Bron: Foto RCE

 

428 Herman Cremers, 1721


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in de noordelijke kooromgang, ten oosten van de zevende koorpijler vanaf het het transept, de noordelijke van twee zerken

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 86 x 144 cm
steensoort â€˜chocoladekleurige’ maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

Het betreft hier een steen die de ingang markeert tot een grafkelder. In de meeste gevallen, bijvoorbeeld bij de zerken 418 en 409 en waarschijnlijk ook bij deze, lag een dergelijke steen oorspronkelijk bij een werkelijke grafzerk. De letters in kapitalen zijn fraai gebeiteld.

Bijzonderheden

Herman Cremers is in Maastricht geboren uit het huwelijk van Johan Cremers en Maria Romers. Na de dood van zijn vader hertrouwde zijn moeder in 1686 met Bosschenaar Aert Goossens van Poederoyen. Dit echtpaar werd in de Sint-Jan begraven onder zerk 193. Herman zal met zijn moeder naar ’s-Hertogenbosch zijn verhuisd. In 1695 werd hij lidmaat van de hervormde gemeente, waarvan hij in 1705 diaken was. Pas in 1706 kocht hij het poorterschap van ’s-Hertogenbosch. Herman legde zich toe op een ambtelijke carrière: hij was deurwaarder van de Raad van State en van de Raad van Brabant, klerk van de rentmeester-generaal van de geestelijke goederen, collecteur van de verpondingen en rentmeester van het Bossche Groot Begijnhof. In de loop der tijd wist hij een aanzienlijke hoeveelheid onroerend goed te verwerven in ’s-Hertogenbosch en ook daarbuiten. Bij de aanschaf van het voormalige klooster Coudewater onder Rosmalen in 1713 zullen zijn connecties met de rentmeester-generaal der geestelijke goederen zeker een rol hebben gespeeld. In 1715 kocht hij het erfsecretariaat van Rosmalen en Nuland, dat later overging op zijn zoon Jacob Dirck.
Herman was in 1696 getrouwd met Anna Maria van Poederoyen, die in 1673 in de Grote Kerk was gedoopt als dochter van Hermans stiefvader Aert van Poederoyen en diens tweede vrouw Elisabeth Goessens van Gool. Uit dit huwelijk stammen minstens zeven kinderen, van wie er vijf hun ouders overleefden. Naast zoon Jacob Dirck en de jongste dochter Helena Johanna, die in 1630 overleed, waren dat de oudste dochter Johanna, die achtereenvolgens getrouwd was met de wijnkoper Johan Hubert en de militair Nicolaas Esser; haar zuster Maria Elisabeth, getrouwd met mr. Abraham Hubert, schepen van de stad en neef van Johan; en ten slotte een derde zuster, Françoise Marie, echtgenote van mr. David Ragay, secretaris van Grave en later advocaat in Den Bosch. Moeder Anna Maria stierf in 1716 en werd op 8 februari van dat jaar in de Sint-Jan begraven. Waar precies is onduidelijk: bij haar vader of wellicht in een nieuw graf? Herman overleed op 15 januari 1721 en werd zes dagen later in de Sint-Jan begraven. 1.

Geschiedenis

(Oud 398; Nieuw 108; Martini 192; Smits 223B) *
De ingangssteen verschafte toegang tot de grafkelder van Herman Cremers. De zerk waarmee deze was afgedekt staat in Hs Martini afgebeeld, maar opmerkelijk genoeg helemaal leeg. Of er ooit een inscriptie op heeft gestaan, en wat er na 1821 mee is gebeurd, is onbekend.
In de legger van 1707 werd nog voor 1724 de naam van de oorspronkelijke eigenaar van de kelder verwijderd en vervangen door die van Herman Cramers, die ook in de legger van 1724 als eigenaar te boek staat. 2. Op 26 juni 1752 werd de kelder overgeboekt op zijn zoon Jacob Dirk en zijn dochter Francoijsa Maria Cremers, echtgenote van David Ragaij, Secretr der Stad Grave. Daarnaast kwam hij op naam van Anna en Herman Essers, kinderen van Nicolaas Essers en Johanna Cremers, dochter van Herman Cremers; en ten slotte op die van de kinderen van Abraham Hubert, in leeven Oud Schepen en Raad dezer Stad, en Maria Elisabet Cremers, dochter van Herman Cremers. Hun namen waren Herman; Abraham; Pieter; Johanna Maria; en Maria Elisabet Hubert. Genoemde Pieter Hubert was getrouwd met Cornelia van Eybergen en Johanna Maria Hubert met Jacob van de Graaf, Coll: Commandant van een Regiment Cavallerij ten dienste dezer Lande. Op 27 mei 1779 vond de overboeking plaats op naam van vier van de eerdergenoemde (schoon)kinderen van Abraham Hubert en Maria Elisabet Cremers, te weten Abraham, Maria Elisabet en Johanna Maria Hubert; en Cornelia van Eybergen, de weduwe van Pieter Hubert. Tot slot worden ook alle kleinkinderen van Abraham Hubert en Maria Elisabet Cremers genoemd. In de legger van 1804-1805 staat de kelder nog enkel op naam van Cornelia van Eijbergen en haar dochter; en Johanna Maria Hubert, inmiddels weduwe van Jacob van de Graaff, en haar kinderen.
Martini situeerde de zerk en de ingangssteen in de noordelijke binnenzijbeuk van het koor, in de vierde travee vanaf het transept, enkele meters ten zuidoosten van de vierde middenpijler. Zeker sinds 1707 lag hij daar al. Ten laatste in 1912 kwam hij op zijn huidige plek te liggen.

Personen

 Cremers, Francoise Marie
 Cremers, Helena Johanna
Cremers, Herman † 15-1-1721
 Cremers, Jacob Dirck
 Cremers, Johan
· zie ook: 193. Lambert Claess, 1532
 Cremers, Johanna
 Cremers, Maria Elisabeth
 Essers, Anna
 Essers, Herman
 Essers, Nicolaas
 Eybergen, Cornelia van
 Gool, Elisabeth Goessens van
· zie ook: 193. Lambert Claess, 1532
 Graaf, Jacob van de
 Hubert jr., Abraham
 Hubert sr., Abraham
· zie ook: 31. Adriana Vogels, 1682
· zie ook: 131. Johannes Amelii, 1556
 Hubert, Herman
 Hubert, Johan
 Hubert, Johanna Maria
 Hubert, Maria Elisabet
 Hubert, Pieter
· zie ook: 299. Laurens de Bruijn, 1713
· zie ook: 469. Anoniem
 Poederoyen, Aert Goossens van
· zie ook: 193. Lambert Claess, 1532
 Poederoyen, Anna Maria van
 Ragay, David
 Romers, Maria Thijssens
· zie ook: 193. Lambert Claess, 1532

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie