Bron: Foto RCE

 

322 Hendrick van Arnhem, 1679


DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in het transept, de viering, midden tussen de zuidoostelijke en zuidwestelijke vieringpijler

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 116 x 232 cm
steensoort maaskalksteen met witte aders
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De zerk is enigszins afgesleten. Vooral het wapen is nogal vervaagd, terwijl ook van de inscriptie een aantal letters niet meer is te lezen. De zerk heeft geen rand. De bovenhelft wordt ingenomen door een grote verdiepte cirkel zonder rand met daarin het wapen. Onder het wapenschild zien we twee elkaar kruisende koorden die eindigen in kwasten. Onder het wapen bevindt zich de achtregelige inscriptie.

Wapens

Alliantiewapen echtpaar (1 schild): Gedeeld in drieën; I doorsneden; a een gepantserde rechterarm met in de hand een opgeheven zwaard; b drie vogels; II een dubbelkoppige adelaar; III doorsneden; a een pelikaan met jongen in het nest; b een vierbladige roos. Het schild hangend aan een lint uit de helm komend. Helm. Dekkleden. Wrong. Helmteken: de gepantserde arm met zwaard uit het wapen.
Tussen beide familiewapens (I en III) lijkt een herkomstelement te zijn toegevoegd, te weten het wapen van de stad Arnhem: een dubbelkoppige adelaar. De pelikaan met jongen is hier voorgesteld als een zwaan waarbij drie vliegende jongen uit de borst drinken.
In Hs 1709, 117.2 staat in de rechterhelft van het wapen van Arnhem geschreven.

Bijzonderheden

Hendrick van Arnhem was belastingpachter. Hij pachtte van de Staten-Generaal het recht om de gelden van de Grote Brabantse Zwijgende Landtol te innen, een belasting op het interne goederenvervoer binnen Staats-Brabant. Ook pachtte hij de accijns op bieren en wijnen in Eindhoven. Hendrick was tweemaal gehuwd. De op de zerk genoemde Maria van Gaeckroy, afkomstig uit Nijmegen, was zijn tweede echtgenote. Hij trouwde haar in oktober 1661, amper drie maanden na de dood van zijn eerste vrouw Hester, de dochter van Herman Aerts van Helmond, met wie hij kinderen had, onder wie een zoon Casper, een zoon Daniël – op de zerk vermeld – en mogelijk een dochter Aeltgen. Uit zijn tweede huwelijk werd in ieder geval een zoon Hendrik geboren. Deze maakte in 1697 zijn testament, sieck naer den lichaeme, in eene bakermat voor het vier leggende. In zijn sterfhuis bevond zich toen onder meer een schilderstuk dat zekere maatschappelijke pretenties van zijn vader verraadde: een schilderije vanden ouden Van Arnhem met sijne familie in een lantschap geschildert, sijnde een schoustuck. De op de zerk genoemde Daniël van Arnhem was, zoals gezegd, zijn halfbroer. In zijn activiteiten sloot deze Daniël aan op die van zijn vader. Hij was namelijk deurwaarder van het kantoor van de Domeinen en van de leen- en tolkamer van stad en meierij, alsmede pachter van de stedelijke waag in ’s-Hertogenbosch. Toen de pacht in 1679 voor zes jaar moest worden verlengd, deed Daniël een verzoek aan de Raad van State om verlaging van de pachtsom. Daarbij bracht hij te berde dat de waag door oorlogsomstandigheden, waarschijnlijk de nasleep van de Franse inval in het rampjaar 1672, nauwelijks was gebruikt en dat hij daarenboven het bouwvallige gebouw aan de Schapenmarkt had moeten repareren en de voorgevel vernieuwen, wat hem meer dan 800 gulden had gekost.
Daniël van Arnhem was gehuwd met Helena Fremont. Uit dit huwelijk werden tussen 1672 en 1686 minstens vijf zonen en een dochter geboren, die Nederlands-hervormd werden gedoopt. 1.

Geschiedenis

(Oud 87/416; Nieuw 310; Martini 20; Smits 153) *
In 1707 stond het graf op naam van Van Arnhem. De legger van 1724 vermeldt de overboeking op naam van de kinderen en kleinkinderen van Hendrik van Arnhem. Op 5 juni 1752 werd het graf overgeboekt op naam van een van deze kinderen, Arnoldus van Arnhem, echtgenoot van Catharina Brakel. Daarnaast kwam het in bezit van de kinderen van Arnoldus’ zus Geertruij van Arnhem, getrouwd met van Jan van Santen en van Antonij van Bergen, een achterkleinzoon van de eerdergenoemde Hendrik van Arnhem. Deze Antonij was op 15 mei 1779 nog de enige rechthebbende. Ten laatste in 1804 verviel het graf aan de kerk.
Martini situeerde de zerk in de viering, enkele meters ten zuidoosten van de noordwestelijke vieringpijler, waar hij in 1707 al lag, bij de begrafenis van Van Arnhem en zijn vrouw. Tussen 1821 en 1912 werd de zerk enkele meters in zuidoostelijke richting verplaatst. In 1983, tijdens de bouw van het liturgisch centrum volgde een nieuwe verplaatsing, nu naar de huidige locatie.

Personen

 Arnhem, Aeltgen van
 Arnhem, Arnoldus van
 Arnhem, Casper van
Arnhem, Daniƫl van
 Arnhem, Geertruij van
Arnhem, Hendrick van † 7-9-1679
 Arnhem, Hendrik van
 Bergen, Antonij van
 Brakel, Catharina
 Fremont, Helena
Gaeckroy, Maria van
 Helmond, Herman Aerts van
 Helmond, Hester van
 Santen, Jan van

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie