Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingDe zwaarbeschadigde zerk laat nog de contouren zien van een lauwerkrans om wat op een wapenschild lijkt en van een rechthoekige cartouche daaronder. BijzonderhedenHs 1709 170.1 vermeldt als opschrift van deze zerk: Hier leet begraven Jan Crellien/ wapenmaker sterft den. De tekst op de zerk is sterk afgesleten en moet al aan het begin van de achttiende eeuw moeilijk leesbaar zijn geweest. Een wapenmaker met de naam Jan Crellien, zoals in het handschrift genoemd, is in ’s-Hertogenbosch onbekend. Wel vinden we in 1616 een harnasmaker Johan Cretien in de bronnen vermeld. Deze is vermoedelijk te identificeren met harnasmaker Jan Christiaens of Corstiaens. Cretien of Crestien zou dan een verfranste vorm van Christiaen zijn; de vorm van de letters ‘st’ in het woord ‘sterft’ op de zerk lijkt erg veel op de 4e en 5e letter van de achternaam van de begravene: waarschijnlijk staat er dan ook Crestien in plaats van Crellien. Jan Christiaens, harnasmaker, was militair van beroep, hij diende als ruiter onder de heer van Grobbendonk. In 1606 trouwde hij met Jenneken Jans Gruyters. Het echtpaar liet vanaf 1607 diverse kinderen dopen in de Sint-Jan. De familie woonde in ‘Het Swert’ in de Zadelstraat, de tegenwoordige Schapenmarkt. Jan vinden we het laatst vermeld in 1640. Hij is dan al weduwnaar en draagt een erfcijns uit twee huizen Achter de Mandemakers over aan Goyaert Martens van Duijsel, de man van zijn dochter Barbara. Jan is voor 1648 overleden. In dat jaar verkopen zoon Jan en dochter Barbara huizen Achter het Oude Stadhuis en Achter de Minderbroeders en drie kamers in het Aert Berwoutstraatje, alle afkomstig uit de nalatenschap van hun vader. 1. GeschiedenisHet graf kan niet getraceerd worden in de leggers en ook door Martini wordt de zerk niet genoemd. Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |