Bron: Foto RCE

 

256 Claes van Ravensteen, 1524


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

In de zuidelijke buitenzijbeuk van het schip, de tweede travee vanaf het transept, de middelste zerk van de middelste rij van drie zerken

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 86 x 200 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De zerk is nogal afgesleten, wat vooral geldt voor de rechterkant. Van de afbeelding van de kelk in een vierpas in het midden zijn nog slechts vage contouren te onderscheiden. Ook van de inscriptie, die rond 1900 nog in zijn geheel was te lezen, is veel verdwenen. De zerk vertoont een tekstband die op de hoeken wordt voorgesteld als zijnde omgeslagen; voor de rechterbenedenhoek gebeurt dit door een verhoging van de band. In het midden was vroeger een fraaie vierpas te zien, aangegeven door een rand met binnentracering en in de buitenhoeken kruisbloemen. Hierbinnen bevond zich een kelk met hostie.

Bijzonderheden

Over de eerste en derde persoon op deze zerk, Claes van Ravesteen († 1-3-1524 nieuwjaarsstijl) en Peter Jan Marcelis, is nauwelijks iets bekend. Zij waren broeders van een op de zerk niet nader omschreven convent. Een akte van 5 mei 1561 schept echter duidelijkheid: heer en broeder Peter Jan Marcelis, priester en conventuaal van het Sint-Andreashuis in de Hinthamerstraat, draagt hierin een aantal goederen over aan zuster Bela Otten Goyarts ten behoeve van dat Sint-Andreashuis. Broeder Peter stierf zes dagen later en zijn naam werd op deze grafsteen bijgebeiteld.
De als tweede genoemde persoon is heer Thomas van Borken, ook wel aangeduid als Thomas Odynck, waarschijnlijk afkomstig uit Borken of Oeding in de buurt van Bocholt. Hij werd in 1457/8 gewoon lid van de Bossche Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Begin jaren 1460 voerde hij tevergeefs een proces om een beneficie in de Bossche begijnhofkerk te verkrijgen. Kort daarna was hij bedienaar van een altaar in de Sint-Jan en vanaf begin jaren 1470 was hij bezitter van een beneficie in diezelfde kerk. In 1485 blijkt hij bovendien rector van een altaar in het clarissenklooster te zijn. Van 1478 tot 1481 studeerde hij canoniek recht aan de universiteit van Keulen. Rond 1483 keerde hij terug naar ’s-Hertogenbosch, waar hij een huis aan de Hinthamerstraat bewoonde. Heer Thomas trad diverse malen op als vertegenwoordiger van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In de jaren 1498/9 was hij actief als notaris. Hij wordt vermeld als weldoener van het Gregoriushuis van de fraters van het Gemene Leven. In 1489 was hij benoemd tot zaakgelastigde van het klooster van de Zusters van Orthen. Dit was een dubbelklooster bestaande uit een convent voor zusters en het Sint-Andreashuis voor broeders van het gemene leven. Heer Thomas is waarschijnlijk in de kapel van dit klooster begraven. Alles wijst erop dat deze grafzerk oorspronkelijk in de kapel van het dubbelklooster van de Zusters van Orthen heeft gelegen. Op de een of andere manier is de steen voor het begin van de achttiende eeuw in de Sint-Jan beland. 1.

Geschiedenis

(Oud 11/304; Nieuw 464; Martini 69; Smits 115) *
De zerk van Claas van Ravensteen had in de zestiende en zeventiende eeuw zoals gezegd waarschijnlijk in de kapel van het dubbelklooster van de Zusters van Orthen gelegen. Ten laatste in 1709, maar waarschijnlijk al aan het einde van de zeventiende eeuw, werd hij overgebracht naar de Sint-Jan. Hier kwam hij te liggen in de zuidelijke buitenzijbeuk van het koor, in de tweede travee vanaf het transept, op t’ graft van van boxtel de silversmit (Oud 11). Tussen 1724 en 1752 werd de zerk verplaatst naar de eerste westelijke travee van de noordelijke binnenzijbeuk van het schip, vermoedelijk omdat de kerkfundering op de oorspronkelijke plek het begraven bemoeilijkte. Op de nieuwe locatie had de familie Van Boxtel een kerkgraf gekocht ten noorden van een graf (Oud 303) dat al zeker vanaf het einde van de zeventiende eeuw in hun bezit was. In 1753 stonden beide graven te boek als familiegraven van Pieter Reynder van Boxtel. In augustus van dat jaar werden ze overgeboekt op naam van zijn nazaten en op 22 mei 1779 kwamen beide graven op naam van Cornelis van Boxtel. Zeker tot 1805 kwam hier geen verandering in.
In 1821, zo blijkt uit de plattegrond van Martini, lag de zerk nog steeds op de plek waar hij tussen 1724 en 1752 was neergelegd. Ten laatste 1912 werd de zerk verplaatst naar zijn huidige locatie.

Personen

Borken, Thomas van
 Boxtel, Cornelis van
 Boxtel, Pieter Reynder van
 Goyarts, Bela Otten
Marcelisz., Peter Jan
Ravensteen, Claes van † 1-3-1523

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie