Bron: Van Valkenburg BC
|
|
299 Laurens de Bruijn, 1713
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in het noordtransept, de zuidelijke travee, de tweede west-oostelijke rij van vijf zerken, de tweede zerk vanaf het oosten locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 129 x 266 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.Met uitzondering van het registratienummer en enkele disparate letters is er niets meer op de zerk te ontwaren. In 1632 werd Cornelis Verheijen poorter van ’s-Hertogenbosch. Hij zal zich kort na de verovering door Frederik Hendrik in de stad hebben gevestigd. Mogelijk was hij afkomstig uit Zaltbommel. Hij verdiende zijn brood als stadsbode op Den Haag. Cornelis was minstens driemaal getrouwd. Zijn eerste vrouw was Jenneken de Bruijn, in 1646 hertrouwde hij met Maria Haddewiele en in 1657 met Eva Schrevelius uit Leiden. Zij werden achtereenvolgens in 1631, 1656 en 1665 in de Sint-Jan begraven. Cornelis overleed in of kort voor 1682 en zal ook in de Sint-Jan zijn begraven. Twee van zijn kinderen bereikten de volwassen leeftijd: Cornelis (1650-1703) en zijn veel oudere zus Maria. Die laatste ging in november 1655 in Den Bosch in ondertrouw met Johannes de Bruijn († 1669), predikant van Babyloniënbroek en Hil. Van beiden wordt dan gezegd dat ze afkomstig waren uit Zaltbommel. Johannes en Maria kregen (minstens) vier kinderen. Eén van hen, Laurens, werd op 25 november 1657 te Babyloniënbroek gedoopt. Hij vertrok naar Oost-Indië en bracht het daar tot schepen van Batavia. Begin achttiende eeuw keerde hij terug naar Europa en vestigde zich waarschijnlijk eerst in Middelburg. Daar (of wellicht al in Batavia?) trouwde hij met de Vlissingse Cornelia Pets of Petz. In of kort voor 1709 verhuisde het echtpaar naar ’s-Hertogenbosch, waar zij een groot pand aan het Volderstraatje betrokken. In januari 1709 werden beiden lidmaat van de Bossche Nederduits-gereformeerde gemeente. In 1711-1712 was hij rentmeester van het Leprozenhuis te Hintham. Laurens overleed op 17 april 1713 en werd vijf dagen later in de Sint-Jan begraven in het graf van de familie Verheijen. Al voor zijn dood had Laurens daar een steen met inscriptie laten aanbrengen. In 1709 luidde die: de Begraeff Plaetse van Laurens de Bruijn (Hs 1709, 168.4). Na zijn dood werd hieraan nog toegevoegd: gestorven den 17 April ao 1713 (Hs Martini, nr. 126). 1. Cornelia bleef in ’s-Hertogenbosch wonen en hertrouwde in 1723 met Lucas van Eijbergen (1663-1738). Geboren in Doesburg had Lucas in Groningen theologie gestudeerd, waarna hij predikant werd, achtereenvolgens in Loenen op de Veluwe, Brummen en vanaf 1693 in ’s-Hertogenbosch. In 1706 werd hij bovendien benoemd tot hoogleraar in het Grieks aan de Illustre School, vanaf 1730 was hij er professor in de theologie. Mr. Alexander Berend van Eijbergen (ca. 1688-1752), een zoon van Lucas uit zijn eerste huwelijk met Gesina Huchting, was vanaf 1719 vijfmaal schepen van Den Bosch en vervulde daarnaast verschillende andere openbare functies. Het huwelijk van Lucas en Cornelia bleef kinderloos. Lucas overleed op 14 november 1738 en werd op de 22ste begraven in de Sint-Jan, in een graf dat Cornelia die dag van de kerkfabriek had gekocht. Zijzelf stierf op 26 of 27 augustus 1739 en werd op 1 september met haar tweede man herenigd. In haar testament liet ze enkele legaten na aan familieleden in Vlissingen en elders, tot erfgename benoemde ze echter Cornelia Maria van Eijbergen, dochter van haar stiefzoon Alexander Berend, later huisvrouw van Pieter Hubert. 2. (Oud 49/357; Nieuw 292; Martini 126; Smits 323) * In 1707 stond het graf op naam van Verheijde. Uit Hs 1709 blijkt dat de zerk toen inmiddels eigendom was geworden van Laurens de Bruijn en voorzien van zijn naam. Of de zerk oorspronkelijk een andere inscriptie droeg, kan niet met zekerheid gezegd worden. Ten laatste in 1724 kwam het graf op naam te staan van de kinderen van de toen overleden Maria Verheijen en haar echtgenoot Johannis de Bruijn, broers en zussen van Laurens. Tussen 1724 en 1752 kwam het graf in het bezit van de kerk. De plattegrond van Martini laat zien dat de zerk in 1821 in de zuidelijke travee van het noordtransept lag, enkele meters ten noordoosten van de noordwestelijke vieringpijler. Het graf, en waarschijnlijk ook de zerk, bevonden zich hier al in 1707. Wanneer de zerk naar de huidige plek, slechts enkele meters daarvandaan, werd overgebracht, is niet bekend. Smits vermeldde weliswaar het opschrift van de zerk, maar liet na deze aan te duiden op zijn plattegrond. Ook op de plattegronden van 1947 en 1978 komt de zerk niet voor. Wel op die van 1991, hij is daar aangegeven op de huidige plek. | Bruijn, Jenneken de | | Bruijn, Johannes de | | Bruijn, Laurens de 17-4-1713 | | Eijbergen, Alexander Berend van | | Eijbergen, Cornelia Maria van | | · zie ook: 469. Anoniem
| | Eijbergen, Lucas van | | · zie ook: 469. Anoniem
| | Haddewiele, Maria | | Hubert, Pieter | | · zie ook: 428. Herman Cremers, 1721
| | · zie ook: 469. Anoniem
| | Huchting, Gesina | | Pets, Cornelia | | · zie ook: 469. Anoniem
| | Schrevelius, Eva | | Verheijen jr., Cornelis 1703 | | Verheijen sr., Cornelis | | Verheijen, Maria | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|