Bron: Foto RCE
|
|
311 Reyner Henricx van Reijs, 1568
|
|
DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|STAMBOOM|REAGEER
huidige plaats | | in het noordtransept, de zuidelijke travee, de noordoostelijke zerk van een serie van vier zerken ten oosten van de noordwestelijke vieringpijler | maten | | 88 x 176 cm | steensoort | | maaskalksteen | inscripties | | klik op de afbeelding om deze te vergroten.De latere inscriptie onderaan op het middenveld is volledig afgesleten. De zerk heeft een tekstband die op de hoeken wordt voorgesteld als zijnde omgeslagen. De inscriptie van de tekstband loopt door op het middenveld aan de bovenzijde. In het midden van de zerk bevindt zich een verdiepte cirkel met rand en daarbinnen het wapenschild in reliëf, dat met een lint afhangt van de cirkel. Alliantiewapen echtpaar (1 schild): Gedeeld; I een keper, vergezeld van drie gesteelde eikels; II zes tekens lijkend op vairklokjes (3,2,1). 1. Reyner soen Henricx Reysen van Rodorp was afkomstig uit het plaatsje Rurdorf, nabij Linnich aan de Roer in het land van Gulik. Hij bleef belangen houden in dit gebied, maar hij vestigde zich metterwoon in ’s-Hertogenbosch, waar hij in 1539/40 het poorterschap kocht. Hij pachtte in het rekeningjaar 1542/3 de ijzer- en honichpacht van ’s-Hertogenbosch, maar was voornamelijk actief als koopman, waarschijnlijk het meest in ijzerwaren. Toen hij in 1561 met zijn koopwaar in Woudrichem verbleef, werd hij daar als Bosch’ poorter gearresteerd omdat de stad ’s-Hertogenbosch weigerde een jaarlijkse afkoopsom voor tolvrijdom van de tol te Woudrichem te betalen. Hij was een welvarend man: in de diverse belastinglijsten uit het midden van de zestiende eeuw behoort hij gemiddeld tot de 15% hoogst aangeslagenen. Reyner Henricx werd ook wel aangeduid als Reyner Henricx van Reys, Reyner Henricx van Linnich/Lennich of Reyner Henricx in den Yseren Man. Die laatste benaming dankte hij aan het huis ‘Den Yseren Man’ aan de Schapenmarkt, dat hij in 1547 had gekocht. Reyner was gehuwd met Jenneken. Hij overleed op 19 december 1568 en werd in de Sint-Jan begraven. Zijn weduwe overleefde hem bijna dertig jaar en werd na haar dood op 27 oktober 1597 onder dezelfde zerk in de Sint-Jan begraven. Reyner en Jenneken hadden minstens zes kinderen, waarvan Willem van Reys de bekendste is. Geboren rond 1550 werd hij na rechtenstudie te Leuven reeds op jonge leeftijd driemaal schepen van ’s-Hertogenbosch (1582, 1586, 1587), waarna hij in 1588 werd benoemd tot pensionaris van ’s-Hertogenbosch, een functie die hij meer dan veertig jaar lang, tot aan de val van de stad in 1629 bleef vervullen. Hun dochter Henricxken was gehuwd met Jan Jans de Hee alias van Luik / Luydick. Deze was zwaardveger, dat wil zeggen wapensmid, van beroep. Het echtpaar bewoonde ‘Den Yseren Man’, Henricxkens ouderlijk huis aan de Schapenmarkt. Dit pand werd na het overlijden van Henricxken en Jan door hun zoon Jan van de overige kinderen gekocht. Henricxken overleed op 20 maart 1618, Jan de Hee op 27 februari 1624. Beiden zijn in de Sint-Jan begraven onder de zerk van Henricxkens ouders. Een andere dochter van Reyner van Reys, Hillegont, was gehuwd met Jacob Jacobs Cassyer (Casseyer, Cassayer, Cassyder, Cassiere, Cassyere). Jacobs grootvader Jacob was vanaf 1530 in dienst van de stad ’s-Hertogenbosch als stadsstratenmaker. Jacobs vader, ook Jacob geheten, volgde zijn vader in die functie op, maar is vooral als dichter bekend geworden. Als factor van de Bossche rederijkerskamer Moyses’ Bosch won hij in 1561 de hoogste prijs van het landjuweel te Antwerpen. Jacob zelf was winroeder: hij peilde de hoeveelheid wijn in de wijnvaten om de wijnaccijns te kunnen bepalen. Daarnaast was hij van 1589 tot aan zijn dood essayeur van de Bossche munt, in welke functie hij het goud- en zilvergehalte van de aldaar geslagen munten controleerde. Zijn zoon Reynier volgde hem als essayeur op (1618-1626). Jacob overleed op 23 juni 1617 en werd in de Sint-Jan begraven onder de grafzerk van zijn schoonouders. Hillegont overleefde haar man en wordt in 1621 voor het laatst vermeld. Onbekend is wanneer zij is overleden en waar zij is begraven. 2. (Smits 321) * Hoewel Smits de zerk wel beschrijft, is deze op de plattegrond van 1912 niet terug te vinden. Ook op de plattegronden van 1947 en 1978 komt hij niet voor. Op de plattegrond van 1991 wordt hij aangeduid op de huidige plek. | Cassyer Jacob Jacobs | | Cassyer jr., Jacob | | Cassyer sr., Jacob | | Cassyer, Reynier | | Hee alias van Luik, Jan Jans de | | · zie ook: 404. Anthony de Hee, 1699
| | Hee, Jan de | | N.N., Jenneken 1597 | | Reijs, Henricxken van | | Reijs, Hillegont van | | Reijs, Reyner Henricx van 19-12-1568 | | Reijs, Willem van | | Reysen van Rodorp, Henricx | Legenda: begraven in de Sint-Jan vet: hoofdbegravene. klik op de afbeelding om deze te vergroten.
|