huidige plaats | | in de middenbeuk van het schip, in de eerste travee vanaf het transept, tussen de eerste arcadepijlers na de vieringpijlers locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) |
maten | | 86 x 171 cm |
steensoort | | maaskalksteen |
inscripties | |
klik op de afbeelding om deze te vergroten.De zerk is enigszins afgesleten, wat vooral geldt voor het wapen
We zien een randtekst, die op de hoeken wordt onderbroken door vierpassen met daarin de evangelistensymbolen. Op het middenveld zien we een cirkel met daarin een tweepas met een kelk met hostie. Aan de onderzijde van de cirkel hangt het wapenschild aan een lint.
Een op een grond rennende omziende haas, vergezeld in het schildhoofd van een jachthoorn.
Jan Dirck Amelis de Haze van Helmond was waarschijnlijk afkomstig uit Helmond. Vanaf 1534 wordt hij vermeld als beneficiant in de Sint-Jan. Daarnaast was hij vanaf dat jaar pastoor van Schijndel. Bovendien blijkt hij in 1556 rector van een altaar te Lithoijen en rector van een kapel in Eersel. Hij werd in 1532 gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap van ’s-Hertogenbosch en betaalde nog tijdens zijn leven, in 1544, zijn doodschuld aan die broederschap. Hij overleed op 7 september 1556 en werd in de Sint-Jan begraven. 1.
(Oud 191; Nieuw 188; Martini 235; Smits 286) *
Het graf stond in 1707 te boek als graf van Hr Hubert. De legger van 1724 vermeldt de overboeking op naam van Abraham Hubert, Raedt deser Stadt, zijn broers en zusters en zijn kinderen. De legger van 1752-1755 noemt als nieuwe eigenaren van het graf de kinderen, kleinkinderen en verdere nazaten van Abraham Hubert den Ouden, in leeven Oud Schepen en Raadt deezer Stad. Verder kwam het graf op naam van de kinderen, kleinkinderen en verdere nazaten van de inmiddels overleden Maria Anna Hubert. Zij was de echtgenote van Abraham Fetmenger (zie ook zerk 314). Op 5 juni 1779 kwam het graf op naam te staan van Abraham Fetmenger. Ten slotte, zo blijkt uit de legger van 1804-1805, werd het graf eigendom van Elisabet de Gast, zijn weduwe, alsook van zijn kinderen.
Martini situeerde de zerk in 1821 in de zuidelijke kooromgang, ten noordoosten van de vijfde middenpijler vanaf het transept. Hij lag hier in ieder geval sinds 1707. Op de plattegrond van Smits is de zerk niet terug te vinden. Pas op die uit 1991 komt hij weer voor, en wel op zijn huidige plek.
Legenda: begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.