Bron: Foto RCE
|
|
115 Lodewich Brants, 1531
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|STAMBOOM|REAGEER
huidige plaats | | in het middenschip, de eerste travee vanaf het westen, ten zuidoosten van de zuidelijke kolom van de orgeltribune locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond) | maten | | 102 x 203 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.Grote delen van de dubbele randteksten zijn verdwenen, maar sporen ervan waren nog rond 1900 te zien. Smits geeft, zich blijkbaar baserend op een oudere tekening, voor de tekstband tussen de vierpassen nog: ‘Hier leet begven / meester lodewich brants priester die sterf / ao xvc ende xxxi / dach july en.’ Ook in het begin van de negentiende eeuw waren de inscripties al niet meer compleet. Het wapen middenonder, omstreeks 1900 nog te zien, is nog slechts te ontwaren als een vage contour. Een tekening uit het begin van de negentiende eeuw suggereert dat er rond dit wapen ooit nog een randtekst heeft gestaan. Slechts de twee later aangebrachte inscripties op het middenveld boven het wapen zijn nu nog te lezen. De vormgeving van de zerk is traditioneel met een randtekst tussen hoekvierpassen, die opgevuld waren met een kwartierwapen. Op het middenveld onder de twee inscripties bevond zich een groter wapen, opgehangen aan een lint. Doorsneden; I twee molenijzers; II een adelaar. Hs 1709, 116.1 geeft de volledige inscriptie: ‘hier leijt begraven Harbert Brants die sterft 1542 den 7 dag Meij / hier leijd begraven Mr. Lodowich Brants Priester die sterft anno 1531 den 5 dag Julij / en Willem Robberts sterft den 1583 den 9 Augustij en Mr Jacob soone Willem Robberts den 24 Junij 1606 / Guelima van Middegael sijn huijsvrouw sterft den 11 November 1597 / en Willem Aerts van Meijelstoirt sterft den 22 Januarij 1612 en Marieke sijn huijsvrouw sterft den --- / Catharina haar Dogter Huijsvrouw van Mr Huijbrecht die Lou sterft den 31 December 1611.’ Lodewich Brants is een zoon van Gerit Herberts Brants en Charlotte (ook wel aangeduid als Carola) Lodewichs van der Heyden. In 1504 ging hij in Leuven studeren, net als voor hem zijn oom, de Bossche priester en notaris Alart Brants. Lodewijk behaalde daar de graad van meester in de vrije kunsten. Hij werd priester en bezat waarschijnlijk een beneficie in de Sint-Jan. Lodewichs broer Herbert († 7-5-1542) was koopman van beroep en vanaf 1532 gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Johanna, een van de kinderen uit zijn huwelijk met Willemken Willem Willems, was getrouwd met Willem Jacobs Robberts, een koopman afkomstig uit Emmerich, die in 1542 poorter van ’s-Hertogenbosch was geworden. Deze Willem bewoonde het pand ‘De Wereld’ aan de Markt en behoorde in de belastinglijsten van het midden van de zestiende eeuw gemiddeld tot de 7 % hoogst aangeslagenen. Na het overlijden van zijn eerste vrouw, Johanna Brants, trad Willem opnieuw in het huwelijk met Anna Goyaerts van Middegael. Jacob Robberts, een zoon uit het eerste huwelijk, studeerde vanaf 1568 in Leuven en behaalde de graad van meester in de vrije kunsten. In 1578/79 is hij clerck in de cameren, in 1595/96 wordt hij vermeld als provisor van het Ulemans- of Brandsgasthuis. Meester Jacob was getrouwd met Paulina 1., een dochter van Henrick Goyarts van Middegael, de broer van Jacobs stiefmoeder. Maria Robberts, een dochter van Willem Robberts uit een van zijn huwelijken, trad in 1578 in het huwelijk met Willem Aerts van Meyelsfoort. Zij woonden in de Peperstraat. Hun dochter Catharina trouwde in december 1610 te ’s-Hertogenbosch met mr. Huybert de Roy, een zoon van Jan de Roy, secretaris en schout van Tilburg en Goirle en rentmeester van de heer van Tilburg en Goirle. Huybert was secretaris van Etten en Leur. Hij bezat de graad van licentiaat in beide rechten. Catharina overleed kort na de voltrekking van dit huwelijk en werd in de Sint-Jan begraven. Huybert hertrouwde in 1614 te Baarle met Cornelia Verelst en overleed te Etten in juli 1622. 2. (Oud 100; Nieuw 518; Martini 331; Smits 11) * In 1707 stond dit graf op naam van monsr Pool. De legger van 1724 vermeldt als eigenaren de kinderen Hermannus Jakobus Pool en Beatrix Jakoba Pool, echtgenote van Cornelis Oolislagers. Op 31 augustus 1752 kwam het graf op naam te staan van Elisabet en Lambert Pool. Latere leggers vermelden geen gegevens meer over het bezit van het graf. Vanaf 1707 tot 1821 lag de zerk in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, in de vierde travee vanaf het westen. Smits situeerde hem in 1912 in het middenschip van de kerk, op de grens van de eerste en tweede travee vanaf het westen, en ten oosten van zerk 114. Op een plattegrond uit 1978 blijkt de zerk enkele meters verplaatst te zijn, namelijk naar een plek even ten zuidoosten van zerk 114. Vermoedelijk werd hij in 1981, bij de aanleg van vloerverwarming in het schip en de zijbeuken, verlegd naar zijn huidige plek, enkele meters ten zuiden van zerk 114. | Brants, Alart | | Brants, Gerit Herberts | | Brants, Herbert | | Brants, Johanna | | · zie ook: 498. Hanrick de Hont d’Oude, 1609
| | Brants, Lodewich 7-1531 | | Heyden, Charlotte (Carola) Lodewichs van der | | Meyelsfoort, Catharina van | | Meyelsfoort, Willem Aerts van | | Middegael, Anna Goyaerts van | | Middegael, Henrick Goyaert van | | Middegael, Paulina van | | Oolislagers, Cornelis | | Pool, Beatrix Jakoba | | Pool, Elisabet | | Pool, Hermannus Jakobus | | Pool, Lambert | | Robberts, Jacob | | Robberts, Maria | | Robberts, Willem Jacobs 1585 | | · zie ook: 498. Hanrick de Hont d’Oude, 1609
| | Roy, Huybert de | | Roy, Jan de | | Verelst, Cornelia | | Willems, Willemken Willem | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. klik op de afbeelding om deze te vergroten.
|