Bron: Foto RCE
|
|
72 Everart van de Water, 1503
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|STAMBOOM|REAGEER
huidige plaats | | in de noordelijke binnenzijbeuk van het schip, de derde travee vanaf het westen, de middelste van de oostelijke rij van drie zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 149 x 272 cm | steensoort | | maaskalksteen met witte aders | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk is erg glad geworden en van de tweede inscriptie op het middenveld zijn nog maar enkele separate letters te ontcijferen. Aan de linkeronderzijde zijn grove beschadigingen te zien. De vormgeving van de zerk is evenwichtig met een brede tekstband met daarin de inscriptie in mooie grote gotische letters en op de hoeken vierpassen met de gebruikelijke evangelistensymbolen. Op het middenveld zien we een fraaie cirkel aangegeven door een rand met daarin het wapenschild, dat met een dichtgegespte riem is opgehangen aan de cirkel. De tweede inscriptie is van anderhalve eeuw later, maar wel van dezelfde familie (zie hieronder). Alliantiewapen ouders (1 schild): Gedeeld; I drie driekantige eggen [Van de Water]; II twee afgewende klimmende wolven [Witmeri]. 1. Everart van de Water is een zoon van de Bossche schepen Everart van de Water en Rijka of Ricarda, dochter van Peter Witmeri of Witmers en zuster van de Bossche schepen Jan Witmeri. Everart was priester en volgde in 1463 zijn oom Ludolf van de Water, die toen afstand deed, op als kanunnik van de Sint-Jan. Hij was bovendien opvolger van zijn oom als bedienaar van het H. Kruisaltaar en het Sint-Jorisaltaar in het Bossche clarissenklooster. In 1466/7 werd hij gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Hij werd begraven bij het benedenaltaar van Sint-Maarten (zie plattegrond altaren nr. 45). Everarts broer Peter had een zoon Everart († 1558), die elders in de Sint-Jan is begraven (zie zerk 128). Laatstgenoemde Everart had op zijn beurt een zoon Everart, die uit zijn eerste huwelijk met Josina van der Cammen († 1569, elders in Sint-Jan begraven, zie zerk 74), vader was van Isabella van de Water. Isabella was de eerste vrouw van Simon († 31-5-1637), zoon van Jan Ghysberts van Bethmer of Bethmeer en diens eerste vrouw Elisabeth Dircx van Herssel alias van Oerle. Uit dit huwelijk stamt Elisabeth van Bethmeer, gehuwd met Everart van Wee, die na haar overlijden in 1663 onder deze zerk is begraven. 2. (Oud 316; Nieuw 449; Martini 76; Smits 39) * In 1707 was het graf eigendom van Van de Water. De legger van 1724 vermeldt de overboeking op naam van Johan Massin en de nakomelingen van Antonij van Kessel. In de legger van 1752-1755 staat het graf op naam van de drie kinderen van Jacobus Frenken en Maria van Kessel, de dochter van Antonij van Kessel. Het betreft de kinderen Anna Maria Frenken, echtgenote van Godefridus van de Ven, François en Maria Angelina Frenken. Verder staat het graf op naam van Adriana van Kessel, dochter van Antonij van Kessel en weduwe van Augustinus van Rijkevorssel, en haar twee kinderen Catharina van Rijkevorssel en Jan van Rijkevorssel, echtgenoot van Jacoba Ermers. In de legger van 1779 staat het graf op naam van François en Maria Angelina Frenken en van Leonardus van de Ven, allen kleinkinderen van Antonij van Kessel. Verdere rechthebbenden zijn Johan van Rijkevorsel en zijn twee zonen Augustinus en Thomas van Rijkevorsel, achterkleinkinderen van Antonij van Kessel. Ten slotte worden in de legger van 1804-1805 de kinderen van Leonardus van de Ven genoemd als eigenaren van het graf. Uit de plattegrond van Martini blijkt dat de zerk in 1821 in de noordelijke binnenzijbeuk van het middenschip lag, in de tweede travee vanaf het westen. Dat is bij de plek van het vroegere benedenaltaar van Sint-Maarten, in de buurt waarvan Everart van de Water in 1503 werd begraven. Bijgevolg is de zerk in de daaropvolgende drie eeuwen niet verplaatst. Tussen 1821 en 1912 kwam hij op zijn huidige plek te liggen. | Bethmer, Elisabeth van | | Bethmer, Jan Ghysberts van | | Bethmer, Simon van | | Cammen, Josina van der | | · zie ook: 74. Frans van der Cammen, 1565
| | Ermers, Jacoba | | · zie ook: 407. Godefrida van den Ancker, 1687
| | Frenken, Anna Maria | | Frenken, Francois | | Frenken, Jacobus | | Frenken, Maria Angelina | | Herssel, Elisabeth Dirck van | | Kessel, Adriana van | | Kessel, Antonij van | | Kessel, Maria van | | Massin, Johan | | Rijkevorsel, Augustinus van | | · zie ook: 407. Godefrida van den Ancker, 1687
| | Rijkevorsel, Johan van | | Rijkevorsel, Thomas van | | · zie ook: 407. Godefrida van den Ancker, 1687
| | Rijkevorssel, Augustinus van | | Rijkevorssel, Catharina van | | Rijkevorssel, Jan van | | Ven, Godefridus van de | | Ven, Leonardus van de | | · zie ook: 171. Ghiliam van Campen, 1687
| | Water, Everart van de 19-12-1503 (x R. Witmeri) | | · zie ook: 74. Frans van der Cammen, 1565
| | · zie ook: 128. Everart van de Water, 1558
| | · zie ook: 377. Petrus de Aqua, 1597
| | Water, Isabella van de | | Water, Ludolf van de | | Water, Peter van de | | · zie ook: 65. Jan Hels, 1600
| | · zie ook: 128. Everart van de Water, 1558
| | · zie ook: 377. Petrus de Aqua, 1597
| | Wee, Everart van | | Witmeri, Jan | | Witmeri, Peter | | Witmeri, Ricarda | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. klik op de afbeelding om deze te vergroten.
|