Beschrijving

Het betreft een ernstig afgesleten zerk. Het eerste deel van de latere inscriptie met diep gegraveerde kapitalen is aangebracht op de plaats van een weggekapte oudere inscriptie. In de vierpasssen zijn de oorspronkelijke evangelistensymbolen nog vaag te ontwaren. Het rechter wapenschild is volledig afgesleten. De bovenzijde van het middenveld vertoont centraal een engelenkopje met vleugels boven twee banderollen die naar de hoeken lopen. In het midden hangt nog een eikenblad naar beneden. Links en rechts van dit alles zijn twee wapenschilden aangebracht.

Wapens

Twee wapens, gescheiden door genoemd engelenkopje. Het rechterwapen is afgesleten. Gedeeld; I doorsneden; a leeg; b drie palen van vair; II boven een koek of penning beladen met een zesblad, beneden een zesspakig rad. In het 1709, 152.3 wordt getwijfeld of dit wapen wel dat van Van der Dussen is. De tekenaar geeft hier alleen een zespuntige ster ter plaatse van de koek met het zesblad.

Bijzonderheden

Hendrick van der Dussen, jongeman uit ’s-Hertogenbosch trad in januari 1659 in het huwelijk met de jongedochter Elisabeth Michiels van den Ancker, eveneens uit die stad afkomstig. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Caspar (1659), Anna (1661) en Catharina (1664), alle drie gedoopt in de katholieke Sint-Jacobparochie. In 1679 en opnieuw in 1680 maakten Hendrick en Elisabeth hun testament: zij benoemden elkaar tot enige begunstigde onder verplichting voor de langstlevende om hun twee nog levende kinderen Caspar en Catharina ‘inde vreese Godts op te voeden ende t’onderhouden’. Elisabeth werd op 11 februari 1681 in de Sint-Jacob begraven. Dochter Catharina trad in 1682 in het huwelijk met Wouter van Esch, met wie zij vier kinderen had: Elisabeth (1683), Johannes Franciscus (1684), Gaspar Dominicus (1687) en Gerardus (1689), alle vier in de Sint-Jan gedoopt. Wouter overleed op 11 augustus 1690 en werd vier dagen later in de Sint-Jan begraven. Zijn schoonvader, Hendrick van der Dussen, stierf op 6 december 1691 en werd niet bij zijn vrouw in de Sint-Jacob begraven, maar in het graf in de Sint-Jan waar zijn schoonzoon reeds lag. Wouters weduwe Catharina kocht nog in februari 1709 mede namens haar vier kinderen het huis ‘Den Gulden Engel’ Achter de Minderbroeders. In mei 1709 maakte zij haar testament. Wanneer zij is overleden is onbekend, haar naam wordt niet op de zerk vermeld. ^1.

Geschiedenis

(Oud 201(B); Nieuw 178; Martini 223; Smits 279) ^*
In 1707 stond het graf op naam van Van der Dussen. Voor 1724 werd het overgeboekt op naam van Catharina van der Dussen, echtgenote van de in de inscriptie genoemde Wouter van Esch, en haar kinderen Johan en Elisabeth van Esch. In 1752 vond de overboeking plaats op naam van Elisabet van Esch en de dochter van haar broer (Johan?), Wilhelmina van Esch. Op 5 september 1804 werden het graf en de zerk verkocht aan Willem Hendrik van Thije hannes. Zeker tot 1805 bleef het op zijn naam staan. In 1821 lag de zerk in de zuidelijke kooromgang, tegenover de tweede straalkapel, waar hij al sinds het begin van de achttiende eeuw had gelegen. Tussen 1821 en 1912 werd hij overgebracht naar de huidige locatie.

Personen