Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|STAMBOOM|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingDe zerk is nogal afgesleten en van de gegraveerde inscripties zijn grote delen onleesbaar geworden. De tekstband langs de randen wordt op de hoeken onderbroken door vierpassen met daarin de evangelistensymbolen. In het midden zijn nog de contouren te onderscheiden van een kelk in reliëf. BijzonderhedenDe priester Andreas de Lapide, die als eerste op deze zerk staat vermeld, werd geboren als Andries, zoon van Joris Henricx van den Steen en diens tweede vrouw Mechtelt Jan Rutgers. Zijn vader zegde in 1514 zijn lidmaatschap van het drapeniersambacht op. In 1515 wordt deze Joris vermeld als blokmeester van de Weverplaats. In de belastinglijsten van het begin van de zestiende eeuw behoort hij tot de hoogste 66% aangeslagenen, hij behoorde zeker niet tot de meest welgestelden in de stad. Zijn zoon Andries ging in 1514 in Leuven studeren en behaalde de graad van magister. Hij werd priester en verwierf een beneficie in de Sint-Jan. Hij vertegenwoordigde de beneficianten van die kerk bij diverse transacties en ook trad hij in 1530 op als executeur van het testament van heer Staes van Aerschot. Zijn sterfdatum is niet meer leesbaar op de zerk, maar uit het handschrift 1709 weten we dat heer Andries het tijdelijke voor het eeuwige verruilde op 12 september 1551. Joris van den Steen had uit zijn eerste huwelijk, met Luytgart Jans Moll, een zoon Jan en uit zijn tweede huwelijk nog een zoon Jan. Een van die twee is de vader van Anna van den Steen. Zij was getrouwd met Jan Jacob Mathys, die naar zijn huis ‘In den (Gulden) Ryder’ meestal Jan in den Ryder werd genoemd. In 1564 was Jan blokmeester van het blok van de Markt. Eind jaren 1570, begin jaren 1580 was hij een van de policiemeesters van de stad. Jan was lakenkoper van beroep, in 1575 zegde hij zijn lidmaatschap van het kleermakersambacht op. In de belastinglijsten van het midden van de zestiende eeuw behoort hij tot de 18% hoogst aangeslagenen. Zijn drie zonen streden op 1 juli 1579 aan katholieke zijde mee in het Schermersoproer. Alle drie waren actief in de lakenhandel, Cornelis was bovendien in 1618 rentmeester van het Jacob Uijtter Oisterwijk-Gasthuis, Jacob was in de periode 1604-1616 rentmeester van de stad en Jan was van 1612 tot 1614 kerkmeester van de Sint-Jan. Anna van den Steen overleed op 1 februari 1596, en werd onder de zerk van haar oom Andries begraven. Jan in de Ryder stierf op 10 december 1607 en werd bij zijn vrouw begraven. 1. Geschiedenis(Oud 195/?; Nieuw 454; Martini 75) * Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |