huidige plaats | | in het zuidtransept, de middelste travee, ten zuidoosten van de eerste middenpijler van de schipzijbeuk |
maten | | 93 x 131 cm |
steensoort | | maaskalksteen met witte aders |
inscripties | |
klik op de afbeelding om deze te vergroten.Het betreft het onderstuk van een zerk, waarvan de voorstelling bovendien ernstig is vervaagd. Slechts de vage contouren van wat eens een cirkel is geweest, kan men nog met enige moeite onderscheiden, evenals – linksonder – die van wat een hoekvierpas is geweest. Van de inscriptie zijn nog maar enkele letters te ontcijferen.
Er is een tekstband met op de onderste hoeken vierpassen waarin evangelistensymbolen zijn aangebracht. In wat vroeger het midden van de zerk moet zijn geweest, zien we een verdiepte cirkel met daarin een dorre boom op een grasgrond en twee wapenschilden die met dichtgegespte riemen afhangen aan de takken van de boom.
Alliantiewapen echtpaar (2 schilden): 1 [leeg]; 2 drie horens.
Hs 1709, 112.2 geeft aan dat het linkerschild destijds ook al geheel was uitgesleten en tekent het wapen Merlaer met drie beslagen horens.
Hs 1709, 112.2 geeft tevens nog de complete inscriptie: hier leijt begraven Hendrick van Merlaer / Joest Huben Huijsvrouw, sterft 1511 den / 12 Dag meert / en Elisabeth haar dogter sterft in ’t Jaer 1512 / den 15 dag Februarij / Graff stede van S.r Arnoldus van den Heuvel / leijt begraven Theodorus de Pottere sterft den / 19 Maij 1709.
Henricxken, de eerste persoon die blijkens deze inscriptie op deze zerk werd vermeld, is een dochter van Gerit Henricx van Merlaer en Aleyt Daniels Croeck. In 1468/9 werd zij gewoon lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Rond 1477 trouwde zij met Joost, een zoon van nestelmaker Huybert Roelofs van Hees en diens eerste vrouw Elisabeth Dircx vander Ryt. Zij woonden aan het Hinthamereind. Joost was in 1471/2 gewoon lid geworden van de Broederschap. Hij wordt in 1484, 1492 en 1499 vermeld als een van de bestuurders van het zinnelooshuis, een functie die door de blokmeesters van het armenblok van het Hinthamereind werd vervuld. In 1516 en 1518 is hij kapelmeester van de Anthoniuskapel. In de belastinglijsten van het begin van de zestiende eeuw behoort hij gemiddeld tot de 5% hoogst aangeslagenen. Het echtpaar had een dochter Elisabeth, die in 1505/6 als gewoon lid van de Broederschap werd ingeschreven en op 15 februari 1512 overleed. Zij werd in de Sint-Jan begraven bij haar moeder. Joost ten slotte stierf in 1523/4. 1.
Arnoldus van den Heuvel, eveneens in de inscriptie van het handschrift vermeld, trouwde in 1661 met Catarina Bos(ch). Zij lieten tussen 1662 en 1676 minstens vier kinderen dopen in diverse katholieke parochies. In 1681 liet het echtpaar een testament opmaken. Een van hun kinderen was Ida, gedoopt op 10 april 1662. Zij trouwde op 24 januari 1683 met wijnkoper Theodorus de Pottere of Potters. Hij was op 16 juni 1660 gedoopt als zoon van Claudius de Pottere en Maria Verheyden. Dit echtpaar liet tussen 1686 en 1701 tien kinderen dopen. Theodorus stierf in 1709, Ida in of kort voor 1721. 2.
(Oud 22; Nieuw 343) *
In 1707 stond het graf op naam van Ida van den Heuvel, de weduwe van Theodorus de Potter. In de legger van 1724 wordt de overboeking geregistreerd op naam van haar kinderen. Blijkens de legger van 1752-1755 gaat het om Allegonda, Johanna en Gijsbertus de Pottere. Voor 1779 werd het graf eigendom van de kerk.
Zeker vanaf 1707 lag het graf in de zuidelijke travee van het zuidtransept, hoogstwaarschijnlijk voor de zuiderdeur. Voor 1912 werd de zerk verplaatst naar zijn huidige plek.
| Bosch, Catarina |
| Croeck, Aleyt Daniels |
| Hees, Elisabeth van |
| Hees, Huybert Roelofs van |
| Hees, Joost van |
| Heuvel, Arnoldus van den |
| Heuvel, Ida van den |
| Merlaer, Gerit Henricx van |
| Merlaer, Henricxken van 12-3-1511 |
| Pottere, Allegonda de |
| Pottere, Claudius de |
| Pottere, Gijsbertus de |
| Pottere, Johana de |
| Pottere, Theodorus de |
| Ryt, Elisabeth Dircx vander |
| Verheyden, Maria |
Legenda: begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.