Bron: Foto RCE
|
|
179 David Everswijn, 1610
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, de tweede travee vanaf het transept, tussen de tweede en derde pijler van de zuidelijke schiparcade locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 129 x 237 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk is in het bovengedeelte behoorlijk afgesleten. Toch is nog duidelijk te onderscheiden dat de architectonische bovenbouw bestaat uit maniëristisch bandwerk dat enige overkomsten vertoont met de gedeeltelijk bewaarde zerk van Anthonis Pijnappel uit 1629 (zie zerk 212). Het bandwerk vertoont twee zuiltjes aan de zijkanten en middenboven een soort architraaf met aan de zijkanten twee voluten. Zij omsluiten een groot ovaal waarin het wapen is aangebracht. De rechthoekige cartouche onderaan heeft het meer gebruikelijke bandwerk, evenals de twee verbindingsstukjes links en rechts tussen het boven- en ondergedeelte. Hier bevinden zich verder twee gekruiste beenderen. De kop van een everzwijn en drie gesteelde klaverblaadjes (2,1), boven elkaar. Het schild hangend aan een lint uit de helm komend. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: de kop van een everzwijn. De familie Everswijn was afkomstig uit Kranenburg in het land van Kleef. In 1501 was de zadelmaker Gerit Ever(s)wijn poorter van ’s-Hertogenbosch geworden. Zijn zoon Reynier, geboren in 1517, werd na een studie in Leuven jurist. Deze Reynier is in de Bossche geschiedenis vooral bekend als een fel voorvechter van de reformatie. De Raad van Beroerten verbande hem dan ook in 1568, maar in de jaren 1570 keerde hij weer terug in de stad en werd in 1578 tot schepen benoemd. Hij was toen al ziek en overleed op 28 juni 1579. Reynier Everswijn was getrouwd met Maria, een dochter van schepen Raas Raassen en weduwe van hertogelijk rentmeester Simon Bax. Uit dit huwelijk stammen voor zover bekend drie kinderen, van wie Maria, in 1583 als onmondig vermeld, waarschijnlijk jong is gestorven. Zijn zoon David is in 1559 geboren. Hij wordt in de bronnen meestal als meester aangeduid, maar op zijn grafsteen wordt deze titel niet vermeld. In tegenstelling tot zijn vader was David katholiek. Hij was kapitein van de schutterij van de Jonge Voetboog en was tussen 1597 en 1609 zevenmaal schepen, in 1605, 1606 en 1609 zelfs president-schepen. Met Jacob van Balen en Bartholomeus Loef schreef hij in 1608 in opdracht van het stadsbestuur een stadsgeschiedenis van ’s-Hertogenbosch. David Everswijn overleed tijdens zijn laatste schepenambt. Voor zover bekend was hij ongehuwd en liet hij geen kinderen na. Zijn zuster Sophia, gehuwd met Jacob van Dongelberge, wordt als zijn enige erfgenaam vermeld. 1. (Martini 51; Smits 13) * Op de zerk is geen registratienummer terug te vinden. Ook de namen in de leggers bieden geen uitkomst. De plattegrond van Martini uit 1821 toont de zerk van David Everswijn in het middenschip van de kerk, in de derde travee vanaf het westen. Tussen 1821 en 1912, waarschijnlijk ten tijde van de zerkverplaatsingen van 1893, werd hij één travee westelijker gelegd. In 1981, tijdens de restauratie van het interieur, werd de zerk verplaatst naar zijn huidige plek. | Balen, Jacob van 1622 | | · zie ook: 159. Jan Willems van Balen, 1525
| | · zie ook: 238. Jacob van Balen, 1622
| | · zie ook: 329. Jacob van Balen, 1622
| | Bax, Simon (x M. Raassen) | | Dongelberge, Jacob van | | Everswijn, David 12-4-1610 | | · zie ook: 329. Jacob van Balen, 1622
| | Everswijn, Gerit | | · zie ook: 382. Joest Roeversz., 16de eeuw
| | Everswijn, Maria | | Everswijn, Reynier | | · zie ook: 382. Joest Roeversz., 16de eeuw
| | Everswijn, Sophia | | Loef, Bartholomeus | | · zie ook: 329. Jacob van Balen, 1622
| | Raassen, Maria | | Raassen, Raas | | · zie ook: 177. Gerit Goessens Hack van Alem, 1544
| Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|