Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingVan de in een redelijke staat bewaarde zerk zijn alleen de letters van de latere inscriptie enigszins vervaagd. De zerk heeft een tekstband die op de hoeken is voorgesteld als zijnde omgeslagen. Hierbinnen bevindt zich de inscriptie in mooie grote kapitalen. De letters van de latere inscriptie op het bovengedeelte van het middenveld zijn minder diep gegraveerd en kleiner van vorm. In het midden van de zerk zien we een verdiepte cirkel met rand en daarin het wapenschild, dat met een dichtgegespte riem is opgehangen aan de cirkelrand erboven. WapensDrie drielingsbalken; een schildhoofd; een vrijkwartier met drie molenijzers (2,1). De vader van Peter, Willem van den Bosch, schepen, en Johan van den Bosch, schepen in 1627, voerden een identiek wapen, waarbij bij de laatste het zichtbare deel van het schildhoofd is gevuld met krulwerk, waarmee men wilde aangeven dat het desbetreffende wapendeel blanco was. Zowel op de zerk als op de schepenzegels heeft het vrijkwartier dezelfde hoogte als het schildhoofd, dat op de zerk de hoogte heeft van het halve schild. BijzonderhedenPeter van den Bosch, zoon van de Bossche schepen Willem van den Bosch, was van 1491 tot aan zijn dood in 1537 kanunnik van de Bossche Sint-Jan. Daarnaast was hij ook kanunnik in Boxtel en bezat hij elders diverse beneficies. Hij woonde meestal in Leuven, waar hij vermoedelijk canoniek recht doceerde en de laatste zeven jaar van zijn leven deel uitmaakte van de universiteitsraad. Peter verwekte bij verschillende vrouwen natuurlijke kinderen. Aleyt Arnt Bernts werd rond 1506 de moeder van Willem, die evenals zijn vader priester werd. Vanaf 1541 tot aan zijn dood in 1583/4 wordt hij vermeld als beneficiant in de Sint-Jan. Willem had bij een onbekende vrouw een natuurlijke zoon Peter, die op zijn beurt priester werd. Op jeugdige leeftijd werd hij in 1559 rector van de Sint-Corneliskapel in ’s-Hertogenbosch. Later bezat hij ook beneficies in de kerk van het begijnhof en in de Sint-Jan. Hij woonde in de Peperstraat. In 1601 maakte hij zijn testament, dat hij op de dag van zijn overlijden nog liet aanpassen. Een andere zoon van kanunnik Peter van den Bosch, verwekt bij Elisabeth, een natuurlijke dochter van mede-kanunnik Rutger Bolcx, was Jan, geboren in het eerste decennium van de zestiende eeuw en overleden in 1558. Jan had bij een onbekende vrouw een zoon Willem, geboren rond 1543. Deze Willem was procureur bij de Bossche schepenbank en notaris. Na de Beeldenstorm van 1566 werd hij in 1568 door de Raad van Beroerten veroordeeld tot verbanning en confiscatie van zijn goederen. Na enige jaren in ballingschap te hebben geleefd in Boekel in het land van Ravenstein maakte hij in 1570 gebruik van het generaal pardon om terug te keren naar ’s-Hertogenbosch. Nadat de bisschop hem in 1573 had gerehabiliteerd, werden in 1574 zijn geconfisqueerde goederen aan hem teruggegeven. Willem was gehuwd met Agnes Rombout Herman Rombouts. Een van hun kinderen heette Jan. Deze Jan was volgens de inscriptie op de grafzerk maar liefst 35 jaar lang stadhouder van de hoogschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch en in 1626 eenmaal schepen van de stad. Hij was in eerste echt verbonden met Johanna, dochter van Andries Henricx van Broeckhoven en Anna van Dueren, en hertrouwde met Maria Adriaens van Sprang († 1637). Hij werd in 1643 bij zijn eerste vrouw en bij zijn achterneef heer Peter in de Sint-Jan begraven. 1. Geschiedenis(Oud 441; Nieuw 639; Martini 60; Smits 29) * In 1707 stond het graf op naam van Jan Commu. In latere leggers komen geen namen van eigenaren van het graf meer voor. Daaruit blijkt dat het graf tussen 1724 en 1752 in het bezit van de kerk was gekomen. Martini situeerde de zerk in 1821 in het middenschip van de kerk, in de tweede travee vanaf het westen. Hij lag in ieder geval in 1707 al op deze plek. Ten laatste in 1912 werd de zerk enkele meters naar het noordoosten verplaatst. Ten tijde van de restauratiewerkzaamheden in 1981 werd hij opnieuw verlegd, en wel naar zijn huidige plek in de noordelijke buitenzijbeuk. Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |