Beschrijving

De zerk is erg afgesleten. In de bovenhelft zien we, als boven een tafel, het wapen dat is weergegeven onder een guirlande. Deze guirlande is opgehangen aan drie ringen, waarbij de uiteinden links en rechts bestaan uit een neervallende doek. In het midden van de doorzakkende gedeelten is, op een tekening van de zerk uit circa 1900, een ronde vrucht weergegeven omgeven door klaverblaadjes. Een zelfde versiering hangt vanaf de middelste ring. Een nog oudere tekening beeldt in plaats van vruchten rozetten af. De onderhelft toont onder de als tafel voorgestelde bovenrand een inscriptieplaat, die links en rechts wordt omgeven door twee grote voluten in de vorm van bloemguirlandes. Van de onderste lus van de voluten hangt een lint dat door drie ringen onderaan de rand loopt.

Wapens

Alliantiewapen echtpaar (2 schilden, vrouwswapen in ruitvorm): 1 een hoofdbalk ^1., vergezeld boven van een knijpbril en beneden van drie zespuntige sterren (2,1) [Brull]; 2 een dwarsbalk, vergezeld boven van een uitkomende leeuw en beneden van drie zespuntige sterren [Walters]. Beide schilden hangend aan een lint uit de helm komend, welke lint zich achter de wapens voortzet en midden onder eindigt in kwasten. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een zespuntige ster.

Bijzonderheden

Mathijs Brull, overleden in 1667, was schepen van ’s-Hertogenbosch in 1639, 1643, 1646, 1650 en 1651. Hij was een zoon van Nicolaes Brull en Beatrix. Zijn echtgenote Maria Japin of Chappien was een dochter van Jan Chappien. Het huwelijk van Mathijs Brull en Maria Japin bleef kinderloos. In hun testament hadden zij hun bezittingen verdeeld over beider families: ooms en broers, neven en nichten. Mathijs Brull bezat sinds 1644 het huis ‘De Moriaan’ in de Verwersstraat. Hij liet het na aan zijn vrouw. Na haar dood werd het door haar executeurs-testamentair verkocht. De relatie tussen Mathijs Brull en de eerstgenoemden op de zerk: Mathijs Brull en Maria Walters, kon nog niet worden vastgesteld. ^2.

Geschiedenis

(Oud 513/336; Nieuw 422; Martini 101; Smits 67) ^*
Het graf van Brul werd op 29 november 1754 op last van de Heeren Schepenen overgeboekt op naam van de kinderen van wijlen Abraham van Ruelo en Emerentia van Woerkom, te weten Johan van Ruelo, Christina van Ruelo, echtgenote van T. van Berchuis, Oud Scheepen en Raad deezer Stad, Anna Ulrica van Ruelo, echtgenote van Jan Lodewijk Graham Tielen, Maria Louisa van Ruelo, echtgenote van Francois Adam Doornik, en Louis Florentius van Ruelo. Gelijktijdig kwam het graf op naam van Isaacq van Ruelo, notaris binnen deeze Stad, en twee van zijn kinderen, te weten Johannes en Magdalena Henrietta van Ruelo. De relatie van deze Isaacq met de daarvoor genoemde personen is niet duidelijk. De leggers van 1779 en 1804-1805 vermelden enkel nog de naam van Louis Florentius van Ruelo. In 1821 lag de zerk in de noordelijke binnenzijbeuk van het middenschip, in de derde travee vanaf het transept, even ten zuidwesten van de derde middenpijler. De locatieaanduidingen in de leggers stemmen daarmee overeen. Tussen 1821 en 1912 werd hij verlegd naar zijn huidige plek.

Personen