|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in de zuidelijke binnenzijbeuk van het koor, de vierde travee vanaf het transept, de middelste van drie zerken | maten | | 160 x 287 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De nu volledig lege zerk heeft oorspronkelijk gediend als altaarsteen, wat op te maken is uit de drie kruisjes, twee en een, aan de rechterzijde en in het midden. Het aanwezige gegraveerde nummer en het gladde oppervlak duiden er samen op dat de steen beschikbaar was als grafsteen. (Oud 473; Nieuw 11) * Op 13 mei 1630 kocht joncker Henrick van Bergainie hooch ende leech schouteth deser stadt de grafzerk die tot dan toe als altaarsteen dienst had gedaan opten outaer in Sint Annen capelle. 1. In de legger van 1707 wordt gesproken van de kelder van den hr hoogh schouth Bergange. Het gaat hier om Hendrik van Bergaigne (circa 1588-1666), hoogschout van ’s-Hertogenbosch. 2. Tussen 1724 en 1738 kwam de kelder in het bezit van de kerk en op 22 november 1738 werd hij gekocht door Cornelia Pets, inclusief zerk en ingangssteen. Haar echtgenoot, de predikant en professor Lucas van Eybergen, was acht dagen daarvoor overleden. Dat het bij deze koop om de hier behandelde zerk gaat, blijkt behalve uit het registratienummer ook uit de oppervlakte van de steen, die overeenkomt met de maat van 60 vierkante voet, zoals in de legger genoemd. Met de koop kwam de kelder op naam van Alexander Bernard van Eijbergen; Catarina van Eijbergen, weduwe van de predikant van Eindhoven en Woensel, Kuijpers; en Luijtenant Andreas Henricus Terstal, echtgenoot van Isabella van Eijbergen. Op 30 maart 1756 werd de overboeking geregistreerd naar de kinderen van de toen reeds overleden Alexander Bernard van Eijbergen, te weten Lucas en Johanna van Eijbergen; en de echtgenoot van Cornelia Maria van Eijbergen, de Luijtenant ten dienste deezer Lande Pieter Hubert. Voorts Isabella van Eijbergen; en de zoon van Catharina van Eijbergen, Lucas Cuijpers. Op 30 juni 1779 werd de kelder overgeboekt op naam van de al genoemde Cornelia Maria van Eijbergen, weduwe van Pieter Hubert, en hun kinderen. De legger van 1804-1805 geeft aan dat van die kinderen enkel een dochter rechthebbend was. In de eerste helft van de zeventiende eeuw lag de zerk op het hoogkoor, vermoedelijk ten zuiden van de zerk van Johan Ruijsch en Clara Beune (zie zerk 470), in de vijfde travee vanaf de viering. Hij bleef daar zeker tot het begin van de negentiende eeuw liggen. Martini maakte in 1821 geen melding van de zerk. Desondanks zal hij niet verplaatst zijn voor 1839, het jaar waarin de zerken van het hoogkoor met de vernieuwing van de vloer werden verlegd. De plattegronden van 1912, 1947 en 1978 maken geen melding van de zerk. Op die van 1991 ligt hij op zijn huidige plek. | anoniem | | Bergaigne, Hendrik van | | · zie ook: 352. Martinus Ackersdijck, 1674
| | · zie ook: 476. Willem Wilich, 1653
| | Cuijpers, Lucas | | Eijbergen, Alexander Bernard van | | Eijbergen, Catarina van | | Eijbergen, Cornelia Maria van | | · zie ook: 299. Laurens de Bruijn, 1713
| | Eijbergen, Isabella van | | Eijbergen, Johanna van | | Eijbergen, Lucas van | | · zie ook: 299. Laurens de Bruijn, 1713
| | Eybergen, Lucas van | | Hubert, Pieter | | · zie ook: 299. Laurens de Bruijn, 1713
| | · zie ook: 428. Herman Cremers, 1721
| | Kuipers, N.N. | | Pets, Cornelia | | · zie ook: 299. Laurens de Bruijn, 1713
| | Terstal, Andreas Henricus | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|