huidige plaats | | in de zuidelijke kooromgang, de travee tegenover de eerste straalkapel vanaf het transept, de middelste van drie zerken ten zuiden van de zesde koorpijler |
maten | | 154 x 253 cm |
steensoort | | maaskalksteen |
inscripties | |
klik op de afbeelding om deze te vergroten.Links onder het midden vertoont het oppervlak een diepe beschadiging. Het oppervlak van de zerk is helemaal leeg.
(Oud 485; Nieuw 22) *
Begin achttiende eeuw stond deze kelder op naam van de heer Groenesteijn. Op 13 augustus 1726 werd hij verkocht aan mevrouw Van der Hoeve, weduwe van Marten de Tombe, Rentmr der Clarissen en Raad deser Stadt. Nadat hij tussen 1726 en 1752 aan de kerk vervallen was, werd hij op 15 oktober 1764 verkocht aan Arendt Verspijck, Raad en out schepen alhier. Naast de zerk kocht hij ook een ingangssteen die tegenwoordig niet meer in de kerk ligt. Op 10 april 1779, Arendt was inmiddels overleden, kwam de kelder op naam van zijn weduwe Theodora Elisabeth Nobel en hun kinderen Agnetha, echtgenote van C.J. Bisdom; Daniel Baert; Leonora Helena; en Agatha Petronella Verspijck. In de legger van 1804-1805 worden nog enkel de namen van Agnita en Daniel Baart Verspijck genoemd.
Uit de leggers kan opgemaakt worden dat het graf in ieder geval vanaf begin achttiende eeuw op het koor lag, hoogstwaarschijnlijk in de eerste travee vanaf de viering. Op de plattegronden van 1821 en latere jaren komt de zerk niet voor, wel op die van 1991. Hij ligt dan op de huidige plek.
| anoniem |
| Bisdom, Carel Jan |
| · zie ook: 94. Nicolaes Blom, 1680
|
| · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
|
| Groenesteijn, N.N. |
| Hoeve, N.N. van der |
| Nobel, Theodora Elisabeth |
| Tombe, Marten de |
| Verspijck, Agatha Petronella |
| Verspijck, Agnetha |
| Verspijck, Arendt |
| Verspijck, Daniel Baert |
| Verspijck, Leonora Helena |
Legenda: begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.