Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingDe zerk is erg vaag geworden. Het wapen is niet meer te zien en van de cirkel waarin het zich bevond zijn alleen nog vage contouren te herkennen. De zerk heeft een tekstband die op de hoeken is voorgesteld als zijnde omgeslagen. De inscriptie in de tekstband loopt zeer waarschijnlijk door op het middenveld onderaan; dit laatste gedeelte van de inscriptie staat dan wel ondersteboven. Het vervolg van de inscriptie begint dan weer op de tekstband onderaan. In het midden van het middenveld bevond zich een cirkel met rand met daarin het wapen dat met een lint is opgehangen aan de cirkel. WapensHs 1709, 166.1: drie omgewende vissen. BijzonderhedenHs 1709 geeft als tekst: ‘hier leet begraven Jan Cornelisz die sterft 54 / op nieuwe jaars dagh / ende Peterken Luijts sijn huijsvrouw sterft / 1553 den 13 April.’ Jan Cornelis Roelofs was viskoper van beroep en woonde in de Visstraat. Vanaf 1522 tot aan zijn dood was hij vrijwel bij voortduring pachter van de accijns van de vistol. In 1528 was hij deken van de jonge schuts. Tussen 1538 en 1552 was hij vijfmaal deken van het ambacht van de viskopers. Hij was getrouwd met Peterken Byts. In 1522 was hij gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap geworden. Een neef van hem, Goyaert Cornelis Cornelis Roelofs, was vanaf 1558 meester van het Groot Gasthuis. Jan overleed op 1 januari 1555, de overlijdensdatum op de zerk is in paasstijl. 1. Geschiedenis(Nieuw 285; Martini 129; Smits 48A) * Het graf was in ieder geval vanaf het midden van de achttiende tot in de negentiende eeuw eigendom van de kerk. Uit de plattegrond van Martini blijkt dat de zerk in 1821 in de meest noordelijke travee van het noordertansept lag, enkele meters ten zuidwesten van het noordportaal, een positie die hij zeker al vanaf het midden van de achttiende eeuw had ingenomen. Tussen 1821 en 1912 kwam hij op zijn huidige plek te liggen. Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |