huidige plaats | | in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, de derde travee vanaf het transept, ten zuidoosten van de vierde arcadepijler locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) |
maten | | 125 x 217 cm |
steensoort | | maaskalksteen |
inscripties | |
klik op de afbeelding om deze te vergroten.Het oppervlak is nogal glad geworden. In het midden is nog vaag een cirkel met dubbele rand te zien met daarin vroeger nog te ontwaren een kelk met hostie. Nu is alleen nog de rand van de cirkel te onderscheiden. Het schild hangt aan een lint dat is bevestigd aan de cirkelrand om de kelk. Van de later toegevoegde tekst op de buitenrand is het gedeelte op de linkerkant volledig verdwenen.
De zerk heeft een tekstband die op de hoeken wordt doorbroken door vierpassen met daarin de, enigszins vervaagde, evengelistensymbolen.
Alliantiewapen (1 schild): Gedeeld; I doorsneden; a twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken; b drie vierbladen; II een omgewende staande vis. In het Hs 1709, 51.1 is de staande vis niet omgewend.
Henrick Loekeman is een zoon van schoenmaker Cornelis Henricx Loekeman en zijn tweede vrouw Elisabeth Jans de Lu. Hij bereikte aan de Leuvense universiteit de graad van meester in de vrije kunsten en werd priester. In 1515/6 las hij zijn eerste mis in het koor van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, waarvan hij een jaar later gezworen broeder werd en waarvoor hij in de loop van zijn leven vele werkzaamheden zou verrichten. Henrick was bovendien notaris: vanaf 1526 schreef hij tientallen notariële akten en was daarmee de meest actieve notaris van de stad. In 1526/7 verwierf hij een beneficie in de Sint-Jan. Hij woonde aan de Peperstraat. Heer Henrick overleed op 31 maart 1560 (de zerk is in paasstijl gedateerd), de Broederschap hield een uitvaartmis voor hem op 6 april, waarna hij werd begraven bij het altaar van Sint-Rumoldus, waaraan zijn beneficie waarschijnlijk was verbonden (zie plattegrond altaren nr. 18).
Jan Loekeman, een broer van heer Henrick, was getrouwd met slagersdochter Heylwich Daniels Loyen (haar vader ligt elders in de Sint-Jan begraven, zie zerk 268), hun dochter Elisabeth huwde met korenkoper Jan Mathys Mathys. Deze echtelieden en hun zoon Mathys liggen eveneens onder de hier beschreven zerk begraven. Hun dochter Heylwich trad in het huwelijk met Adriaen Willems van Engelen en was moeder van Maria van Engelen, die op haar beurt trouwde met Jacob Jans Gijsselen. Dit laatste echtpaar is ook onder deze steen begraven. Ten slotte wordt op de zerk nog Ghysbert van Doren vermeld. Om wie het hier gaat is onduidelijk, een directe relatie met de voorgaande personen is niet gevonden. 1.
(Oud 139; Nieuw 477; Martini 287; Smits 103) *
Het graf stond in 1707 op naam van Gijsselen. In de legger van 1724 wordt de naam Adr Gijselen genoemd. Op 24 mei 1752 werd het graf eigendom van Jacob Gijselen. Vanaf 1779 ontbreekt alle informatie over dit graf in de leggers.
Zoals hiervoor is opgemerkt, werd Henrick Loekeman in 1560 begraven in de buurt van het altaar van Sint-Rumoldus. Nog in 1821 lag de zerk vlakbij de voormalige locatie van dit altaar, namelijk in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, in de eerste travee vanaf het transept, ten noordoosten van de tweede middenpijler. Omdat ook de locatieaanduidingen in de leggers hiermee overeenstemmen, mag geconcludeerd worden dat het graf tussen 1560 en 1821 niet of nauwelijks werd verplaatst. Tussen 1821 en 1912 kwam de zerk op de huidige plek te liggen.
| Doren, Ghijsbert van |
| Engelen, Adraen Willems van |
| Engelen, Maria van |
| · zie ook: 246. Jan Backers, 1651
|
| Gijsselen, Adr. |
| Gijsselen, Jacob |
| · zie ook: 246. Jan Backers, 1651
|
| Gijsselen, Jacob Jans 1650 |
| Loekeman, Cornelis Henricx |
| Loekeman, Henrick 31-3-1560 |
| Loekeman, Jan |
| Loekeman, Lyske |
| Loyen, Elisabeth |
| Loyen, Heylwich Daniels |
| Lu, Elisabeth Jans de |
| Mathys, Heylwich |
| Mathys, Jan Mathys |
| Mathys, Mathys |
Legenda: begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.