Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingHet betreft hier een inscriptiezerk zonder wapen. De sterfdatum van de eerste persoon is niet ingevuld. BijzonderhedenWillem Jacobs Vregge(n), afkomstig uit Budel, deed in januari 1681 zijn belijdenis en werd zo lid van de hervormde gemeente van Den Bosch. Een jaar later wordt in het lidmatenboek vermeld dat hij is vertrokken naar Leiden, waar ook zijn broer Frans al woonde. Hij is niet lang in Holland gebleven, in april 1684 trouwde hij in ’s-Hertogenbosch met Magdalena Kerck. Willem was smid van beroep. Daarnaast was hij actief in de handel in onroerend goed en werkte hij mee aan de ontmanteling van de geestelijke goederen in de stad: zo kocht hij in 1690 de Sint-Anthoniekapel en in 1706 delen van de Geertruikerk. In 1716 wordt hij vermeld als een van de pachters van de Grote Brabantse Zwijgende Landtol. Van 1717 tot 1721 was hij provisor van het Van de Avenne-gasthuis. Blijkens zijn grafzerk was hij bovendien ouderling van de hervormde gemeente. Willem en Magdalena waren de ouders van Anna, gedoopt op 8 juni 1685 in de Grote Kerk, die ruim een jaar later op het Sint-Janskerkhof werd begraven. Het huwelijk bleef daarna kinderloos. Magdalena werd op 14 augustus 1708 in de Sint-Jan begraven. Willem hertrouwde in 1710 met Johanna Martel uit Leiden. Ook dit huwelijk bleef kinderloos. Willem overleed op 17 februari 1724 en werd zes dagen later in de Sint-Jan begraven. Zijn weduwe, die in de bronnen na Willems dood steeds Johanna de Jongh wordt genoemd, hertrouwde in 1725 met Leonard Ragaij (1700 Grave - 1758 Vught), secretaris van de heerlijkheid Vught en Cromvoirt. Enkele maanden later overleed zij, op 7 december 1725 werd zij in de Sint-Jan begraven. Hoewel ze niet op de zerk wordt vermeld is het waarschijnlijk dat ook Johanna Martel / De Jongh hier haar laatste rustplaats heeft gevonden. 1. Geschiedenis(Oud 163; Nieuw 217; Martini 252; Smits 283) * Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |