huidige plaats | | in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, de tweede travee vanaf het transept, ten zuidoosten van de derde arcadepijler locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) |
maten | | 127 x 253 cm |
steensoort | | maaskalksteen met witte aders |
inscripties | |
klik op de afbeelding om deze te vergroten.Heel vaag kan men nog de schaduw zien van een priesterfiguur in een kazuifel. Van de dan te verwachten hoekvierpassen is niets meer te ontwaren De overgebleven letters van de inscriptie bevinden zich aan de noord- en oostkant van de zerk, dus aan de rechter- en onderkant van de oorspronkelijke voorstelling van de zerk.
Hs 1709, 56.3 vermeldt over deze zerk: ‘op desen sarck staat geen wapen / ende Maria Heijmans huijsvrouwe van Mr. Nicolaes van Thulden sterft / den 15 maart 1609.’
Nicolaes van Tulden werd rond 1556 geboren als zoon uit het derde huwelijk van Dirck Henrick Jans van Tulden (zie zerk 318), met Catharina Willems van Cuyck. Hij studeerde rechten te Leuven en behaalde de titel van licentiaat in de beide rechten. In augustus 1583 werd hij gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Enkele maanden later, in oktober 1583, werd hij voor de eerste maal schepen van zijn geboortestad, een functie die hij tot en met 1610 zestien maal zou vervullen. In 1577 was Nicolaes in het huwelijk getreden met Maria, de dochter van Jan Robert Ghysberts Heymans en Weyndelmoet Joost Jans van Ouwen. Hun zoon Dirck (1594-1645) studeerde rechten in Leuven, alwaar hij hoogleraar werd. Kort voor zijn dood werd hij benoemd tot lid van de Grote Raad van Mechelen. Zoon Jan († 1666) was evenals zijn vader schepen en bovendien van 1614 tot 1627 pensionaris van ’s-Hertogenbosch. In 1627 verhuisde hij naar Brussel, waar hij raadsheer in de Raad van Brabant werd. Nicolaes en Maria maakten op 14 april 1609 hun testament. In een akte van 6 april 1610 wordt Nicolaes als weduwnaar aangeduid. De inscriptie op de zerk is dermate afgesleten dat van Maria’s sterfdatum alleen dag en maand, 15 maart, nog leesbaar zijn. Uit genoemde bronnen blijkt dat het sterfjaar 1610 moet zijn. Volgens Hs 1709 gaf de zerk het jaar 1609. Dit moet een – zeer late – datering in paasstijl zijn. Nicolaas overleed op 11 september 1625. Of hij bij zijn vrouw werd begraven en of hij oorspronkelijk ook op deze zerk werd vermeld is niet meer vast te stellen. 1.
(Oud 123; Nieuw 493; Martini 298) *
Het graf stond in 1707 te boek als t’ graft van van Asten. In de legger van 1724 wordt de overboeking genoemd op naam van Teodorus van Asten. Op 19 februari 1770 werd het graf verkocht aan Willem Eelsinck, Ontvanger der verponding des quartiers van Kempenland. Zeker tot 1779 stond het op zijn naam. In de legger van 1804-1805 ontbreken echter de gegevens over het bezit van het graf.
Martini situeerde de zerk in 1821 in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, op de grens tussen de tweede en derde travee vanaf het transept. Uit de locatieaanduidingen in de leggers blijkt dat het graf zich in ieder geval in 1707 hier al bevond. Op de plattegronden uit 1912, 1947 en 1978 wordt de zerk niet aangegeven. Pas op de plattegrond van 1991 is hij weer terug te vinden, en wel op de huidige plek.
| Asten, Theodoor van |
| · zie ook: 398. Thomas Masius, 1625
|
| Cuyck, Catharina Willems van |
| · zie ook: 318. Dirick Henricx van Tulden, 1558
|
| Eelsinck, Willem |
| Heymans, Jan Robert Ghysberts |
| Heymans, Maria 15-3-1610 |
| Ouwen, Weyndelmoet Joost Jans van |
| Tulden, Dirck van 1645 |
| Tulden, Dirick Henricx van |
| · zie ook: 318. Dirick Henricx van Tulden, 1558
|
| Tulden, Jan van |
| Tulden, Nicolaes van |
| · zie ook: 318. Dirick Henricx van Tulden, 1558
|
Legenda: begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.