Bron: Foto RCE
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in zuidelijke buitenzijbeuk van het schip, de derde travee vanaf het westen, ten zuidwesten van de derde middenpijler locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 86 x 165 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk bestaat uit twee aparte gedeelten, die oorspronkelijk waarschijnlijk van twee aparte zerken komen. In het verdiepte bovenveld is het wapen aangebracht in hoogreliëf, met in de linker- en rechterbovenhoek nog twee engelenkopjes boven wolken. De onderhelft is duidelijk steeds bedoeld geweest voor de inscriptie. De volgorde van de verschillende inscripties is onduidelijk. De onderhelft heeft een keurig verdeelde (oorspronkelijke) inscriptie zonder datum. Hierboven is een veel willekeuriger inscriptie aangebracht, die lijkt door te lopen aan de rechter- rand van het ondergedeelte. De rand van het bovengedeelte heeft een eigen inscriptie, maar het blijft onduidelijk of de regel onder het wapenveld nu behoort bij de regel eronder, of bij de randinscriptie van de rest van het wapenveld. Mogelijk hebben ook in de onderste twee hoeken nog engelenkopjes gezeten, die nu volledig zijn weggehakt. Opvallend is verder dat het nieuwe ingekapte nummer 585 wordt voorafgegaan door een gedeelte van een woord, mogelijk ‘nomero’, staande voor ‘nummer’. Alliantiewapen echtpaar (?)(1 schild): Gedeeld; I drie honden(?)koppen 1., elk overtopt met een kroon; II een gekroond M-vormig hek (waarbij de kroon de opening in de M vult). Helm, dekkleden, wrong. Geen helmteken. De kroon op het hek is een kroon van drie bladeren en tweemaal drie parels. In de Grote Kerk werd op 28 juli 1722 Johannes den Admirael gedoopt, zoon van Evert den Admirael en Johanna van den Broek, afkomstig uit Heusden. Deze Evert was poortwachter van de Vughterpoort en woonde daar ook. Behalve poortwachter was Evert den Admirael ook belastingpachter, maar hiermee kwam hij in financiële problemen. Niet alleen moesten achterstallige bedragen door de ontvanger van de gemene middelen verhaald worden op onroerend goed in zijn bezit, maar ook op zijn traktement als poortwachter. Evert den Admirael was eerder gehuwd geweest met Catharina van de Graaf, met wie hij zes kinderen kreeg. Uit zijn tweede huwelijk, gesloten op 29 april 1708, werden nog zeven kinderen geboren. Zijn zoon Jan, op de zerk genoemd, was daarvan de voorlaatste. In 1739 – hij woonde toen op het Ortheneinde – werd deze Jan lidmaat van de Nederlands-gereformeerde gemeente. Nadien vertrok hij naar Veere. Vermoedelijk trouwde hij in Den Haag met Adriana van Reunen, weduwe van Hendrik Rammekens. Met haar vestigde hij zich in 1746 opnieuw in Den Bosch. Vervolgens werden tussen 1746 en 1755 zes kinderen geboren, te weten Everardus, Johannes, Adriana, Johanna, Gertruij en wederom Everardus, die net als hun vader Nederlands-gereformeerd werden gedoopt in de Grote Kerk. Ziekte van zijn echtgenote na de geboorte van het eerste kind en een weinig voorspoedig verloop van zijn nering in olie, zout, zeep en snuiftabak maakten het bestaan voor Jan Admirael en zijn gezin tamelijk onzeker. In 1762 trad hij toe tot het gilde van de Oude-klerenkopers, werd daarvan zelfs deken, maar daarnaast had hij een veelvoud aan betaalde baantjes. Zo was hij onder meer korenmeter, schrijver aan de Hinthamerpoort en portier aan de Vughterpoort zoals zijn vader voor hem. In 1770 werd hij aangesteld als substituutkoster van de Sint-Jan, als vervanger van de officiële functionaris, de minderjarige zoon van professor Daniël Mobachius Quaat, arts te ’s-Hertogenbosch. Blijkens het opschrift van de zerk was hij behalve koster ook orgeltreder. Na het overlijden van zijn eerste echtgenote in november 1774 trouwde Jan Admirael op 20 augustus 1775 met Anna Maria de Gagee. Zij was eerder gehuwd geweest met Gerrit Willem van Cranenburgh. Het tweede huwelijk bleef kinderloos. Jan Admirael overleed in 1790 aan ‘verval van krachten’ en werd op 26 mei van dat jaar in de Sint-Jan bij zijn twee echtgenoten bijgezet. 2. (Oud 71; Nieuw 585; Martini 346; Smits 94-2) * In 1707 stond dit graf te boek als t’ graft van de poortier van de vuchterpoort admirael. Nadien werd het overgeboekt op naam van zijn kinderen en wel de twee broers Johan en Johannes Admiraal. Laatstgenoemde was de echtgenoot van Adriana van Reunen. 3. Daarnaast kwam het graf op naam van twee kinderen van hun overleden broer Antonij, te weten Johanna Maria en Everdina Admiraal. Op 15 mei 1779 werd het eigendom van Johannes Admirael, echtgenoot van Maria de Gage, Allegonda Admirael en vier kinderen uit Johannes’ eerdere huwelijk met Adriana van Reunen, te weten Evert, Adriana, Johanna en Geertruij. Daarnaast kwam het in het bezit van Maria Admirael, de dochter van Antonij. Ten slotte worden in de legger van 1804-1805 hieraan nog de namen toegevoegd van Arie Scheurkogel, echtgenoot van Adriana Schwarthz, en Johanna Bender. Sinds de aankoop door Evert Admirael lag de zerk tot zeker 1821 in de zuidelijke buitenzijbeuk van het schip, in de derde travee vanaf het westen. Tussen 1821 en 1912 werd hij verplaatst naar de noordoosthoek van diezelfde travee, waar hij nu nog steeds ligt. | Admirael | | Admirael, Adriana | | Admirael, Allegonda | | Admirael, Antonij | | Admirael, Everardus | | Admirael, Everdina | | Admirael, Evert den | | Admirael, Gertruij | | Admirael, Jan 1790 | | Admirael, Johanna | | Admirael, Johanna Maria | | Admirael, Johannes | | Admirael, Johannes den | | Admirael, Maria | | Bender, Johanna | | Broek, Johanna van den | | Cranenburgh, Gerrit Willem van | | Gagee, Anna Maria de | | Graaf, Catharina van de | | Quaat, DaniĆ«l Mobachius | | · zie ook: 85. Martinus Friesma, 1722
| | Rammekens, Hendrik | | Reunen, Adriana van | | Scheurkogel, Arie | | Schwarthz, Adriana | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|