Beschrijving

De tekstband van deze eenvoudige kleine zerk wordt weergegeven als zijnde omgeslagen op de hoeken vanaf de linkerbovenhoek. Midden op de zerk is als enige versiering een troffel gegraveerd, met de gebogen steel naar beneden.

Bijzonderheden

Jan Martens de Wilde is een zoon van metselaar Marten Erasmus (de Wilde). Zijn vader, in 1563/4 deken van het gilde van metselaars en timmerlieden, had zich door zijn gedrag tijdens de beeldenstorm van 1566 danig in de nesten gewerkt: hij was namelijk gesignaleerd tijdens de verwoesting van het minderbroederklooster en werd daarom na het herstel van de orde gearresteerd. Uit de processtukken blijkt dat Marten als een goed en vroom man bekend stond en dat hij nooit iets met de nieuwe religie van doen had gehad. Sterker nog, sommige geestelijken hadden hem zelfs hun goederen in bewaring gegeven. Hij was inderdaad ten tijde van de beeldenstorm in het minderbroederklooster geweest, maar dan niet om deel te nemen aan de vernielingen, maar om spullen te redden. Nadat hij bijna twee jaar gevangen had gezeten werd Marten ten slotte in 1570 vrijgesproken. Hij is tweemaal getrouwd geweest en liet zes kinderen na. Een van hen was Jacob, die timmerman was, en die in 1612 en 1621 wordt aangeduid als stadstimmerman van ’s-Hertogenbosch.
Een andere zoon was Jan, die evenals zijn vader metselaar werd. Zo metselde hij in 1619 in opdracht van het stadsbestuur een gevelsteen in boven de poort van het weeshuis. Jan is driemaal getrouwd geweest. De naam van zijn eerste vrouw is onbekend, zijn tweede echtgenote was Maria Jan Schalcken. Zij overleed op 15 januari 1621 en werd in de Sint-Jan begraven. Nog geen half jaar later hertrouwde Jan met Lysken Daniel Willems Coelen. Op 10 december 1624 liet dit echtpaar een testament opmaken, diezelfde dag nog overleed Jan. Hij werd bij zijn tweede vrouw begraven onder een eenvoudige zerk met centraal daarop de troffel als embleem van zijn ambacht. ^1.

Geschiedenis

(Martini 38; Smits 220B) ^*
Op de zerk ontbreekt het registratienummer en in de leggers zijn derhalve geen gegevens over dit graf terug te vinden.
Martini situeerde de zerk in het middenschip van de kerk, in de derde travee vanaf de viering, enkele meters ten zuidwesten van de derde arcadepijler. Hoewel de nummers van de zerken achter het koor op de plattegrond van Smits nauwelijks te lezen zijn, mag aangenomen worden dat de zerk reeds voor 1912 op zijn huidige plek werd gelegd.

Personen