Bron: Foto RCE

 

47 Roelant Scholt, 1714


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in de noordelijke buitenzijbeuk van het schip, de eerste travee vanaf het transept, ten zuidoosten van de tweede muurpijler

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 120 x 229 cm
steensoort maaskalksteen met witte aders
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

Er loopt een breuk van links naar rechts in het bovengedeelte. Een groot stuk van de linkerbenedenhoek is verdwenen, evenals een klein stukje van de rechterbovenhoek. Bovendien is links van het midden een nieuw stukje steen ingezet en is daaronder rechts een grove beschadiging te zien. Het grootste gedeelte van de inscriptie is verdwenen.
Er zijn een drietal kruisjes aangebracht, in het midden bovenaan en onderaan en verder linksboven. De kruisjes wijzen op het oorspronkelijke gebruik van de zerk als altaarsteen.

Bijzonderheden

Hs 1709 146.3 en 165.4 vermeldt de inscriptie: begraeffenisse van Roelant Scholt. Roelant Scholt werd op 25 februari 1649 gedoopt in de hervormde kerk van Sprang als zoon van Bernard Paulus Scholt en Elisabeth de Bye. Zijn vader was chirurgijn te Sprang en in de jaren 1650 drossaard of schout van Moergestel. Roelants broer Paulus was medicus en schepen van Tilburg; een andere broer Johan was schepen van Oisterwijk. Roelant vestigde zich in ’s-Hertogenbosch. In oktober 1676 – hij was toen klerk van het Groot Gasthuis – verwierf hij het poorterschap van deze stad. Van 1682 tot zijn dood was hij rentmeester van deze instelling. Daarnaast vervulde hij de functies van penningmeester en dijkschrijver van diverse polders in de omgeving van Den Bosch en was hij aan het eind van zijn leven rentmeester van het Loyers- of Kuystensgasthuis. Bovendien was hij als koopman actief. In 1680 trad Roelant in Den Bosch in het huwelijk met Vreda van Keppelfox, geboren in Oisterwijk, op dat moment woonachtig in Deventer. Zij was een dochter van Werner van Keppelfox, in 1649 stadhouder van de hoogschout voor het kwartier van Oisterwijk en vanaf 1650 stadhouder van de landdrost van de Meierij. Het echtpaar liet tussen 1681 en 1690 een achttal kinderen dopen in de Grote Kerk. Vanaf 1700 woonde het gezin in het voormalige refugiehuis van het klooster Marienhage in de Orthenstraat. De laatste rustplaats van het echtpaar bevindt zich in de Sint-Jan. Vreda werd hier in februari 1692 begraven, Roelant volgde haar op 4 december 1714. 1.

Geschiedenis

(Oud 255; Nieuw 366; Martini 110) *
In 1707 stond het graf geregistreerd als t’ graft van Scholten. In de legger van 1724 staat de overboeking vermeld op naam van ... Scholt, echtgenote van de Hr Keppel Fox. Vervolgens ging het eigendom over naar Maria Vreda van Blootenburg, de dochter van Vreda Elisabet Scholt en Daniel van Blootenburg. Op 8 mei 1752 stond het nog altijd op haar naam. Op dat moment was zij getrouwd met Jacob van Brandwijk, regerent Scheepen deeser Stad. In de leggers van 1779 en 1804-1805 ontbreken de gegevens over het bezit van het graf.
In 1821 lag de zerk in de noordelijke buitenzijbeuk van het schip, in de tweede travee vanaf het transept. Dit moet ook de locatie zijn geweest waar Roelant Scholt in 1714 werd begraven. Tegenwoordig ligt de zerk enkele meters ten oosten van deze plek.

Personen

 Blotenburg, DaniĆ«l van
· zie ook: 356. Jacob van Brandwijk, 1784
 Blotenburg, Maria Vreda van
· zie ook: 326. Jacob Aertsen de Gruyter, 1683
· zie ook: 356. Jacob van Brandwijk, 1784
 Brandwijk, Jacob van
· zie ook: 52. Jan van Blotenburch, 1674
· zie ook: 341. Jacob van Brandwijk, 1784
· zie ook: 356. Jacob van Brandwijk, 1784
 Bye, Elisabeth de
Keppelfox, Vreda van
 Keppelfox, Werner van
 Scholt, Bernard Paulus
 Scholt, Johan
 Scholt, Paulus
Scholt, Roelant † 1714
 Scholt, Vreda Elisabeth
· zie ook: 356. Jacob van Brandwijk, 1784

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie