Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingZowel de evangelistensymbolen als de kelk met hostie zijn zeer vervaagd. De inscriptie middenonder is erg onduidelijk en zou eerder huysvrouwe moeten of kunnen zijn. De zerk vertoont een tekstband tussen hoekvierpassen met evangelistensymbolen. De randtekst loopt door in het middenveld en wordt gevolgd door een latere inscriptie. Midden op de zerk is een cirkel met rand te zien, waarbinnen in reliëf een kelk met hostie is weergegeven. Boven deze cirkel is tussen 29 en augu een vrijstaand huismerk aangebracht. WapensHet hand- of huismerk, vermoedelijk een steenhouwersmerk, bestaat uit een omgewende 4 met een verlengde paal, onder eindigend in een haak naar rechts en halverwege tussen de horizontale balk van de 4 en het eindpunt een dwarsbalkje met dezelfde lengte als genoemde horizontale balk. BijzonderhedenHeer Gerit van Loeken / Lueken alias van Vechel was afkomstig uit Veghel, waar zijn vader Gerit Mathys van Loeken schepen was. Gerit ging in 1508 in Leuven studeren, behaalde de graad van magister artium en koos voor een kerkelijke carrière. Waarschijnlijk was hij in 1510 al rector van een altaar in de parochiekerk in Uden en bediende hij de Corneliskapel in Zeeland. In 1513 werd hij gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwebroederschap van ’s-Hertogenbosch. Vanaf 1521 was hij actief als notaris in de Diezestad. Later was hij ook vice-plebaan van de Sint-Jan en blijkt hij een beneficie in die kerk te bezitten. Heer Gerit bewoonde een huis aan de Oude Dieze dat hij in 1527 had verworven. Daarnaast bezat hij een huis op Vrankenhofstad en diverse renten, pachten en cijnzen. Hij werd begraven bij het Sint-Andreasaltaar (zie plattegrond altaren, nr. 21). Uit het huwelijk van een zuster van heer Gerit, Beatrix, met Laureyns Hermans, stamt onder anderen een dochter Mechtelt, die getrouwd was met Bartholomeus Peter Dirck Goyarts van den Eynde. Deze Bartholomeus was slager van beroep en tussen 1541 en 1567 zevenmaal deken van het vleeshouwersambacht. In de belastinglijsten van het midden van de zestiende eeuw behoort hij tot de 62% hoogst aangeslagenen, dus zeker niet tot de meest welgestelden. In de jaren veertig en vijftig woonde hij in de Beurdsestraat, aan het eind van zijn leven in ‘De Wermoeskorf’ in de Kruisstraat. Met zijn vrouw werd hij onder de grafsteen van Mechtelts oom begraven. 1. Geschiedenis(Oud 112; Nieuw 506; Martini 316; Smits 138) * Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |