Bron: Foto RCE
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER
klik op de afbeelding om deze te vergroten. BeschrijvingDe enigszins glad geworden zerk is nog goed leesbaar; slechts de kleinere letters beginnen vervaagd te raken. WapensAlliantiewapen echtpaar (2 schilden, vrouwswapen = ovaalvormig): 1 Een kruis, vergezeld in elk kwartier van een merlet of een geknot vogeltje; 2 Hermelijn, met drie palen; een vrijkwartier met drie molenijzers, waartussen een vierblaadje. Beide schilden hangend aan een lint uit de helm komend. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: een uitkomende leeuw. BijzonderhedenTheodorus van Velp, ook wel van Velpe, is een zoon van Jan Thomaszoon van Velp en Sara van Kessel. Hij studeerde in 1676 in Leuven, maar werd koopman in zijn geboortestad. Hij huwde in 1683 met Maria Mechtildis de Helt, dochter van Guiliam Colen genaamd de Helt en Wilhelmina van Asten. Zij werd op 21 november 1710 in de Sint-Jan begraven. Theodoor overleefde haar maar liefst dertig jaar. In 1725 liet hij in zijn testament vastleggen dat hij begraven wilde worden ‘op deselve maniere als het lichaeme van synne huysvrouwe zaliger inde kercke van St. Jans alhier inde selve graftstede daer syne voorseyde vrouwe begraeven leyt’. Dit gebeurde ten slotte op 3 maart 1740. Uit hun huwelijk waren tussen 1684 en 1699 minstens acht kinderen geboren en katholiek gedoopt in de Sint-Jansparochie. De oudste zoon Johannes Baptista was een bron van zorg voor zijn vader: hij had in Londen gewoond en was daar vertrokken met achterlating van vele schulden waar zijn vader voor opdraaide. Daarna zwierf hij rond ‘van plaetse tot plaetse, met aenclevinghe ende onderhoudinge van eene onbetamelycke vrouwpersoon die van synen staat nochte conditie verre van naer by niet en is’. Johannes Baptista overleed waarschijnlijk in 1747 in Xanten. Vier andere kinderen van Theodorus werden bij hun ouders in de Sint-Jan begraven. Allereerst was dat, nog voor de dood van zijn vader, Andreas Gerardus (1696-1724), vervolgens Henricus Ignatius (1699-1753), Willelmus Petrus (1692-1760) en ten slotte Wilhelmina Maria (1690-1776). Wilhelmus Petrus, die in 1712 in Leuven ging studeren, promoveerde in 1717 tot licentiaat in de beide rechten, waarna hij zich in Brussel vestigde als advocaat bij de Raad van Brabant. Na zijn actieve loopbaan in de Zuidelijke Nederlanden keerde hij terug naar zijn geboortestad. Op 65-jarige leeftijd trad hij in Huisseling, waar de familie van zijn bruid het huis Ringelenberg bezat, in het huwelijk met freule Johanna Catharina de Collinet de Stockheim, met wie hij twee dochters had. Zijn jong gestorven dochter Mechtilda Johanna (1758-1762) is bij haar vader begraven. Na Willelmus Petrus’ dood kocht zijn weduwe, mede voor haar enig overgebleven dochter Wilhelmina Catharina, het kasteel Zwijnsbergen te Helvoirt. Zij hertrouwde met Theodorus Josephus Hack. Het graf kwam in handen van dochter Wilhelmina Catharina, die achtereenvolgens getrouwd was met Frederik Leonard baron van Heylman, luitenant der dragonders en Guillaume de Massen, kapitein te Maastricht. 1. Geschiedenis(Oud 404; Nieuw 116; Martini 197; Smits 215) * Personen
Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. |