Beschrijving

In het midden van de linkerrand is een stukje verdwenen. Het wapen is niet meer te lezen en de evangelistensymbolen zijn nogal glad geworden.
De zerk heeft een tekstrand met hoekvierpassen met daarin de evangelistensymbolen. Op het middenveld zien we een verdiepte cirkel met rand en daarin een kelk met hostie. Hieronder bevindt zich het wapenschild, dat met een lint aan de cirkelrand is opgehangen. Het schild, het lint en het wapen zelf waren gegraveerd.

Wapens

Drie spiegels. De spiegels zou men ook kunnen interpreteren als ringen, elk voorzien van een edelsteen, maar een vergelijking met zerk 403 geeft duidelijk aan dat van ringen geen sprake kan zijn.

Bijzonderheden

Een aantal telgen uit de Oisterwijkse familie Van Berck was in de vijftiende eeuw schepen van ’s-Hertogenbosch. Gerit van Berck vervulde die functie in 1413, 1428 en 1432, en is wellicht te identificeren met de gezworen broeder Gerit van Berck, die in 1467/8 door de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap ten grave werd gedragen. Deze laatste had met Sophia Jans Dicbier († 1451/52) onder anderen een dochter Sophia. Sophia van Berck was eerst gehuwd met Rutger van Haeren en daarna met Gerit Baliaert en werd, nadat zij op hoge leeftijd was gestorven, in de Bossche Sint-Jan begraven.
Gerit van Berck hertrouwde na de dood van Sophia Dicbier met Yda Claesdr. de Leeuw. Uit dit huwelijk stamt onder anderen Gerit van Berck, die bij ene Adriana vader was van een dochter Elisabeth. Deze trouwde te Oisterwijk met Marten Jan Peters en was de moeder van een zoon Gerit, die met de naam van zijn moeder meestal als Gerit van Berck wordt aangeduid. Gerit werd rond 1501 geboren. In 1525 schreef hij zich in aan de universiteit van Leuven, maar behaalde waarschijnlijk geen graad. Kort daarna werd hij priester en vestigde zich in ’s-Hertogenbosch, waar hij rond 1550 in de Putstraat woonachtig was. Hij bediende in de kerk van het Begijnhof het altaar van Johannes de Doper en bezat ook in de Sint-Jan een beneficie. Hij was regelmatig actief als executeur-testamentair van overleden begijnen. Vanaf 1551 trad hij af en toe op als notaris. Bij de bisschoppelijke visitatie van de Sint-Jan in 1568 werd hij aangeduid als thesaurarius sive clenodiorum custos, schatbewaarder. Gerit was in 1532/3 gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap geworden en werd in 1558/9 opgenomen onder de gezworen broeders. Hij overleed op 20 mei 1572 en werd de 24ste bij zijn oudtante Sophia van Berck begraven in de Sint-Jan in het benedenkoor van Maria, de Lieve-Vrouwekapel bij de westelijke toren. ^1.

Geschiedenis

(Oud 195/?; Nieuw 448; Martini 77; Smits 24) ^*
Vermoedelijk was het graf al voor 1752-1755 eigendom van de kerk. Ook nadien is het dat gebleven.
Zoals vermeld werd Gerit van Berck in 1572 begraven in het benedenkoor van Maria, in de Lieve-Vrouwekapel bij de westelijke toren. Deze locatie wijkt af van de plaats die de zerk heeft op de plattegrond van Martini. Hij situeerde de zerk in 1821 in de noordelijke binnenzijbeuk van het schip, in het midden van de tweede travee vanaf het westen. De locatie van de zerk volgens de leggers van 1752-1755 en later stemt hiermee overeen. Wanneer de steen van de oorspronkelijke ligging naar deze nieuwe plek werd verplaatst is niet bekend. Tussen 1821 en 1912 werd de zerk enkele meters naar het noordoosten verplaatst, naar de plek waar hij nu nog ligt.

Personen