven kinderen had. Johan junior was vanaf 1671 eveneens schepen, in totaal viermaal. Ook was hij rentmeester van het Groot Gasthuis. Op 29 november 1682 was een ongeluk hem fataal: om elf uur ’s avonds viel hij van de watertrap bij zijn huis in de Gasthuisstraat in de Dieze en verdronk. Zijn vader was twee jaar eerder overleden, zijn moeder op 1 januari 1680 of 1682. Jan werd bij zijn ouders in de Sint-Jan begraven. Toen na zijn dood de boeken van het Groot Gasthuis werden gecontroleerd, werd een tekort van meer dan 12.000 gulden geconstateerd. Dit was aanleiding tot een langslepende kwestie tussen het Groot Gasthuis en Johans zwager Gerard Kuysten, die zich bij aanvang van Johans rentmeesterschap borg voor hem had gesteld. 1. Pieter Storm van ’s Gravesande werd geboren op 12 februari 1697 in Zegwaart bij Zoetermeer, in de veenen, zoals in het Bossche Poorterboek werd opgemerkt. Hij was een zoon van de uit Leiden afkomstige Johan Storm van ’s Gravesande en van Johanna van Rien. Zijn grootvader, eveneens Johan Storm van ’s Gravesande geheten, was advocaat aan het Hof van Holland en schout van Zoetermeer. Pieter Storm van ’s Gravesande legde op 11 februari 1716 de eed af als nieuwe poorter van ’s-Hertogenbosch. Enkele maanden nadien werd hij lidmaat van de hervormde kerk. Hij woonde toen op het Sint-Jacobskerkhof. Zes jaar later, op 5 mei 1722, trad hij in het huwelijk met de 23-jarige Johanna Margaretha Fetmenger, dochter van Abraham Fetmenger, kapitein-luitenant en ondermajoor te ’s-Hertogenbosch, en Maria Anna Hubert. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, achtereenvolgens Abraham in 1725, Johanna in 1728 en Maria Anna in 1730. Zij waren nog jong toen hun moeder in 1732 overleed. Pieter Storm van ’s Gravesande werd in 1737 tot schepen benoemd. Ook in 1741, 1745, 1746 en 1749 nam hij in de schepenbank plaats. Hij was diaken van de hervormde kerk en tussen 1739 en 1741 tevens secretaris van huwelijkse zaken. 3. (Oud 425; Nieuw 303; Martini 23; Smits 164) * De oudste legger spreekt van de kelder van de heer Van den Bergh. In de legger van 1724 staat hij op naam van de kinderen van Johan van der Bergh, in leven Raedt Deser Stadt. Op 24 januari 1747 werd de kelder verkocht aan Pieter Storm van ’s Gravesande, op dat moment regerend schepen en raad. Daarop werden de oorspronkelijke namen en wapens van de zerk verwijderd, de contouren van de wapens bleven echter zichtbaar. Omstreeks de dood van Pieter in 1761 kwam de kelder op naam van zijn dochters Johanna en Maria Anna. In de legger van 1804-1805 wordt enkel nog de naam van Johanna genoemd. Pieter Storm van ’s Gravesande werd in de viering van de kerk begraven. De plattegrond van Martini toont de exacte locatie, namelijk midden voor het oxaal. Aangezien de zerk in 1707 hier al lag, werden de leden van de familie Van den Bergh, oorspronkelijk op de zerk genoemd, eveneens op deze plek begraven. Waarschijnlijk werd de zerk in 1893 verlegd naar een plek ten zuidwesten van de noordoostelijke vieringpijler. Bij de aanleg van het nieuwe liturgisch centrum in 1983 werd hij opnieuw verplaatst, en wel enkele meters in westelijke richting. | Bergh, Johan van den 1680 | | Bernagie, Judith van | | Fetmenger, Abraham | | · zie ook: 131. Johannes Amelii, 1556
| | Fetmenger, Johanna Margaretha | | · zie ook: 304. Otto Juyn, 1759
| | Hubert, Maria Anna | | · zie ook: 131. Johannes Amelii, 1556
| | Kuysten, Gerard | | Kuysten, Maria Alida | | Rien, Johanna van | | Storm van 's Gravesande jr., Johan | | Storm van 's Gravesande sr., Johan | | Storm van 's Gravesande, Abraham | | Storm van 's Gravesande, Johanna | | Storm van 's Gravesande, Maria Anna | | Storm van 's Gravesande, Pieter 29-11-1761 | | · zie ook: 94. Nicolaes Blom, 1680
| | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|