Bron: Foto RCE
|
|
479 Johan van Wijnbergen, 1658
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de zuidelijke binnenzijbeuk van het koor, de tweede travee vanaf het transept, in het midden locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 165 x 292 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De grote zerk heeft een in drieën gedeeld bovengedeelte met daaronder een groot vlak voor de inscriptie waarvan de letters, die nu sterk zijn afgesleten, in reliëf zijn weergegeven. De twee zijstroken van het bovengedeelte tonen tussen twee hoge randen tweemaal vier wapenschilden met eronder de namen in reliëf op de ondergrond. Het middengedeelte toont in goed bewaard reliëf het wapen. Het is een indrukwekkende zerk, waarvan vooral het in reliëf weergegeven wapen van vakmanschap getuigt. Drie vijfspakige raderen. Het schild gedekt met een kroon van 23 parels, waarvan drie verhoogd, en hangend aan een lint uit de helm komend. Aanziende helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een vlucht, waartussen een vijfspakig rad. Van achter de dekkleden links en rechts uitstekend steeds vier hellebaarden en een lans met vaantje; onder het geheel een ensemble van oorlogstuig, als kanonnen, trommen, kogels, vaandels, etc. Kwartieren, alle gedekt met een kroon van 19 parels, waarvan drie verhoogd: 1 Drie vijfspakige raderen [Wynbergen]; 2 Een brede, in drie rijen geschaakte dwarsbalk [Mom]; 3 Een ankerkruis, vergezeld van zeven blokjes, vier in de hoeken van het kruis en van de drie overige twee boven en een onder [Boecop]; 4 Drie kepers beladen met smalle kepers [Haersolte]; 5 Een springende eenhoorn [Brienen]; 6 als 1 [Wynbergen]; 7 Een keper beladen met een smalle keper, vergezeld van drie merletten [Wolf van Westerode]; 8 Een klimmende ram [Hoeclum]. Het rouwbord van Johan van Wijnbergen, dat vroeger in de Sint-Jan hing, vertoonde deze acht kwartierwapens. 1. Johan van Wijnbergen is in 1590 geboren als zoon van Sybert van Wijnbergen en Woltera van Brienen. Hij was afkomstig uit Gelderland en vrijheer van Horssen en Oldenaller. Johan koos voor een militaire loopbaan, eerst in buitenlandse dienst, achtereenvolgens in Italië in Mantua en Venetië, vervolgens in Denemarken en in Zweden. In 1632 keerde hij naar zijn vaderland terug, waar hij in Staatse dienst een regiment oprichtte waarvan hij kolonel was. Vanaf 1633 was hij commandant van de vesting Rijnberk (Rheinberg in het Rijnland). In 1648 werd hij gouverneur van Sluis in Zeeuws-Vlaanderen om ten slotte in 1655 tot gouverneur van ’s-Hertogenbosch te worden benoemd. Net als zijn voorganger Johan Wolfert van Brederode werd Johan van Wijnbergen in 1656 lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Kort daarop, in september 1658, overleed hij in Nijmegen. Zijn neef, Sywaert van Wijnbergen, burgemeester van Harderwijk, bracht in een brief van 27 september de Bossche stadsregering van het verscheiden van zijn oom op de hoogte en gaf daarbij te kennen dat het zijn oom ‘belieft heeft, aldaer sijn graft te kiesen inde Sint Jans Kerck int Hooge Choor ontrent de begraeffenis vanden Bisschop om selffs nae sijn doot aende gemelte stadt verknocht te blyven’. Op 11 oktober besloot de raad om dit verzoek te honoreren: het graf van Gysbertus Coeverincx († 1613), kanunnik en deken van de Sint-Jan en bisschop van Deventer, gelegen in het hoogkoor, naast het grafmonument van bisschop Masius (zie 493, meer over het graf van Coeverincx bij zerk 494), werd aan Van Wijnbergen toegewezen. Inmiddels was het stoffelijk overschot van de gouverneur al in de stad gearriveerd en op 7 oktober in de Sint-Jan ter aarde besteld. Of dat meteen op de gekozen plaats is gebeurd, dan wel dat de kist na 11 oktober is verplaatst, is onduidelijk. Evenmin is bekend of de zerk van Coeverincx is hergebruikt of dat voor Van Wijnbergens graf een nieuwe is gemaakt. De zerk van Coeverincx is in ieder geval verdwenen en wordt in geen van de handschriften genoemd. 2. (Oud 468; Nieuw 2; Martini 3; Smits 275) * De oudste legger spreekt van De kelder van dhr gouverneur Wijnberge. Voor 1724 verviel de kelder aan de kerk, waarna hij in maart 1726 werd verkocht aan Allard Jan Gansneb van Tengnagel Heere van Bonckenhage (of Bonkenhave). In 1779 werd de kelder overgeboekt op naam van zijn twee zoons Lambert Joost en Borchart Hermen Gansneb van Tengnagel. In de legger van 1804-1805 worden tot slot Lambert Joost en de kinderen van Borchart Herman als bezitters van de kelder genoemd. Zoals hiervoor werd opgemerkt, had Johan van Wijnbergen voor zijn dood te kennen gegeven dat hij inde Sint Jans Kerck int Hooge Choor ontrent de begraeffenis vanden Bisschop begraven wilde worden. Hij werd daarop ter aarde besteld in het voormalige graf (dan wel de kelder) van Gysbertus Coeverincx, naast het grafmonument van bisschop Masius. In 1821 lag zijn zerk, blijkens de plattegrond van Martini, nog steeds op diezelfde plek, om precies te zijn in de vijfde travee vanaf de viering, even ten zuiden van de toenmalige locatie van het monument van Masius. Bij de vernieuwing van de vloer van het hoogkoor in 1839 kwam hij elders in de kerk te liggen. Of dat de huidige plaats was, is niet bekend. Wel is zeker dat hij daar ten laatste in 1912 kwam te liggen. | Brederode, Johan Wolfert van | | · zie ook: 302. Marten Gerits sHeeren, 1578
| | Brienen, Woltera van | | Coeverincx, Ghijsbertus 1613 | | · zie ook: 493. Gisbertus Masius, 1614
| | · zie ook: 494. Genovefa van Brogel, 1592
| | Gansneb van Tengnagel, Allard Jan | | Gansneb van Tengnagel, Borchart Hermen | | · zie ook: 506. Lambertus Kyevit, 1539
| | Gansneb van Tengnagel, Lambert Joost | | Masius, Gisbertus | | · zie ook: 156. Pieter Schuyl de Walhorn, 1666
| | · zie ook: 344. Nicolaas van den Houthe, 1601
| | · zie ook: 398. Thomas Masius, 1625
| | · zie ook: 493. Gisbertus Masius, 1614
| | · zie ook: 494. Genovefa van Brogel, 1592
| | Wijnbergen, Johannes a 1658 | | · zie ook: 494. Genovefa van Brogel, 1592
| | Wijnbergen, Sybert van | | Wijnbergen, Sywaert van | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|