Bron: Foto RCE

 

190 Pieter de Coningh, circa 1700


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, de eerste travee vanaf het transept, ten noorden van de eerste middenpijler

maten 104 x 219 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De zerk is erg afgesleten. Heel vaag zijn de contouren te onderscheiden van een kanunnik- of priesterfiguur met zijn hoofd rustend op een kussen. Aan de linkerzijde resten twee hoekvierpassen met daarin de evangelistensymbolen. Hier bevinden zich ook de bewaard gebleven letters van de inscriptie. De drie hoofdletters bevinden zich in een klein verdiept veldje boven het kussen. De verdiepte ligging van de kelk doet vermoeden dat deze met ander materiaal ingelegd is geweest. De twee punten daarin wijzen op de bevestiging daarvan.

Bijzonderheden

Pieter de Coningh (PDK) werd in januari 1679 met attestatie uit Breda ingeschreven als lidmaat van de hervormde gemeente van ’s-Hertogenbosch. Hij was werkzaam voor de landsregering als commies-extraordinaris van ’s lands bovencomptoren. In 1690 kocht hij in Den Bosch het huis ‘De Plaats Royaal’ Achter het Stadhuis. In Vught schafte hij dat jaar het landgoed Zionsburg aan, het terrein van de voormalige commanderij van de Duitse Orde. In de daaropvolgende jaren breidde hij het terrein van dit landgoed door grondaankopen verder uit. In 1693 had hij een nieuw graf in de Sint-Jan gekocht, leggende bij het doophuijsje. Pieter overleed tussen 1704 en 1708. Erfgenamen waren zijn twee dochters. Wilhelmina was geboren in Breda, werd in 1694 lidmaat van de hervormde gemeente van Den Bosch en trouwde in juni 1697 met Willem Thomas Scriba (1672-1724), predikant te Woensel en Tongelre. Wilhelmina leefde nog in 1748. Alida was gehuwd met Hendrik de la Fosse, kapitein van een compagnie voetknechten, en overleed op 15 april 1711. Vroeger hing in de Lambertuskerk in Vught haar wapenbord. 1.

Geschiedenis

(Oud 118; Nieuw 498) *
In 1707 stond het graf te boek als graf van Ceuninx tot Vugt. De legger van 1724 vermeldt de overboeking op naam van Wilhelmina de Kooning, echtgenote van Willem Thomas Scriba, en Alida de Kooning, in leve huisvr van majoor de la Fosse. Vanaf 1752 komen geen namen meer voor in de leggers, zodat mag worden aangenomen dat het graf sindsdien aan de kerk toebehoorde.
Het doophuijsje waarbij het graf in 1693 lag, is een aanduiding voor de ruimte binnen het doophek waar de preekstoel stond met daarvoor het koperen doopbekken. 2. Uit de leggers blijkt dat het graf vanaf 1707 in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip lag, in de derde travee vanaf het transept. Deze travee lag achter de preekstoel en dus bij het doophuijsje. Op de plattegronden van Martini, Smits, 1947 en 1978 wordt de zerk niet aangegeven. Pas in 1991 is dat weer het geval. Hij ligt dan op de huidige plek.

Personen

 Coningh, Alida de
Coningh, Pieter de
 Coningh, Wilhelmina de
 Fosse, Hendrik de la
 Scriba, Willem Thomas

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie