Bron: Foto RCE
|
|
287 Johannes Philippus van Eys, 1777
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
huidige plaats | | in het noordtransept, de middelste travee, de middelste zerk van de noordelijke rij van drie zerken locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 177 x 320 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De voorstelling van deze indrukwekkende zerk is verdeeld over twee gedeelten. Bovenin zien we in een verdiept veld in tamelijk hoog reliëf het wapen, waarvan het wapenschild is vormgegeven met voluutachtige randen. Het ondergedeelte is een verhoogde inscriptieplaat met een uitstulping middenboven. De plaat is leeg gebleven met uitzondering van de vijfregelige inscriptie. Twee verkorte smalle kepers, vergezeld van drie gesteelde en gebladerde druiventrossen, waarvan van de beide bovenste de stelen elkaar kruisen. Geplaatst in een cartouche-achtig schild dat met een lint is opgehangen aan een kroon van vijf bladeren, terwijl vanachter de cartouche en de kroon versieringen in de vorm van dekkleden tevoorschijn schieten. Johan Philip van Eijs werd op 13 augustus 1704 geboren te Amsterdam als zoon van de uit Aken afkomstige koopman Gillis van Eijs, die in 1683 was gehuwd met Medelaine Hamal uit Sedan, de dochter van een bierbrouwer. In september 1727 verkreeg hij het poorterschap van ’s-Hertogenbosch. Een maand eerder was hij in het huwelijk getreden met zijn naamgenote Geertruy Françoise van Eijs, geboren in 1698 als dochter van de koopman Leonard van Eijs en van Sara Verster. Uit het huwelijk van Johan Philip en Geertruy Françoise werd begin september 1729 een dochter Magdalena geboren. De moeder bezweek in het kraambed en ook Magdalena overleed al na drie weken. In 1737 hertrouwde Johan Philip van Eijs met de 38-jarige Johanna Alida Pels, dochter van Willem Pels en Johanna van Blotenburg. Uit dit tweede huwelijk werd wederom een dochter geboren, te weten Johanna Clasina Abigael, die in 1753 op zeer jonge leeftijd in het huwelijk zou treden met Nicolaes Jeremias Storm van ’s Gravesande. Nadat Johan Philip van Eijs in 1747 na tien jaar huwelijk wederom weduwnaar was geworden, trad hij in 1749 voor de derde maal in het huwelijk, en wel met Margaretha Maria de Lobell, dochter van president-schepen mr. Daniël de Lobell en Dina Vis. Ook zijn derde echtgenote zou hem echter voorgaan in de dood: zij overleed in december 1769. In 1738 was Johan van Eijs voor de eerste maal in de schepenbank benoemd. Tot 1772 zou hij daarin in totaal tienmaal zitting nemen. In 1750 vervulde hij tevens het ambt van postmeester. Hij woonde aan het Sint-Jacobskerkhof in wat genoemd werd ‘Het groot huis’, dat voorheen deel had uitgemaakt van het Baselaarsklooster. Johan Philip van Eijs overleed te ’s-Hertogenbosch op 22 oktober 1777. Mr. Boudewijn Donker Curtius was zijn executeur-testamentair. 1. (Oud 475; Nieuw 9; Martini 8; Smits 179) * In de oudste legger is sprake van de kelder van jonkheer van Thienen. Voor 1724 kwam deze op naam van Philip van Tienen, Oudt Raedt deser Stadt. 2. Op 7 juni 1752 werd de kelder overgeboekt op naam van Geertruda Ermgarda Schriek, weduwe van Jacob van Thienen, en haar niet nader aangeduide zuster, kleinkinderen van de oorspronkelijke eigenaar. Na 1755 viel hij toe aan de kerk om in 1772 te worden doorverkocht aan Johan Philip van Eijs. De zerk en de ingangssteen (zie zerk 489), aanvankelijk eigendom van Antonij Delruel, testamentair erfgenaam van juffrouw Schriek, werden door de kerk eveneens verkocht aan Van Eijs, vervolgens ontdaan van hun oorspronkelijke inscriptie en opnieuw gebruikt. Op 1 mei 1779 werd de kelder overgeboekt op naam van de kinderen van Abigail van Eijs, dochter van Johan Philip van Eijs. Dit waren Johanna Philippina Storm van ’s Gravesande, echtgenote van de luitenant der cavalerie Isack Ferdinand van Mansveld, en haar broers Ewoud Lodewijk, Johan Philip, Dirk en Carel Storm van ’s Gravesande. In het begin van de negentiende eeuw voegde zich bij deze eigenaren ook Georg Antoni van Mansveld. Hij was een zoon van de genoemde Isack Ferdinand van Mansveld en Johanna Philippina Storm van ’s Gravesande. Martini situeerde de zerk in 1821 op het hoogkoor, in het midden van de vierde travee vanaf de viering, waar hij zeker al sinds 1707 had gelegen. In 1839, bij de vernieuwing van de vloer in het hoogkoor, werd de zerk naar de huidige locatie overgebracht. | Blotenburg, Johanna van | | Delruel, Antonij | | · zie ook: 270. Jan Kerfis, 1664
| | Donker Curtius, Boudewijn | | · zie ook: 382. Joest Roeversz., 16de eeuw
| | Eys, Geertry Francoise van | | Eys, Gillis van | | Eys, Johanna Clasina Abigael van | | Eys, Johannes Philippus van 1777 | | · zie ook: 52. Jan van Blotenburch, 1674
| | · zie ook: 328. Nicolaas de Lobell, 1666
| | · zie ook: 489. Johannes Philippus van Eys, 18de eeuw
| | Eys, Leonard van | | Eys, Magdalena van | | Hamal, Medelaine | | Lobell, Daniël de (x D. Vis) | | Lobell, Margaretha Maria de | | Mansveld, George Antoni van | | · zie ook: 94. Nicolaes Blom, 1680
| | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Mansveld, Isack Ferdinand van | | · zie ook: 94. Nicolaes Blom, 1680
| | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Pels, Johanna Alida | | · zie ook: 328. Nicolaas de Lobell, 1666
| | Pels, Willem | | Schriek, Geertrud Ermgarda | | Storm van 's Gravesande, Carel | | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Storm van 's Gravesande, Dirk | | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Storm van 's Gravesande, Ewoud Lodewijk | | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Storm van 's Gravesande, Johan Philip | | Storm van 's Gravesande, Johanna Philippina | | · zie ook: 94. Nicolaes Blom, 1680
| | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Storm van 's Gravesande, Nicolaes Jeremias | | · zie ook: 94. Nicolaes Blom, 1680
| | · zie ook: 361. Laurens van ’s Gravesande, 1686
| | Thienen, Filip van 1654 | | Tienen, Jacob van | | Tienen, Philip van | | Verster, Sara | | Vis, Dina | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene.
|