Bron: Foto RCE

 

485 Nicolaus Zoes, 1625


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in de zuidelijke binnenzijbeuk van het koor, de eerste travee vanaf het transept, de middelste van de westelijke rij van drie zerken

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 168 x 288 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De zerk vertoont twee breuken, linksonder naar de onderzijde. Verder vertonen de drie laatste regels van de inscriptie beschadigingen. Het betreft een zuivere inscriptiezerk zonder andere versieringen. De letters zijn tamelijk groot en nogal diep gegraveerd.

Bijzonderheden

Nicolaas Gerits Zoes of Zoesius was de vijfde bisschop van ’s-Hertogenbosch. Hij werd op 5 augustus 1564 geboren in Amersfoort uit een aanzienlijke familie. Na een opleiding aan de Latijnse school in zijn geboorteplaats ging hij rechten studeren, wellicht eerst in Leuven, daarna in Douai, waar hij in 1588 de graad van licentiaat in de beide rechten behaalde. Vervolgens werd hij secretaris van de bisschop van Doornik. In 1590 ontving hij de priesterwijding en werd hij kanunnik van de kathedrale kerk van Doornik. In 1597 werd hij officiaal van het Doornikse bisdom. Vanaf 1603 was hij rekwestmeester en geestelijk assessor van de Hoge Raad van Mechelen. Een functie als bisschop voor de Hollandse Zending ging in 1614 aan hem voorbij, maar in 1615 had hij meer succes: hij werd op 10 mei van dat jaar in de Sint-Jan tot bisschop van ’s-Hertogenbosch gewijd. In die functie werkte hij in de geest van Trente verder aan de katholieke reformatie van het bisdom. Hij maakte vele visitatiereizen in zijn bisdom, voor zover dit niet in handen was van de Staten-Generaal, en stichtte in 1617 een seminarie in het gebouw van het arme fratershuis aan de Schilderstraat. Nog geen maand na zijn wijding tot bisschop werd Zoesius gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Op 22 augustus 1625, op weg naar een bisschoppenconferentie in Ieper, stierf Zoesius volkomen onverwacht in het door hem in 1605 opgerichte Sint-Willibrorduscollege in Leuven. Na 1629 ging dit college, ook wel het College van ’s-Hertogenbosch genoemd, steeds meer als een soort seminarie voor het bisdom Den Bosch fungeren. Het stoffelijk overschot van de bisschop werd naar de hoofdstad van zijn bisdom teruggebracht en aldaar in de kathedrale kerk begraven, in het hoogkoor nabij het hoogaltaar. 1.

Geschiedenis

(Oud 487; Nieuw 18; Martini 13; Smits 281) *
Het graf stond in 1707 te boek als een kerkgraf dat onbequaam werd bevonden om als begraafplaats te dienen. In de legger van 1752-1755 wordt uitgelegd waarom: ‘Dit Graft met een gebarste zark gedekt is onbequaam om te begraven, als zijnde daar onder Fundament van de Kerk.’ Vermoedelijk was de zerk toen dus al geruime tijd gebroken. In 1821 lag de zerk op het hoogkoor van de Sint-Jan, even ten noorden van het midden van de tweede travee vanaf de viering, een plaats die hij zeker al sinds begin achttiende eeuw innam. Ten laatste in 1912 kwam hij op zijn huidige plek.

Personen

 Mildert, Hans van
· zie ook: 493. Gisbertus Masius, 1614
 Noremborg, Coenraad van
Zoes, Nicolaus † 22-8-1625
· zie ook: 125. Gerit Hanrick Dijnter, 1592
· zie ook: 336. Theodorus Ludovicus Le Mueau, 1622
· zie ook: 346. Anna van Casteren, 1647

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie