Bron: Foto RCE
|
|
195 Ghijsbert van de Pol, 1502
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de doopkapel, in de zuidwestelijke hoek van de zuidelijke nis locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 129 x 228 cm | steensoort | | maaskalksteen met witte aders | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk vertoont een breuk in de linkerbovenhoek en een Y-vormige breuk in de onderhelft. De steen ligt momenteel voor wat betreft het linkerbovengedeelte onder een biechtstoel. Er is een tekstband die op de hoeken wordt doorbroken door vierpassen met daarin de evangelistensymbolen. Op het middenveld zien we een boom gegraveerd met uitvoerige takken maar zonder blaadjes en met verschillende wortels. In de takken hangen via linten drie wapenschilden, de middelste iets hoger en rechter dan de andere twee schilden, die schuin naar buiten hangen en waarvan de binnenhoeken verdwijnen achter de stam van de boom. De wapens zelf zijn weergegeven in laag reliëf. In het midden: een dubbelkoppige adelaar [Van de Pol]; links: twee dwarsbalken, de bovenste beurtelings gekanteeld [Artss]; rechts: drie drielingbalken en een schildhoofd beladen met een uitkomende leeuw [Van de Hezeacker]. Ghysbert van de Pol was een zoon van Arnt Peters van de Pol en Johanna Claes Boumans. Waar hij is geboren weten we niet. Zijn vader had weliswaar bezittingen in de stad, maar Ghysbert was geen geboren poorter van ’s-Hertogenbosch: in 1467 kocht hij namelijk het poorterschap van de stad. Hij was actief als koopman. Zo legden in 1484 de schepenen van Bergen op Zoom vast dat Jan Ymansz van Hoorn aan Ghijsbrecht van den Pol, koopman uit ’s-Hertogenbosch, een bedrag van 7 pond 5 schellingen schuldig was wegens de aankoop van was. Ghysbert bezat erfrenten op verschillende steden in de Nederlanden, op ’s-Hertogenbosch maar ook op Brussel, Amsterdam en Tiel. In 1484 maakte hij deel uit van een delegatie van het Bossche stadsbestuur die in Eindhoven een vergadering bijwoonde over een conflict van stad en meierij met de graaf van Moers. Hij bezat vele cijnzen en goederen in de stad en woonde in de Orthenstraat, in een huis dat door zijn erfgenamen in 1538 aan Jan Strick werd verkocht, naar wie het pand ‘De Strickepoort’ werd genoemd. Ghysbert was zeer vermogend: in de zettingslijsten van het begin van de zestiende eeuw behoort hij gemiddeld tot de rijkste 1% van alle Bosschenaren. Ghysbert van de Pol is tweemaal getrouwd. Zijn eerste vrouw was Margriet, een dochter van Arnt Dircx van Driel. In 1472-1473 werden Ghysbert en Margriet gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap van ’s-Hertogenbosch. In datzelfde jaar is volgens de rekeningen van de broederschap Margriet ook overleden. Dit is niet in overeenstemming met het sterfjaar van Margriet dat op de grafzerk staat vermeld, namelijk 1468. In 1475 blijkt Ghysbert te zijn hertrouwd met Beatrix, een dochter van Engbert Wouters vanden Hezeacker en Aleyt Lamberts van Doerne. Haar zuster Lysbeth was gehuwd met Dirck, een broer van Ghysberts eerste vrouw. Haar broer Lambert vanden Hezeacker vervulde verschillende openbare ambten, zo was hij in 1496 en 1511 schepen van ’s-Hertogenbosch. Ghysbert had voor zover bekend vier kinderen: uit zijn eerste huwelijk stamt Elisabeth, bij zijn tweede vrouw was hij vader van Johanna († 1558) en Postulina († 1515/16) en bovendien had hij nog een natuurlijke zoon of dochter, genaamd Cornelis of Cornelia. Ghysbert overleed in 1502. Rond 1510 is Beatrix hertrouwd met Ghysbert Gerits vander Schout. Deze was in 1477-1478 poorter van ’s-Hertogenbosch geworden en werkzaam als koopman. Hij was eerder getrouwd geweest met Catharina Goessen Peteren, weduwe van Jacob Willems van Wyck en had met haar een zoon, Gerit vander Schout, kanunnik van Oirschot en van de Sint-Jan te ’s-Hertogenbosch. Beatrix overleed in 1531 en werd bij haar eerste man begraven. Ghysbert vander Schout overleed in 1534 of 1535. 1. (Oud 81; Nieuw 543; Martini 361; Smits 308) * Het graf stond vanaf de eerste tot en met de laatste legger te boek als kerkgraf. Op de plattegrond van Martini is de zerk terug te vinden in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, in de eerste travee vanaf het westen. Ook de leggers plaatsen de zerk in deze travee. In ieder geval tussen 1707 en1821 werd de zerk niet verplaatst. Wat er nadien mee gebeurd is, blijft enigszins onduidelijk. Smits vermeldde de zerk in 1912 wel, maar baseerde zich in zijn beschrijving op het handschrift Martini, zonder de steen zelf te kennen. Hij komt dan ook niet voor op zijn plattegrond. Pas op de plattegrond van 1991 is de zerk terug te vinden, en wel op zijn huidige plek. | Boumans, Johanna Claes | | Doerne, Aleyt Lamberts van | | Driel, Arnt Dircx van | | Driel, Dirck van | | Driel, Margriet van | | Hezeacker, Beatrix vanden | | Hezeacker, Engbert Wouters van den | | · zie ook: 113. Peter Ghysberts Toelinck, 1531
| | Hezeacker, Lambert van den | | · zie ook: 113. Peter Ghysberts Toelinck, 1531
| | Hezeacker, Lysbeth vanden | | Hoorn, Jan Ymansz van | | Peteren, Catharina Goessen | | Pol, Arnt Peters van de | | Pol, Cornelis (Cornelia) van de | | Pol, Elisabeth van de | | Pol, Ghijsbert van de 1502 | | Pol, Johanna van de | | Pol, Postulina van de | | Schout, Gerit vander | | Schout, Ghysbert Gerits vander | | Strick, Jan | | Wyck, Jacob Willems van | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|